maandag 22 september 2008

Rode kool met bloedworst.

Het is nog lang geen winter, maar ik had al een poosje zo’n trek in rode kool.
Dus maakte ik vanavond een Hak-potje open en at rode kool met appeltjes van Hak, en twee in een paar uitgebakken spekblokjes gebakken bloedworst, even door de bloem gehaald. Lekker. Ik had de rode kool gestampt met gekookte kruimige aardappeltjes. Verder geen vet erbij, ik ben al dik genoeg. Simpeler kan het niet hè.
Maar tegen de tijd dat ik voldaan was sloeg de twijfel toe….. Waar smáákte het naar?! Ik hou van lekker eten en dat is me aan te zien, maar de smaak van de stamppot kon ik niet goed thuisbrengen.. Geen Oudhollandse rode kool.
Opééns had ik het. Suikerbieten! De suikerbietenstamp die we in de oorlog aten. En voorzichtig doorproevend was en bleef het onmiskenbaar pure suikerbietensmaak. Ik had toen geen trek meer…….
Natuurlijk ligt het aan mezelf. Rode kool kan net zo lekker gemaakt worden als ik wil. En normaliter doe ik er ook van alles mee. Beetje gemalen laurier, beetje gemalen kruidnagel, klein beetje suiker en evt. citroensap…..
Maar ik had teveel vertrouwen in Hak.
En nu komt er een stukje oorlog boven…. Poeh… Laat ik er maar niet meer over schrijven.

Vandaag was Betty hier en nu is mijn huisje weer heerlijk schoon en stofvrij. Betty heeft het terras, zo netjes uitgeruimd door de tuinvrouw, ook geschrobd. Maar halverwege dat werk hoorde ik haar gillen. Ik dacht aan een ongeluk en schóót naar buiten waar een haast huilende Betty bibberde: ‘Een kikker, ik zag een kikker!’ Aggut… Hihihi..Arme Betty griezelt van die diertjes.
Zelf ben ik dol op de padden en kikkers die de tuin bevolken. Ze komen naar buiten als het regent of zoals nu, als er met emmers water gegooid wordt. Ik heb poes afgeleerd (hoop ik) met die kikkers en padden te spelen en ze mee naar binnen te nemen. Maar als ik bij nat weer vroeg in de avond door de tuin loop, springen ze van alle kanten náár alle kanten.
Daar komt wéér een herinnering. Ik was klein, ondergedoken op een buitenplaats waar een kindertehuis onderdak vond en we speelden op het natte grasveld met de kikkertjes daar.
We maakten rokjes van gras en deden die de kikkertjes om. We maakten van lange grashalmen een ketting en legden de kikkertjes aan de lijn.. en speelden er, heel lief hoor, uren mee. Nee, geen wreedheden, maar het spelen met die beestjes (ze tam maken, vonden wij) was op zichzelf eigenlijk al wreed. Wisten wij veel…..

Maar goed, kikkertje verdween weer tussen of in de planten en het terras is keurig. Ben ik blij mee.
En toen Betty weg was ben ik even gaan lopen. Moest toch ook boodschapjes doen. Ik ben even de Antoniebreesluis opgelopen, of liever afgelopen, een klein trappetje af. En daar nog een paar minuten genoten van oud Amsterdam, mooi plekje is dat.

Gisteren was ik weer eens niet buiten geweest. Nee, de autoloze zondag had daar niets mee van doen… Het was weer eens zo’n dag die ik al slapend had kunnen doorbrengen. Geen greintje energie, een verloren dag. Die dagen komen voor als je oud wordt.
Maar misschien was ik wel moe van de afgelopen week en ik had misschien de zondag gewoon nodig als rustdag… Krantje lezen, kopje koffie, slaapje doen (twee uur lang ) en eten maken en opeten. Zaterdags had ik met dochterlief op de Nieuwmarkt immers wat boodschapjes meegenomen. Op de biologische zaterdagmarkt had ik twee bosjes raapsteeltjes gekocht.
Vind ik héérlijk. Waar ik geen rekening mee had gehouden was dat het gewicht van de biologische raapsteeltjes bepaald werd door het zand dat erin verborgen zat.
Zondag heb ik thuis wel eindeloos de raapsteeltjes gewassen voor ze fijngesneden de pan ingingen. Dat wel.
Maar toen de groente eenmaal, gemengd met aardappelpuree en wat spekjes, op tafel stond….. bleven mijn tanden toch knarsend hun werk doen. Nouja, de groente is heerlijk en gezond en het zand zou de maag schuren.. ik heb het toch maar allemaal opgegeten.

Want dit jaar komen er geen raapsteeltjes meer op de markt, vrees ik.