woensdag 3 november 2010

Wenen, zoeken naar roots, dag 8

Dag 8
Dit keer vertrokken we met de tram en kregen voor het eerst te maken met een controleur. De Wienerkarte was inmiddels verlopen en ik had een 8ritten-kaart gekocht. Je stempelt hem gewoon af op de volgende strip. En hij is dan de hele dag geldig op alle openbaar vervoer. Niks strip overslaan…die theorie daarover heb ik ook nooit kunnen begrijpen. En niks maar één uurtje of anderhalf uurtje geldig. Ik denk dat als Nederland een voorbeeld zou kunnen nemen aan het openbaar vervoer hier in Wenen dat het Openbaar Vervoer dan niet met tekorten zou zitten, simpelweg omdat het niet de moeite loont vals te spelen. Ofwel zwart te rijden.
Goed, maar ik had maar één strip afgestempeld….wist ik veel….De controleur vertelde dat ik er voor ons beiden dus twee had moeten afstempelen… Maar Lies is kie-ien….die wees op haar zak, en zei dat ze een geldige Wienerkarte bij zich had. Toen was het goed, de man bleef vriendelijk en vroeg geen bewijzen ook. Maar ik schaamde me toch wel hoor.
Twee haltes verder uitgestapt, we hadden nog tijd vóór de volgende afspraak en besloten in een heerlijk zonnetje een mooie winkelstraat te verkennen.
Lies wilde eigenlijk nog een mooie stropdas kopen voor haar man… we gingen dus een dure winkel binnen, waar ze Inderdaad mooie exemplaren hadden… maar de goedkoopste das was € 59,- en dat was toch een beetje…eh… duur. Dus liepen we verder. Naar de Votiv-Kirche
Dat is een bijzonder bouwwerk, en in eerste instantie vergisten we ons en dachten voor de Stephansdom te staan.
Hij lijkt er niet op hoor….véél mooier. Met zijn twee torens en op kantwerk (of een suikertaart?) lijkende bouw. Het vreemde is dat beide kerken gedeeltelijk wit zijn, en gedeeltelijk nog (erg) vuil. Alsof men wil laten zien hoe erg het was en hoe het zou kunnen worden.
De Votivkerk staat in een prachtig plantsoen, de Stephansdom op een prachtig plein……verschil moet er zijn. Verder heb ik geen gegevens, ook geen technische...

Op de Rooseveltplatz dronken we koffie. Het been van Lies begon weer op te spelen.. En daarna gingen we dóór het plantsoen richting Mayergasse… waar onze volgende afspraak zou zijn.
Maar het vergde toch nog veel gezwerf met U-Bahnen… Nogmaals, leve het openbaar vervoer daar, zelfs ik kan er niet verdwalen.
Jawel, ik ken de geschiedenis van de aanleg van dat Openbaar Vervoer. In de oorlog aangelegd door dwangarbeiders.. Inderdaad. En dat mag nooit vergeten worden.
Maar Wenen is zuinig geweest op die vreselijke erfenis. En heeft er toch iets moois van weten te maken. Wat kan ik ànders zeggen? Ieder moet zijn eigen commentaar maar invullen.

Herr Fleger…… We belden en zochten en klopten….niemand te zien. Uiteindelijk bleek dat we in het pandje ernaast moesten zijn. We werden binnengelaten door een Wener van middelbare leeftijd. Een kleine, schriele, nerveuze, heel chaotische en plat pratende figuur. Bijna een karikatuur. Hij leek zeker niet de deskundige in de zaken waar wij naar zochten.. Het had iets Dickens-achtigs.
Hij bleek te werken in een heel klein, met mappen en dossiers totaal volgepakt pandje, waar de stenen kachel brandde vanwege de vochtigheid, zoals hij zei. En Lies, die er vanwege de zeer geringe ruimte, tegenaan moest gaan zitten, wist zich even echt geen raad. Er stond of hing ergens een bordje ‘bitte nicht rauchen’, maar herr Fleger vroeg aan ons of wij er bezwaar tegen hadden dat hij een sigaret opstak…… Vriendelijk maakte Lies hem erop attent dat hij tegen zijn eigen regels inging en dat wij er inderdaad bezwaar tegen hadden…. De goede man wist zich even helemáál geen raad met zijn houding.
Het verhaal dat ik hem te vertellen had, alle feiten, en namen en data, noteerde hij. Hij wist me zelf niks te vertellen dat ik al niet wist. Maar hij zou de dingen gaan uitzoeken en op een rijtje zetten en me berichten daarover…
Het was met een gevoel van opluchting dat we, véél later, in de frisse lucht terug waren. Wat viel erover te zeggen??? Niks. We zwegen dus. Afwachten was de boodschap.

We zijn naar de Stephansplatz gegaan (weer de U-Bahn ja) en zijn de beroemde Kärtnerstrasse uitgelopen. Gewinkeld, terrasje gepakt en daarna weer, lekker en simpel, gegeten bij het wereldberoemde Figlmüllerrestaurantje in die leuke kleine Grinzingerstrasse, waar ze de grootste Wienerschnitzel ter wereld serveren ;-) Groter dan ons bord, en ook nog een grote bak salade en frites.