maandag 9 februari 2015

I

Verrassing van mijn leven. 

Beschreven in mijn dagboek na 20 jaar.. 

April 1995 bracht me de grootste verrassing van mijn leven, na alle lieve belangstelling voor de uitgave van mijn boek ‘Twee Vrouwen en een Jas’.. Ik werd benaderd door een collegaatje, of ik mijn huis beschikbaar wilde stellen om een leuke grap uit te halen met de scheidende voorzitter van het Platform Mondiale Bewustwording, Dat moest gebeuren op 1 april. Natuurlijk zei ik ja, in mijn huis in Nieuwegein konden zoveel dingen gebeuren, nietwaar. Wie of wat schetste mijn verbazing toen de bewuste avond mijn huis volliep, met vrienden en kennissen uit het vrijwilligerswereldje, maar ook met familie en persoonlijke vrienden. En de burgemeester ; dat kon ik nog plaatsen i.v.m. de gezegde grap met die voorzitter. Mijn kalender duidt op mijn volkomen onwetendheid, en waarom  dochterlief  foto’s begon te maken snapte ik niet. Mijn exman en goede vriend lag toen net in het ziekenhuis. En ik begreep ook zijn spijt niet, dat hij niet aanwezig kon zijn. Nou, de voorzitter van het Platform bleek alleen zijn naam aan de avond gegeven te hebben. Het draaide allemaal om mij. Ik was ‘de pineut’. Vriendin Lenie had een uitgebreide actie gestart om gelden bijeen te brengen voor een reis voor mij naar Israël. Ik kreeg een grote versierde doos in handen met een toespraakje, dat de persoon waarom het zou gaan  jammer genoeg  verhinderd was, nu zou ze de cadeautjes maar zomaar uitdelen (kleinigheidjes voor Jessica en haar eigen jongens als fopdingen) en ik kreeg die doos.
Mijn volkomen verbijstering is goed te zien op de foto’s die mijn dochter gemaakt heeft.  In de doos zat niet alleen een toeristenboek en brochures over Israël, maar ook een cheque voor reis- en verblijfkosten náár en in Israël. Goed voor twee weken met een groep of 1 week met zijn tweeën. En omdat Atie, reisleidster voor de eerste groep die met de Stichting Mi Jerushalaim er ook bij was, koos ik, totaal overdonderd door de gebeurtenissen, voor de groep. En dat allemaal, omdat ik aan het eind van mijn boek geschreven had: “Ik hef mijn glaasje kruidenthee en zeg: ’tot volgend jaar in Jeruzalem’, een normale joodse wens.

Die avond was ik tot niet veel meer in staat, anderen hebben mijn rol van gastvrouw op zich genomen, vooral Jessica heeft zich goed van die taak gekweten. Velen hadden lekkers meegenomen, van mij werd alleen verwacht dat ik koffie zou zetten. Dat was dus goed gezien.

Vanaf dat moment zat de spanning er goed in. De reis naar Israël heb ik beschreven in mijn stuk “Impressies van Israël”, die zal ik hier niet herhalen. Omdat zoveel mensen betrokken waren bij de verrassing heeft goede vriend Joop Bremerman, journalist van de plaatselijke krant er twee artikelen aan gewijd, waarmee ik hoop alle mensen bereikt te hebben om hen te bedanken.

Maar lichamelijk en geestelijk  heb ik er daarna wel meer dan een half jaar over moeten doen om weer een beetje op krachten te komen. Nu, in januari 1996 pak ik weer voorzichtig een beetje de draad op. Na al die maanden alleen wat met de Mondiaal te werken en in de stuurgroep P.A. meegedaan te hebben. De afgelopen anderhalf jaar heeft een ander mens van me gemaakt, de verwerking van het verleden, met zijn apotheose in Yad Vashem heeft ervoor gezorgd, dat ik inderdaad dat verleden achter me heb kunnen laten en een min of meer normaal functionerend  mens ben geworden.
Hierna volgt nog een verslag van die reis.....