vrijdag 8 juli 2016

Herinneringen uit de M.S.

Toen ik begon met het schrijven van mijn boek was dat na een moment dat ik mijn sleutelbos hoorde rammelen in mijn hand. En me plotseling weer voelde als dat kleine meisje, één van de vele kleine meisjes die in angst opkeken naar de leidster die er een gewoonte van gemaakt had kinderen met haar sleutelbos af te rammelen. Het kindertehuis was in 1943 mijn onderduikadres... maar terug naar huis ben ik nooit gegaan.

Vanmiddag haalde ik een stapel post uit mijn brievenbus. En die van mijn buurman die graag heeft dat ik de post bij zijn voordeur leg. Op maandag wordt niet meer bezorgd, dus op dinsdag komt er J twee keer zoveel. Niet twee keer zoveel als vroeger, toen mijn post nog niet via de computer binnenkwam. Het is tegenwoordig eigenlijk een armzalig zooitje, dat door de brievenbusgleuf (leuk scrabblewoord) binnenkomt. Rekeningen, aanmaningen of betalingsherinneringen.. tijdschriften nog wel en ansichtkaarten van vakantiegangers ook  en vooral reclame. Geen mooie persoonlijke brieven meer van vriend Paul of vriend Ad. Ik zit aan de computer en vriend Paul niet… En vriend Ad leeft al een paar jaar niet meer.
Vandaag kwam van een emailvriend een klein mooi boekje van Perzische Wijsheden. Heel mooi en liefdevol gemaakt, met mooie teksten. Twee mooie magazines, een betalingsherinnering van de belastingen...en nog wat reclame. Dat is veel post tegenwoordig.
En toen ik het stapeltje uit de bus haalde overviel me weer zo’n flashback.. Ik voelde me even teruggeworpen in de tijd… de tijd van het kindertehuis. Als de leidster binnenkwam met de post van die dag.  Post voor de kinderen van mijn groep. Ik ben even het kleine meisje dat net als die andere veertig kinderen met angst en verlangen en hoop kijkt naar de leidster die de macht over de post heeft. Is er post voor mij? Voor mij? Voor mij? Als ze haar stapeltje had rondgedeeld bleven er altijd teleurgestelde en verdrietige kinderen achter, die niets gekregen hadden. Niemand die aan hen gedacht had. En ook niemand die hen daarover troostte…
Ik moest me gelukkig achten, want mijn vader schreef veel kaarten. Mooie dubbele kaarten vaak. Hé, zou daar mijn passie vandaan komen voor het bewaren en niet kunnen weggooien van ansichtkaarten? Dat ik me herinner hoe blij we ermee waren? Ik ken natuurlijk in werkelijkheid alleen mijn eigen gevoelens daarover maar de blijdschap van ons kinderen over te ontvangen post was voor iedereen hetzelfde.
Dat vreemde oude gevoel overviel me vanmiddag, toen ik een volle brievenbus opende. Allemaal voor mij… ? Even was ik weer dat kleine verlangende kindertehuiskind. Dat kun je niet uitleggen aan iemand die gewoon als kind thuis gewoond heeft. Alleen aan lotgenoten en aan mensenkinderen die langdurig in een ziekenhuis liggen.

Erica juni 2016.