donderdag 14 januari 2010

Zon achter de huizen aan de overkant

Achter de huizen schijnt de zon…
Van achter de huizen aan de overkant komt een zonnig licht…. Het lijkt dat er, ondanks de grijzige lucht, toch een zonnetje schijnt…
Nog niet in mijn huis, dat duurt nog meer dan een maand, maar toch is het buiten redelijk licht.

Het schijnt hier te dooien… Maar ik kreeg twee telefoontjes om alsjeblieft niet naar buiten te gaan. Het is spèkglad op straat.
Tja, dat wil ik geloven. Dat zal nog wel even duren ook. De vorst zit in de grond, zoals we dat hier zeggen. Dus de sneeuw en het ijs zijn met 0 tot +1 graad boven nul voorlopig nog niet weg. Hier, aan de achterkant van het huis ligt de sneeuw zelfs nog dik op de plantenpotten en het pad naar de gracht. Ik ben bang dat alleen de grote dikke duiven, de profiteurs van het voer speciaal voor de kleine vogeltjes gekocht, sterk genoeg uit deze winter komen. Die vliegende stadsratten!!!! Ik begrijp maar niet dat er iemand is die ze nog leuk vindt ook. Ze zijn nu ook in staat op een tak zittend de vetbolletjes op te eten. En de andere etenswaren die ik hoog genoeg ophang zodat de duiven het niet konden stelen. Naar ik dacht
Ik zie dit jaar nog maar heel weinig mezen en andere kleine vogeltjes al helemaal niet. Wel een bonte specht gezien en één Vlaamse Gaai. Die valt op, ze waren hier altijd samen… Eén van de twee is jaren geleden bijna uit de hand opgevoed (jawel, ongelooflijk, maar dat kreeg ik zo te horen) door een vroegere buur. Welke van de twee weet ik niet. En een paartje tortelduifjes dat hier ook al jaren komt. Nog afgezien van de groene halsbandparkieten, met hun kenmerkend halsbandje en vuurrode snavels. Dat zijn eerder kleine papegaaien, zo groot. Er is in onze stad inmiddels een grote populatie van, die ook de weg kent naar Artis om daar op tijd voedsel te krijgen.
En allemaal eten ze hier mee….. uit de ruif van de kleine vogeltjes. Het lijkt de mensenwereld wel….

Inmiddels is het weer avond geworden voor ik verder kan gaan. En is het buiten weer donker.
Mijn middagdutje is wat lang uitgevallen. De wilde dromen over sterven en vieren maakten me bij ontwaken wat verlamd. Zodat ik lang bleef liggen, voordat er genoeg helderheid terug en fut was om op te staan. Ik denk dat ik heel diep geslapen heb. De verschrikkingen in bijv. Haïti werken ook mee in het verlammende gevoel van niks (meer) te kunnen doen.

Zometeen weer hondje uitlaten. En ik ben heel benieuwd of ik overeind blijf en de gladheid weersta.
Laat ik dit blogje nog maar even openhouden. Misschien is er straks nog wat te vertellen…

Nee dus.
Het is nu bedtijd voor kleine oude vrouwtjes. ;-) Maar er moet nog wel wat afgewerkt worden.
De ellende in Haïti is verstikkend. Ellendig. En je kunt niets anders doen dan een altijd te klein bedrag doneren voor het Rode Kruis. Niet naar 555, de Samenwerkende Hulporganisaties. Daar is altijd veel te veel onduidelijkheid over geweest, en teveel aan de strijkstok blijven hangen. Dus alleen Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis. Maar dat is mijn eigen invulling.
De wereld is zo klein geworden dat we met de hele aarde kunnen meeleven, zoals we vroeger met onze hele familie en onze buren, desnoods onze buurt, konden meeleven. Die wereld is een andere geworden dan de meesten van ons wilden. Maar het is onomkeerbaar.
We staan veel losser van onze familie, onze buren in de straat kennen we vaak amper, hooguit van naam. Onze buurt is niet meer de buurt waarin we samen dingen op touw kunnen zetten, nabuurschap kunnen beoefenen.
En in ons land? Met bijna of helemaal 160 nationaliteiten binnen onze grenzen is het veiliger te denken in termen van Europa en te wennen aan een Europa waarin dan geen burgeroorlogen meer voorkomen. De beide wereldoorlogen die wij gekend hebben en die door begrensde landen werden ontketend, zullen voltooid verleden tijd zijn. Hoop ik.
Raar dat ik dit dan schrijf in toekomende tijd….
Maar om verder te gaan met mijn gedachten… Ook door de communicatiemiddelen die ons ter beschikking staan is de wereld heel klein geworden en is de andere kant van de aarde dichterbij gekomen dan de overkant van de straat. En dus zijn we wezenloos begaan met alle ellende aan die andere kant van de wereld. Ik moet mijn eigen realiteit maken en dat maken is puur uit zelfbescherming. Want met alles en iedereen zó meeleven als met de mensen in mijn eigen huis is een onmogelijke opgave en beschadigt alleen mijzelf maar helpt niemand aan die andere kant van de aarde.

Zo laat op de avond – en zulke diepe gedachten…. Daar wil je toch niemand mee opschepen? Nee, dat niet, maar het zijn wèl mijn eigen gedachten die ik wil opschrijven.

Maar laat ik het hier maar bij houden.
Kindertjesbedtijd.

zondag 10 januari 2010

Wit-zwart is de wereld

Omdat er buiten geen plezier te maken is en het de hele dag schemert is er ook geen energie om iets actiefs te doen.
Dus alle tijd om te schrijven en te denken en tv te kijken.
De tv staat aan, en ik kijk naar nostalgie.net. En val in het verhaal over de dood van Mahatma Ghandi. De grote Vader des Vaderlands en leider en wijsgeer van het huidige India. De man van de actieve geweldloosheid.
Op Wikipedia kan ik een heleboel over hem te weten komen dat ik al wel of nog niet wist.
De zwart-wit film die op nostalgie-net te zien is toont hem vanaf vlak voor zijn dood.

(Het sneeuwt weer.)

Als hij in 1948 vermoord wordt door een fanatieke tegenstander, een jonge man, komen er honderdduizenden, zo niet miljoenen mensen om samen te rouwen over zijn voortijdige dood. Voortijdig omdat er met geweld een eind aan zijn leven gemaakt is. Maar zoals met de dood van zo veel onmisbare mensen vraag ik me weer af of het niet precies op tijd kwam. Zó blijft de herinnering aan de gestorvenen immers helder en gaaf en vervaagt niet door ouderdom en afnemende invloed.
Old soldiers never die, they just fade away…
En bij sommige mensen zou dat juist niet moeten en gebeurt het ook niet. Ze zijn ‘voortijdig’ en plotseling weg… En blijven in de herinnering zoals ze op hun laatste dag waren.

Als ik woorden als rouw en verdriet hoor en het rouwen van menigten zie, schiet ik zelf ook vol. En besef ik het verdriet van anderen.
Hebben anderen dat nou ook? Dat de geschreven of gehoorde woorden ‘verlies, verdriet, rouw, angst’ en dergelijke woorden, maar ook positieve woorden als verrassing, blijdschap, uitbundigheid, ontroering, meteen geestelijke en fysieke reacties oproepen? Bij de eerste woorden krijg ik een brok in de keel. En soms lopen dan de tranen over mijn wangen.
Bij de positieve woorden voel ik de betekenis van de woorden tot in mijn tenen. Jawel, sentimentele oude vrouw ben ik.;-))

Bij deze film (en ik heb de Hollywoodfilm ook gezien), die de rouw van een volk toont, de verbranding van zijn uitgeteerde lijf, stromen de tranen vrij... De rook van de verbranding trekt over een menigte. Het is bijna symbolisch, maar de aanwezige Indiase politie haalt de mensen uit de rookrichting. Zijn ziel moet vrij gemaakt worden… Zijn as wordt in de Yamunarivier in Delhi verstrooid.
Deze man had inderdaad, zo denk ik, het eeuwige leven moeten hebben, om deze aarde te kunnen redden.
Zijn invloed en opvattingen over geweldloosheid, zijn wijsheid, had onze wereld in de ruim halve eeuw daarna veel narigheid kunnen besparen. Denk ik. En tegelijk besef ik mijn eigen naïviteit hierover ;-). Waarop ik opnieuw een brok in mijn keel krijg.

Buiten is de wereld weer helemaal wit-zwart. Het sneeuwt nog steeds zachtjes.