zondag 26 september 2010

Een doorwaakte nacht

Dat is nog nooit voorgekomen. Dat ik om half vijf in de nacht zat te tikken. Maar nu is het onontkoombaar. Ondanks slaappillen lig ik klaarwakker te woelen. Elk uur even het licht aan om te kijken hoe laat het is. Restless leg, een been dat zo onrustig is dat ik het niet kan stilhouden. En een beetje misselijk van mezelf. Poes Pika ligt naast me op de deken, tegen me aan gerold, dus teveel bewegen moet ik ook niet. Als ze wakker wordt geef ik haar maar een aai, krijg ik een mauwtje terug en slaapt ze verder. Ik ben jaloers op mijn katje…. Die ligt bijna de hele dag te slapen nu ze niet meer in en uit het kattenluik kan. Dat heb ik gesloten. De inloopkat is er nog, klopt tegen het luik maar kan er niet in. Pika zit dan meteen rechtop, oortjes scherp en staartje zwiepend. Het is een paar keer gebeurd dat ik de tuindeur open had staan en prompt waren de bakjes van Pika schoon leeggelikt. En deed de vreemde kat alsof hij hier thuishoorde, tot hij ‘verwijderd werd’. Die onrust wil ik dus niet meer.

Maar goed, om even bij mezelf te blijven… dit is, na lange tijd, dus weer een slapeloze nacht. Geen gepieker, geen innerlijke onrust, alleen zonder slaap.

Nou moet ik er wel bij vertellen dat ik vanavond tegen achten omviel. En moest gaan liggen. En pas tegen tienen weer wakker werd.
Een deel van het nieuws heb ik in mijn dromen verwerkt. Over het boek van Max Cahen bij voorbeeld. Terwijl op de achtergrond van mijn bewustzijn dit item in het nieuws was droomde ik.
En in mijn droom hoorde en zag ik de boekpresentatie van bovenstaand boek. Ik weet niet hoe het op tv kwam dus. Het was mijn eigen beeld.
In mijn droom was het in een ruimte in de open lucht en waren en veel kritische vragen. Ik had ook vragen maar kon mijn ogen niet opendoen (in werkelijkheid dus ook niet want ik sliep) Toen begon het te regenen en werden we verzocht mee te lopen naar een andere zaal waar het gesprek met de schrijver vervolgd zou worden. De schrijver zat er in mijn droom zelf bij, al is hij al 15 jaar dood zover ik weet. In die andere zaal was een hoog podium en wij zaten niet meer in rijen maar aan lange tafels en op gewone stoeltjes. Erg hoor als je je ogen niet kunt opendoen maar wel alles meemaakt. Als ik mijn hand naar achteren deed werd die stevig vastgehouden door iemand die achter me zat.... ik wist niet of het een man of een vrouw was. Maar het voelde goed. Ik hoorde op het toneel een vrouwenstem. En herkende die meteen als behorend bij een Joodse vrouw die ik kende. Ik vroeg dat hardop en het werd beaamd. Niemand vond het raar dat ik mijn ogen dicht had. Toen ik wakker werd bleek het item op tv te zijn geweest…En was mijn onderbewustzijn ermee vandoorgegaan.

Dus slaap heb ik vanavond wel gehad, maar de nachtelijke slaap blijft weg. Ik vind dat niet plezierig. Want de maandag belooft een drukke dag te worden. Bovendien is het Bettydag.
En poes heeft haar plekje naast mijn kussen verlaten. Ik ga straks nog wel een keer proberen of er nog een paar uurtjes slaap afkunnen. Kwaad kan het niet, zo’n doorwaakte nacht.
Dus welterusten gewenst, dat ik nog maar even lekker mag slapen.