dinsdag 27 januari 2009

Naar het ziekenhuis geweest

Vandaag ben ik dus weer eens op bezoek bij mijn buurman geweest.,
In het ziekenhuis aan de andere kant van de stad.. Een flinke tramrit, eigenlijk twee ritten, want ik moest overstappen. Meer eigenlijk, vier ritten, want terug ging het ook met twee trams.

Hij was gelukkig een stukje beter. De boodschap die ik eergisteren kreeg was niet zo hoopvol, koorts en benauwd. Maar vandaag mocht hij, voor het eerst, weer op eigen kracht ademen en dat betekende dat hij ook zijn stembanden weer kon gebruiken. En dat deed hij enthousiast gelukkig. Zijn verpleger liet ons met tegenzin even samen praten, maar had steeds weer iets te doen waardoor hij erbij moest blijven. ;-)))) Ook al staan de gordijnen en de deur open. Blijkbaar vindt hij dat hij een interessante patiënt heeft of anders is hij bang dat ik te opwindend voor zijn patiënt zou zijn. Grapje…natuurlijk was hij nieuwsgierig, maar ook hield hij zijn patiënt in de gaten, terwijl die eindelijk zonder extra beademing was. Wel had hij nog extra zuurstof. Maar buurman had zelfs al wat vla mogen eten, na vanaf 6 januari alleen maar kunstmatig gevoed te zijn.
Hij is heel zichtbaar en duidelijk aan het vechten om beter te worden, en het doet me goed dat te horen en te zien. Het beschermengeltje dat ik voor hem had meegebracht doet duidelijk ook haar werk goed. ;-)

De tramreis is nog steeds een crime, maar vandaag was het mooi weer al is het koud en de wachttijden vielen mee. Tja… dat is altijd een kwestie van mee- of tegenvallen. Ik was zelfs te vroeg in het ziekenhuis en kon op mijn gemak nog een kop koffie nemen voor de zoektocht begon naar de kamer waar hij ligt.
Natuurlijk nam ik de verkeerde lift, en kwam ik ergens terecht waar ik niet hoorde te zijn. Het vergde een ronde door het gebouw voor ik bij buurman’s kamer was waar het gordijn nog gesloten was en ik de voeten van de verpleger nog rond zag gaan. Het was het wachten waard toen ik bij binnenkomst zijn ogen zag oplichten omdat ik daar stond.
Tegen het einde van de bezoektijd werd hij zichtbaar moe. En kon zijn hoofd bijna niet overeind houden, wat hij toch al die tijd wel gedaan had.

De terugreis duurde langer. Bij de Clerqstraat stond een bankgebouw van de SNS-Bank, Op de ruit een hele grote reclamesticker: ‘DE SNS-BANK, ZO KAN HET OOK’! Door de ruit rechts daarvan zag ik een enorme berg puin liggen, het gebouw was blijkbaar al langere tijd niet meer in gebruik. De SNS-bank is momenteel dus één grote puinhoop? Zo kan het ook… ze zeggen het zelf.
Ergens verderop in de winkelstraat zag ik een winkel voor honden. VIP hondenboetiek genaamd. Daar mogen dus alleen dure mensen komen onder begeleiding van hun hond. Dat was duidelijk in de etalage te zien.

De verleiding was groot om onderweg uit te stappen, het zonnetje scheen, en dat zie ik in deze tijden niet elke dag immers. Toch maar niet gedaan, uitstappen daar betekent geld uitgeven en dat komt me nu niet zo gelegen
Wat ik van de week teruggevonden heb is een spreuk. Die hing al een paar jaar aan een kastdeur in de kamer. En hoe gaat dat dan? Je ziet het niet meer…. Een soort blindheid voor de dingen die al zo lang hangen.
Ik heb hem maar in een mooie letter overgetikt en wil hem aan niemand onthouden.
Hij is uit de krant Trouw van 11 maart 2006.

Het is even onzinnig de koran te bestuderen om Arabieren te begrijpen,

als het is voor een Japanse boeddhist het Oude Testament te lezen om

Europeanen te begrijpen.

Wie het geschreven heeft heb ik er jammer genoeg niet bijgezet….