maandag 17 oktober 2011

Het was me het dagje wel.

Het is maandagavond 23 uur en ik zeg de dag gedag... Het is mooi geweest. De kippensoep is bijna klaar en staat nog even te sudderen. Dochterlief komt morgen en ik heb haar kippensoep beloofd. Moeders' kippensoep. Ja hoor, erg milieu-onvriendelijk, ik weet het.
Vandaag was het Bettydag. En mijn huisje is weer spic en span, en we hadden helemaal geen meningsverschillen. ;-), zelfs niet over politiek. Komt zelden voor, hè Betty? ;-)))
Meestal hebben we wilde discussies, over politieke zaken of over andere zaken van levensbelang... Vandaag was Betty alleen wat ontsteld over het feit dat ik opruiming houd onder mijn boeken en afgelopen week dus de Joodse boeken apart heb gezet en meegegeven heb aan een Joodse instantie. De kinderboeken zijn nog niet opgehaald, maar staan klaar. De spirituele boeken worden ook apart gezet, maar ik ben er nog niet aan toe die weg te geven. Laat staan ze maar naar De Slegte te brengen, zoals iemand voorstelde.
Er is geen haast mee, het enige dat ik wil dat ze op de goede plek terechtkomen. En dat ik de kasten opnieuw kan inrichten, met meer ruimte. (enne.... misschien meer ruimte voor nieuwe boeken maak (?)... ;-) Het is zo moeilijk een goed boek, dat ook nog voor een klein prijsje verkocht wordt, te laten staan.

Lieve Betty, ik ben er nog uitgegaan hoor. Met pet en rugzak ja. ;-), en de nodige pijn aan mijn been. Maar dat heeft me niet weerhouden. Ik had me voorgenomen de eerste de beste tram te pakken, de negen of de veertien en dan maar zien welke tram me waar zou brengen. Het werd de veertien en die bracht me naar de halte van de Nieuwe Kerk, waar ik naar die heeeeele grote Albert Heijn ben gegaan. Alleen maar om alles voor de kippensoep te kopen dus. En een zakje pepernoten kon ik ook niet laten liggen. Nee, geen kruidnootjes, PEPERNOTEN.
Wachtend op de tram terug naar huis sta ik op een halte, waarvandaan aan alle kanten ongelukken zouden kunnen gebeuren. Er is geen gevaarlijker plek dan het straatje van de Nieuwerzijds Voorburgwal naar de Dam, Aan beide zijden van het Koninklijk Paleis. Waar ik sta is een abri (een haltehuisje) waar je redelijk veilig staat. Maar de tramrails vormen een stukje dodenweg...
Het is al een paar dagen kermis op de Dam. Het is niet zo'n hele grote kermis, maar er staat een hele grote draaimolen als eyecatcher.. Niet zomaar eentje, maar echt een hele mooie, grote, die ver boven de huizen uitkomt. Ik moet er niet aan denken, daarin te gaan zitten, maar er blijven genoeg mensen over om gillend en joelend (of met een natte broek van de zelfgezochte angst ;-) ) mee te draaien. De oliebollen- poffertjes en wafelkramen en de kramen met suikerspinnen en zakken snoep en zuurstokken lijk je zelfs binnen in de warme volle tram te ruiken. Toen ik gisteren naar Peek en Kloppenburg 'strompelde' om te zien of ze een goede broek voor me hadden (nee dus) ben ik even over de Dam gelopen.
Tot nu heb ik de verleiding voor al het zoete dus kunnen weerstaan.
Er zijn schiettenten... met een bal kun je een doel raken en met drie ballen een grote beer uitzoeken. En ook een kraam waar je met pijlen kunt schieten, of kunt hengelen naar een cameraatje, een horloge of zo iets... . Enfin, ik zie kinderen met hun ouders over de Dam lopen allemaal met glanzende ogen van al dat moois, dat lekkers, de lichtjes en het lawaai (de muziek dus), De pappa's blijven jongetjes die willen meedoen en de mamma's kunnen vaak niet op tegen zoveel verlangens. ' Kinderen een kwartje' is er niet meer bij, je moet een goedgevulde beurs bij je hebben om mee te kunnen doen met de massa.
De grote weerzin van de afgelopen jaren ben ik voorbij. Ook dit soort dingen kunnen verdwijnen met het ouder worden. Ik realiseer me al lange tijd dat die weerzin wel een oorzaak had. Maar aan die oorzaak hing ik mijn angst en weerzin voor kermis niet op. Het was niet 'in' om kermis leuk te vinden. Te genieten van al die mensen die daar liepen te genieten. Van al die kramen met zaken die onnuttig waren en waarvan de uitbaters bijna wanhopig mensen stonden te verleiden om mee te doen. Als het donker wordt en alle lichtjes branden en er overal kermismuziek en -lawaai vandaan komt, als de zoete warenkramen geuren en verleiden....
Maar er is een tijd geweest... ik was een klein kind, een jaar of elf en ging, na de oorlog, voor het eerst naar de kermis, toen nog op het Beursplein. Met mijn vader. En op dat overvolle plein, met al die dingen, en al dat voor mij vreselijke lawaai raakte ik verloren. Een lange tijd zag ik alleen maar benen, hoorde ik alleen maar lawaai, werd ik van hot naar haar geduwd en raakte helemaal en volkomen in paniek. Het duurde voor mijn gevoel een eeuwigheid voor mijn vader me weer vond, schreeuwend van angst en verlatenheid.
(daar komt het weer: verlatenheid, ja ja, die kindertijd die weet wat....) Sindsdien ben ik jaren in paniek geraakt als ik op zo'n plek kwam. Maar zoals alles voorbijgaat, is dit ook eindelijk voorbijgegaan. En nu kan ik met een glimlach toekijken. Een beetje afstandelijk, me afsluitend voor het lawaai, maar wel genietend van alles wat ik beschreef.

Enfin, om terug naar de tramhalte te gaan, achter mij rijden de auto's naar links en naar rechts , de fietsers voeren levensgevaarlijke toeren uit om daar veilig langs en omheen te komen. Maar voor mij liggen de rails en een smalle strook stoep. En je houd je hart vast als daar fietsers over rijden. Vooral toeristen, die de stad niet kennen en op hun gele gehuurde fietsen overal denken te kunnen rijden, komen in levensgevaarlijke situaties terecht. Zij komen - voor mij - van rechts, over dat smalle stoepje en over de rails, waar ze in vast kunnen komen te zitten, terwijl van links de taxi's met een rotvaart de hoek om komen of de tram onverwacht aan komt rijden. Die fietsers steken dan nog over op een punt waar dat niet mag en er geen stoplichten staan, ook over de rails... Pffff, je staat daar niet rustig te wachten en bent en blijft verwonderd dat daar niet meer ongelukken gebeuren. Hoewel er genoeg misgaat daar.
Maar toen mijn tram kwam was er gelukkig nog niets gebeurd en kon ik met mijn boodschapjes (voor de kippensoep) nog even nagenietend langs de kermis rijden. Er kwamen even later wel met gillende sirenes politie- en ambulancewagens langsrijden, maar dat is in Amsterdam een dagelijks voorkomende narigheid. Je kunt alleen maar hopen dat de ellendewagens niet iemand van de straat hoefden te schrapen.

En morgen, na de fysiotherapie, komt dochterlief. ;-)