woensdag 28 juli 2010

Natuur is wreed. Dat is haar aard.

De natuur doet me af en toe rillen en griezelen.

Mijn poes Pika is alweer meer dan een half uur aan het spelen.. met een levend veldmuisje. Het diertje hangt af en toe in haar bekje en wordt dan rondgeslingerd, komt ergens terecht en loopt dan weg en wordt weer gepakt, vliegt een eindje de lucht in en wordt dan weer opgevangen... Probeert weg te lopen en wordt in de vlucht weer gepakt... Ik griezel en ben er misselijk van maar heb niet de guts om mijn kat op te pakken met dat beestje in huis. Of dat muisje te vangen en buiten te zetten. Bovendien zit ik midden in een telefoongesprek en de andere kant moet denk ik grijnzen om de gilletjes en kreetjes die ik slaak. Eigenlijk vind ik het vreselijk wreed wat hier gebeurt, maar ik moet haar niet oordelen met mensenmaat. Toch doe ik dat. Dat doen we allemaal. Waarom?
Ik ben me bewust dat ik griezel van muizen en muisjes. Maar dat is te begrijpen.

Ooit kwamen er twee ratten vanuit de tuin naar binnen, opgejaagd door mijn toenmalige twéé katten. Ik kon ze niet wegkrijgen en ze renden mijn kleine kamer in. Daar moest ik toen 'de gemeente' bijhalen, die lokdozen neerzette. Na twee weken (ik heb die deur van dat kamertje niet durven openen in die tijd) kwamen ze de dozen weer ophalen. Maar er zaten geen ratten in. Wel stonk de kamer verschrikkelijk, zó erg dat ik met mijn hulp uit die tijd wel op zoek moest gaan. Volgens 'de gemeente' waren de ratten, zo te ruiken, morsdood. Dat bleken ze na lang zoeken ook te zijn. Eéntje lag in een doos met toiletartikelen, de ander tussen een stapeltje handdoeken. Er is toen sprake van kapitaalvernietiging geweest ja. En dat kamertje heeft nog héél lang naar dooie rat gestonken. Ik heb het nooit meer (al meer dan 10 jaar dus) durven gebruiken als kamer. Opslagruimte. Waar ik zo snel mogelijk in- en uitga.

En ook anderszins heb ik last gehad. Door mijn keuken loopt een oude schoorsteen. Netjes weggewerkt in een muurtje. Ik woonde hier toen nog maar pas. En werd gek van een wekenlang aanhoudend metalig geklep in die pijp. Tèng, tèng, tèng. Soms was het even stil, maar dan weer, vooral in de nachtelijke uren, klonk onverwacht weer dat metalig geluid. De woningbouw geloofde me niet. Dacht dat ik alleen burenoverlast had en ik moest maar eens met mijn buren gaan praten. Toen heb ik in arren moede een bandapparaatje in werking gezet en maar laten lopen, het ene bandje na het andere. En toen mensen van de woningbouw wéér kwamen geloofden ze hun oren niet... Dat moesten echt wel grote ratten zijn. Nou, hoe ze het gedaan hebben weet ik niet, het was een heel karwei, maar toen kon ik eindelijk met genoegen gaan wonen. Tja, dit is een groot oud gebouw, er zijn overal binnentuinen en daar kan het af en toe spoken.

Nu ligt Pika even uit te rusten, languit. rechtervoorpootje uitgestrekt en stevig op het fragiele muizenlijfje. Ik zie het plezier dat ze heeft en begrijp best dat ze gewoon een katje is dat een muisje gevangen heeft. Ik zie wel dat ze beiden goed moe worden, maar verwondingen bij het muisje zie ik niet. Na ongeveer een half uur ligt het arme diertje trillend vóór het pootje van Pika. En dan pas heb ik de moed om de kleine veger te pakken en ze allebei voorzichtig richting tuindeur te dirigeren. Het is Pika's prooi.... rationaliseren kan ik goed. Het is haar aard en ze weet niet beter. Maar mijn gevoel kan er met geen mogelijkheid bij. Ik ben verlamd van narigheid. Eindelijk heb ik poes en muis naar buiten......en dan wil ze weer naar binnen, met het nu dode muisje in haar bekje, het staartje hangt er zielig bij. Maar Pika mag niet binnenkomen met het muisje. Ik zet de hordeur vast zodat ze de kamer niet inkan.
En dan hoor ik de tandjes door dat muizenlijfje gaan en de zachte botjes kraken.... en weet ik niet hoe snel ik naar het toilet moet lopen en overgeven.
Morgen zal ik het mijn katje vergeven hebben. Het is niet de eerste keer dat ze een muisje of een kikkertje gevangen heeft. Maar nu moet ik even niets van katjes hebben, hoe lief en aanhankelijk en zacht van vacht ook.

Inmiddels is muisje verdwenen in Pika's maagje. Zelfs geen stukje staart is blijven liggen. Muisjes blijken lekker te zijn. want ze heeft in de keuken toch twee bakjes met eten staan... Maar ze lijken ook geen invloed te hebben op haar eetlust, want nu ik haar, zonder muisje, want dat zit in haar maagje, binnenlaat, loopt ze rechtdoor naar haar bakje met vis in de keuken. Verandering van spijs...
Pika loopt, anders dan normaal, met een opgeheven kopje rond. Ze heeft een goede avond gehad. Meestal loopt ze met haar kopje vooruit, als een minihyena, de staart omlaag. Die staart heeft een grote kale plek, al van jongsafaan. Ze is bepaald moeders mooiste niet. Grrr, even bij me wegblijven poes. Maar ze komt ook niet van cattery, maar uit het asiel.

Ik voel me vies. En ga maar even een douche nemen. Kan de badkamer even dicht blijven. Zonder poes Pika.

emotionele week geweest

Het zijn weer emotionele dagen. Dat ik een poosje geen eigen blogje heb gemaakt heeft daar ook mee te maken.
Zoonlief heeft in het ziekenhuis gelegen. Dat was schrikken ja. En hij heeft nu officieel dezelfde ziekten als zijn moeder. Diabetes 2(ouderdomssuiker, zeiden we vroeger) en een te hoog cholesterol. Dat zijn allebei erfelijke ziekten. Niet altijd, maar wel vaak, net als de aanleg voor andere ziekten erfelijk kan zijn. Maar hij is er beroerder aan toe. Moet insuline spuiten terwijl ik zelf altijd alleen pillen heb gebruikt. De hoge cholesterolwaarden hadden fataal kunnen zijn en tot een infarct kunnen leiden, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Nu moet ook hij levenslang dieet houden en ook daarvoor pillen slikken. Het zal ook voor hem 'even slikken' zijn geweest maar hij is er gelukkig tot nu goed doorgekomen en weer in zijn eigen huisje. Ik kon er, dank zij die onbetaalbare en nooit hoog genoeg te waarderen neef van me, heen geweest. Eén keer, de tweede keer hoefde niet meer van mijn zoon die dezelfde week toch weer naar huis ging. ;-)

En dochterlief is jarig geweest. Omdat we de verjaardagen samen vieren komende maand hebben we het nu maar simpel gehouden. Ze heeft mij en een vriendin van haar uitgenodigd om te komen eten en had ook echt haar best gedaan. Tja, we hadden beiden gevraagd of ze die dag bij ons wilde komen eten (zonder elkaar te kennen en dus te kunnen raadplegen hierover), maar dochter vond het leuker als we bij haar aten. En zo is het gebeurd. Het bracht me later op de gedachte dat ze was geboren in het Ooievaartje in Utrecht en ik heb een site gevonden die daar uitvoerig over vertelt. Dus meis, kijk maar op http://www.althofweb.nl/, om je geboorteplek te leren kennen. Ik zet het hier uitgebreid neer want er zullen ook anderen zijn die op zo'n plek ter wereld kwamen.

En mijn goede vriendin van vroeger, die nog steeds mijn belastingen 'doet' was zover genezen dat ze met de Valys, de ziekentaxi zeg maar, kon komen. Ik heb persoonlijk hier vanuit mijn stad altijd moeilijkheden met die lui gehad en als ik even kan zal ik er geen gebruik meer van maken, maar vanuit háár stad ging het mooi op tijd allemaal. Zowel heen als terug. Ik had uitstel gevraagd en gekregen. Maar toen ze eenmaal hier was bleek dat ik alles goed had voorbereid en kon ze het formulier achter elkaar invullen om later thuis alles via de computer naar de meneer van de belastingen te sturen.
Tot nu kreeg ik altijd geld terug. Maar dit jaar is dat zó veel minder dat duidelijk is dat wij, mensen met een AOW-uitkering, nu al zóveel moeten inleveren... meer dat wie dan ook. We zijn kennelijk van geen nut meer voor de maatschappij en dat zullen we weten ook, met deze exminister en met de komende regering.
Enfin, nadat we gegeten hadden is vriendin weer opgehaald. Maar het was voor ons beiden een emotionele dag, want we hadden elkaar al jaren niet gezien. Wel gesproken af en toe. De telefoon is toch maar een prachtige uitvinding geweest nietwaar.... En alles wat daarna uitgevonden is.... onschatbaar.
Wie zegt dat mensen oppervlakkig geworden zijn door de computer, om een voorbeeld te noemen... weet echt niet hoe het 'gewone' leven er mateloos door verrijkt is juist.
Door de telefoon en de computer houden we vaak veel dieper en beter contact met onze vrienden en familie dan zonder dat mogelijk is. Zonder de computer verlies je elkaar op den duur uit het oog. En uit het oog is vaak ook uit het hart. Dank zij de computer kun je in contact blijven op een manier die zònder misschien helemaal niet mogelijk zou zijn geweest.
Leve Alexander Graham (Bell, de telefoonuitvinder) en leve Bill (Gates) ... ;-)

Vanmiddag ben ik ook nog naar de tandarts geweest. Ik heb een angsttandarts, heb ik weleens verteld. Een èchte ja. Maar gelukkig was ik er alleen voor controle en er hoefde niets gedaan te worden.
Het is een eind van mijn huis en op de heenweg moest ik er met tram en bus naar toe. Maar terug heb ik gelopen hoor. Via de mooiste grachtjes van de stad, want voor ik naar huis kon (en naar mijn zieke Buurman) moest ik profiteren van de reclames van Kruidvat. Nou, dat viel tegen hoor... Controleer alsjeblieft die reclames vast voor je bij de kassa's komt... dat heb ik niet gedaan. Maar goed, alweer bepakt en bezakt heb ik toen toch maar een ritje met de tram gedaan en de rest naar huis gesjouwd.
En na alle commotie van vanavond wilde ik alles toch kwijt via mijn weblog. Want ik ben nog niet helemaal klaar.

Vanavond is Buurman naar het ziekenhuis gebracht. Je weet dat de oude man liefst thuis in zijn eigen bed zou sterven, maar je kunt niets anders doen dan de dokter inschakelen en die de beslissing laten nemen. Vanmorgen merkte ik dat er iets niet goed was. Hij had iets niet binnen gehaald en de gordijnen waren nog potdicht. Heel ongewoon voor mijn Buurman. Ik heb een sleutel en ben naar binnen gegaan en trof hem inderdaad heel diep in slaap aan. Ik kon zien dat hij niet in orde was, hij was koud en klam en lag te rillen, maar werd niet wakker. Een andere buur is gelukkig verpleger van zijn vak geweest die is ook komen kijken en dat was van onschatbare waarde. Want hij heeft vanavond is de doktersdienst gebeld en die was er al snel en heeft meteen de ambulance gebeld en hem laten wegbrengen. Die andere buurman was rustig en doortastend, waar ikzelf in paniek niet zou weten hoe of wat.
Die andere buurman heeft nu ook het hondje van Buurman meegenomen om voor te zorgen. Want ik kan niet Pika en het hondje hebben hier...Wel ga ik dagelijks voor de papegaai zorgen. Want die kent mij.
Enfin, nu is het wachten. Buurmans' schoonzusje is bij hem en hij is weer goed bij kennis. Het enige dat we weten is dat hij vanavond nog gekatheteriseerd wordt... Hopelijk zijn we nog niet over het nippertje...Ik ben blij dat die andere buurman zo waardevol was.

Dat was de week die was. En voorgoed is geweest ook...


Het was dus over het nippertje. Vijf minuten geleden kreeg ik een telefoontje dat mijn oude Buurman tijdens de catheterisatie is overleden. Hij werd 86 jaar en heeft een turbulent leven gehad.... nu heeft hij rust. Maar ik zal hem missen, we waren goede buren voor ruim 12 jaar..
Moge hij rusten in vrede.

zondag 25 juli 2010

Meer dan twaalf jaar geleden geschreven.

Nu ik toch bezig ben met oude stukjes in veiligheid te brengen wil ik ook verder gaan daarmee. Voor de familie is het onderstaande allemaal bekend, naar ik zet het toch in het dagboek. Het onderstaande schreef ik dus eind 1997, oud nieuws dus….

30/11/97.

Vannacht droomde ik dat ik in het ziekenhuis een hart-long-onderzoek moest ondergaan. De vrouwelijke specialist vertelde me dat ik naar huis kon en dat ze de huisarts wel zou inlichten, die mij dan wel zou inlichten. .. Zo gaat dat ook.

Maar de droom ging verder: de volgende dag, R. is gezellig op bezoek, wordt er gebeld en die specialist vertelt me dat ze slecht nieuws voor me heeft. Het is niet goed met me, ik moet me voorbereiden op het einde. Ze is boos en opstandig, omdat zij mij dat slechte nieuws moet brengen. Voor mijzelf is er het gevoel dat mijn dodelijke vermoeidheid dus een lichamelijke oorzaak heeft (sic!)). En hoe vertel ik het de anderen en doé ik dat wel?! Dan schrik ik wakker.
- - - -
Vanavond viel ik bij het zappen met mijn neus in de boter: de dokter vertelde een man dat zijn hart versleten was, dat er niets meer aan te doen was en dat hij zich moest voorbereiden . . . enz.. “Doe nu wat je altijd nog wilde doen, carpe diem tot die tijd, pluk de dag”.
Tja. . . Er IS dus niets meer dat ik persé nog wil doen en bovendien ben ik er te moe voor. Ik heb min of meer het gevoel dat alles is afgelopen. Hoewel de assistent-huisarts mij deze week vertelde dat ik weliswaar een groot infarct heb gehad en dus veel (energie en zo) heb ingeleverd, maar de ECG zag er goed uit, bloeddruk was weer op redelijk peil (was veel te laag), pols vond ze goed. Een bloedonderzoekje naar bloedarmoede en schildklierwerking en evt. ouderdomssuiker moet een laatste zekerheid geven. Dan kan het alleen nog aan de medicijnen liggen . . .? Misschien te licht? Of juist te zwaar? Of zoiets?

Het bleek dus aan de medicijnen te liggen, o.a. te veel bloeddrukverlagers. Enkele weken na de halvering van de medicatie is die bloeddruk op redelijk peil: 130 - 80.
Geen bloedarmoede, geen ouderdomssuiker, trage schildklierwerking heb ik altijd al gehad. Nu zijn er nog maar weinig dagen dat ik wakker word met het gevoel de dag niet te zullen overleven vanwege de duizeligheid en de dodelijke vermoeidheid waarmee ik de dag moest beginnen. Het J.G.G. heeft me in behandeling genomen voor de depressie (oorzaak of gevolg??) met Aurorix, loramet en oxazepam (spierverslapper tegen de pijnen in mijn armen). Ik functioneer weer!

En besef temeer dat aanvaarding ook inhoudt de moed om er alsnog het beste uit te halen en van te maken, dus niet neerleggen bij bestaande situaties maar doorvechten voor elke mogelijke verbetering. Soms tegen wil en dank, maar daarvoor heb ik dan ook de persoonlijkheid van een pure overlever. (apr. 98)





Tijdens het reanimeren ben ik bij kennis. Blijkbaar is er geen tijd geweest voor anesthesie. Mijn ‘ziel’ is een bewustzijn, dat tijdens het reanimeren terechtkomt in een pikzwarte duisternis, bestaande uit angst, ANGST, ANGST!! Die ziel van me explodeert, implodeert, valt uiteen in atomen die in het niets verdwijnen. Ik zal niet letterlijk gebruld hebben, dat kan haast niet. Het is twee en een half jaar geleden gebeurd en het duurt nu dus al twee en een half jaar, dat ik het gevoel heb niet meer compleet te zijn. Mijn lijf is compleet. Mijn hart is grotendeels genezen, althans de verwachting is dat ik zo’n 70% restcapaciteit heb. Vanwaar dan dit gevoel iets essentieels kwijtgeraakt te zijn in de reanimatie? Zeven ‘klappen’ heb ik gekregen voor ik weer terug was en mijn bewustzijn niets anders bleek dan het bewust zijn een zwak kloppend hart te ‘zijn’. Vier dagen ben ik onder de morfine slapend gehouden. Dagen die achteraf mede levensbepalend bleken te zijn, vanwege de morfinedroompjes.

Ik was een politiek en maatschappelijk actieve vrouw. Ik schreef artikelen en columns voor een blaadje, dat plaatselijk uitkwam. Was lid van een literaire club, want ik had een boek geschreven:’Twee vrouwen en een jas’, (uitverkocht en niet meer te koop) dat plaatselijk, maar ook landelijk, veel publiciteit kreeg. omdat ik waarschijnlijk een van de eersten was die zo'n soort oorlogsegodocument geschreven had.

Na deze ervaringen ‘hoefde’ ik niets meer. Al het (vrijwilligers)werk werd opgegeven en ik ben naar Amsterdam, de oude Jodenbuurt, verhuisd. Een wijk waar ik mijn vroegste jeugd heb liggen. En hier, heb ik het gevoel, ligt mijn thuis en mijn eindbestemming (tenslotte ben ik van de week 64 jaar geworden). (Sjonge, dit schreef ik meer dan 10 jaar geleden al dus)Familie en vrienden heb ik in Nieuwegein achtergelaten. En hier pak ik, heel voorzichtig en bescheiden, weer een beetje vrijwilligerswerk op.
De noodzaak voor de verhuizing werd lang daarvoor ingegeven door één van de morfinedroompjes, met name het droompje van de enorme olijfboom op een heuvel in Israel, waaronder twee banken stonden waar 12 chassidische Joden op zaten te benschen… ofwel te bidden uit het Boek, en het bovenlichaam in opperste concentratie van voor naar achter wiegend. De betekenis van het woord benschen kende ik toen niet eens…

Wie de andere ervaringen erbij leest, moet wel tot de conclusie komen dat, wat voor mij een B.D.E. is geweest, de aanleiding is geworden tot een volkomen omslag in mijn leven. Een thuiskomen, een rustig leven van een gewone oudere vrouw. Ik mag zijn die ik ben, zonder nog te hoeven bewijzen, dàt ik er mag zijn. (onderduikkind, joodse overlevende en gestichtskind) Maar de oude enthousiasmerende, geïnspireerde Erica bestaat niet meer. En er zijn dagen dat ik me afvraag, waar die rest van mij is gebleven. Is het gek, dat ik dan denk aan die atomen, die tijdens die explosies en implosies in het niets verdwenen? Kan een deel voorgoed verdwenen zijn? Er zijn mensen, die zeggen, dat de ziel inderdaad incompleet is na zo’n ervaring. En ook had ik het altijd over ‘Vogeltje’, de inspiratiebron die op mijn schouder zat en me altijd de juiste woorden influisterde. ‘Vogeltje’ heeft sedertdien ook niet meer op mijn schouder gezeten. . . .
. . . Of misschien is het wel een opgelopen hersenbeschadiging, die niet zozeer mijn intellect, als wel mijn literaire zeggingskracht voorgoed (?) heeft aangetast.
Ik kan niet zeggen, dat ik over het algemeen ongelukkiger ben, al wil het lichaam niet altijd meer zo goed mee. Er is eindelijk een zekere rust voor in de plaats gekomen, zoals ik schreef. Toch, ik kan het niet laten om te hopen, dat deze weg die ik heb moeten gaan, nog ergens een doel heeft gehad.