vrijdag 12 maart 2010

Ajeeeh, Ajeeeh....zongen ze

Nu ga ik nòg een keer proberen een blogje te schrijven.
Het is weer veel te lang geleden ja. Het is een drukke tijd, voor mijn doen althans, geweest en omdat de conditie niet meer je van het is ben ik eigenlijk veel te moe. Niet slechts lichamelijk druk, maar emoties putten ook uit. En het koude grijze weer doet dit oude lijf ook geen goed. De hele dag staat de thermostaat op 23 graden, maar ik zit hier met een omslagdoek over mijn trui. Erg hè…Vandaag ook veel geslapen en met spierpijn wakker geworden. Hoe dat komt wil ik best uit de doeken doen.
Maar die mooie omslagdoek blijft wèl om hoor. ;-) Hij is in de plezierige kleurencombinatie oranjerood, zwart en beige. Een beetje Russisch patroontje met ingeweven bloemen en er is een zilverdraadje meegeweven. Dunne beige-zwarte franje. Vind je hem mooi?

In de eerste plaats is natuurlijk het weer de schuldige. Dit koude grijze weer doet me steeds weer denken aan het bekende gedicht van De Genestet. Boutade heet het geloof ik. Ik heb dit niet meer in de boekenkast dus moet het even op internet opzoeken:

O land van mest en mist, van vuilen, kouden regen,
Doorsijperd stukske grond, vol killen dauw en damp,
Vol vuns, onpeilbaar slijk en ondoorwaadbre wegen,
Vol jicht en parapluies, vol kiespijn en vol kramp!

Ja, zo begon het. En de titel klopt. Maar inderdaad, mijn uitsteeksels, handen en voeten, doen veel pijn en ook de rest is niet helemaal pijnvrij. De mooie gebloemde stok is mijn vaste metgezel geworden. Evenals, de laatste week, paracetamol.

De afgelopen dagen zijn goed gevuld geweest. Met actie voor het huis, met hondje uitlaten in de vroege ochtend en avond, en met bezoekers.
Het heeft geen zin ver terug te gaan in de tijd. Maar gisteren ben ik met mijn vroegere hulpe Betty, tegenwoordig alleen een lieve vriendin, voor het eerst weer eens naar het Waterlooplein geweest. Mèt stok ja. En weer al die bekende straatverkopers kunnen begroeten en een kort praatje maken. Want zelf heb ik niets anders dan een boek voor iemand anders gekocht. Betty was al veel langer niet op het plein geweest. Dus die genoot evenzeer. Bij Japie, bij Cock, bij de man-zonder-naam met de cd’s waar ik nog weleens slaag…. En natuurlijk bij Jos, de boekenman. Ze kennen me nog allemaal, dat is leuk.
Maar het was zo vreselijk koud ondanks mijn warme jas.
Op weg terug liepen we langs een zwerver, die de duiven op het plein aan het voeren was met pinda’s. Ik ben een beetje gek hoor want gaf meteen als commentaar, dat duiven hier niet gevoerd mogen worden. Mag ook niet nee. Die vliegende stadsratten zijn vooral een overlast. Maar hij opende zijn mond met een nog een paar scheefstaande tanden. En hij vertelde ons dat hij dat wèl moest doen want duiven waren ook slaven geweest. Boodschappenjongens van de mensen. Ze werden gescheiden van de vrouwtjes waar ze verliefd op waren, moesten boodschappen voor hun eigenaren versturen en daarna mochten ze, als ze het haalden weer naar hun vrouwtjes terug. Postduiven dus. Dat ging net als bij menselijke slaven, volgens hem. En daarom mocht hij ze wel voeren.
Ik ben niet in discussie gegaan maar Betty had er veel plezier in.
Heen en terug hebben we gelopen en dus ook over het plein zelf met al zijn bijzondere mensen.

Toen Betty weg was kwam dochterlief. En voor we naar Carré gingen hebben we samen gegeten. Op de (alweer ja) wandeling daarheen merkte ik dat ik mijn stok vergeten was, maar dochter had een warme arm waar ik aan kon gaan hangen.
Hoewel ik hevig lijd aan hoogtevrees zaten we heel hoog in de zaal van Carré. voor wie het kent op de derde ring. Maar wel recht voor het toneel.
Aan de zijkanten waren de plaatsen trouwens onbezet.
Ergens onder ons had prinses Maxima plaats genomen. En vóór ons, op het toneel, speelden en zongen de Daughters of Africa, begeleid door een orkestje, dat wèl uit mannen bestond. Het viel me op dat er weinig zwarte mensen aanwezig waren, en ik ervoer dat ook nog als storend. Dom ja, want het was niet speciaal voor zwarte mensen bedoeld. Het gezang was in het begin oorverdovend hard, dat ben ik niet gewend. Ze zongen over zichzelf, over hun ontwikkeling. Ik kan het niet helemaal terughalen, maar naarmate de avond vorderde werd ikzelf, maar ook de hele zaal, enthousiaster. Jonge mensen stonden op en en zongen en dansten op de plaats mee. Zo ook mijn dochter.
De 12 prachtige meiden kwamen uit heel Afrika, begeleid door Leoni Jansen, die een prachtig werk heeft gedaan daar. Ze stelden zich allemaal voor en vertelden over hun studies en hun dromen. Over wat ze bereikt hadden… Een van de meisjes vertelde dat ze een Masaï-vrouw is. En dat ze de eerste van haar stam was die niet besneden is. Natuurlijk een schande voor haar familie, maar toch… Allemaal waren ze bereikbaar via facebook.
Ze lieten ons in één van hun liederen meezingen. Maar toen ze zongen: We are the World, we are the people……. bleef de zaal jammer genoeg donker, ten teken dat we niet mochten meezingen. Het laatste dat ze zongen was een enkel woord, eindeloos herhaald, het klonk ongeveer als Ahjeeee… Maar dan anders. Het zal ongeveer de betekenis gehad hebben van ‘Vaarwel’. Echt eindeloos herhaald en steeds zachter. Toen het licht aanging zong de zaal het mee, ook zacht en zachter. Heel ontroerend was dat. Toen verdwenen ze in de coulissen. Vandaag is er nog een uitvoering in Amsterdam. Tot de helft van de volgende maand elders in het land. Als je de kans krijgt ga er dan heen… Kijk maar eens op http://www.vdbtheater.com/daughters.html#/daughters en dan rechts naar video. Ook op http://www.ruuddegraaf.nl/content/view/848/338/ staat uitgebreide informatie. En er wordt een prachtige brochure met teksten uitgereikt. Teksten die er niet om liegen ;-).
Veel mensen zijn nog nagebleven voor een meer persoonlijke ontmoeting, maar dochter en ik gingen huiswaarts, want vandaag moest ze weer werken en zelf was ik aan het eind van mijn krachten. We zijn dus weer naar huis gelopen. Er gaat geen openbaar vervoer dat dichterbij komt. En voor een taxi is het echt te dichtbij. Thuisgekomen nog snel iets gedronken en toen was ze weer weg. Fijn is wel dat ze altijd even belt als ze veilig thuisgekomen is.
Maar kennelijk had ik mezelf zwaar overschat. Want vandaag was ik geen half mens. Na het hondje uitlaten ben ik weer in bed gekropen en heb nog twee uur geslapen. En na alle mailtjes doorgestuurd en beantwoord te hebben (wat waren het er vandaag véél joh) kon ik wéér niet overeind blijven en heb van twee uur tot bij zessen weer geslapen. Waarna elke spier voelbaar was. ;-( en stijf. Gelukkig heeft buurman zijn hondje zelf uitgelaten. En kan ik morgen lekker uitslapen, (Hoop ik tenminste.)