vrijdag 26 oktober 2018

De visite is weer weg, de katten hebben zich zoals gewoonlijk bij bezoek, keurig gedragen... lagen lief samen op mijn bankbed. Af en toe als er eentje wakker genoeg was kreeg de ander een haaltje, maar over het algemeen houden ze zich netjes en rustig zolang er bezoek is. Maar ik was nog niet alleen, of Piepie was helemaal wakker, sprong op de tafel, gooide het stapeltje tijdschriften en boeken op de grond en ging lekker uitgebreid verder slapen op de krant. Kijkt me nog even aan om stilzwijgend te zeggen: Ja hoor, ruim het maar op... Vanmiddag had ik zo iets ook met Piepie. Meneer wilde op het toetsenbord klimmen, ik haal hem even aan om hem zachtzinnig terug te schuiven op zijn kussentje naast mij... en wat doet hij? Eén grote haal naar mijn koffiebeker op het computer-warmhoudplaatje en mijn koffie vliegt overal heen. Wat doet hij nu? Hij kijkt me onschuldig als hij is, aan en trekt zich netjes terug op zijn kussentje en gaat liggen, één oog op mij gericht. Hij weet wanneer hij iets doet waar ik boos om word, maar wacht rustig mijn reacties af, Piepie is veel sneller dan ik. Eer ik opgestaan ben op mijn pijnlijke pootjes heeft hij al de benen genomen, weg door het luik, waar hij wel, maar Maumau en ik niet doorheen kunnen. Dat wéét hij, het mormel... Maar hij kan zo lief zijn, zo aanhalig... ik kan niet boos op hem blijven. Ook dat weet het mormel, want zodra hij het merkt komt hij me kopjes geven en zijn pootje op mijn arm leggen. Wijs dat dan maar eens af. Dan moet je toch wel een harde zijn. Toch?
© Erica van Beek
okt. 2018

WE  NADEREN NOVEMBER WEER


Ik droomde vanaf het strand naar een kilometerslange brug te kijken, die vol stond met mensen. Die keken, zag ik, toen ik er ineens bij stond, naar een enorme onderzeeboot. Gevolgd door een kleinere. Die grote, zeiden de mensen, moest wel een Turkse zijn.. We keken een poosje naar die net onder het wateroppervlak varende boten en toen stond ik weer op het natte deel van het strand, zeewater naderde mijn voeten. Ineens voelde ik hoeveel pijn mijn voeten weer deden en ik trok mijn schoenen en sokken uit. En liet het water erover spoelen. Daarna verliet ik, op blote voeten, het strand en de mensen en liep over de boulevard  naar Utrecht. Een urenlange wandeling in mijn droom, waar ik op enig moment het overdekte winkelcentrum Hoog Catherijne binnenliep. Maar dat zag er niet uit zoals ik het kende. Ik strompelde inmiddels met pijn en grote moeite maar ik moest vooruit. En liep door de catacomben (?) van het winkelcentrum. Smalle gangen die de achterkanten van de winkels met elkaar verbonden. Of het in de dagelijkse werkelijkheid ook zo is weet ik niet. Geen daglicht, amper kunstlicht. Een soort voorgeborchte, waarin mijn zoon indertijd ‘geleefd’ moet hebben, toen hij daar als verslaafde in gezelschap van zijn zombi-achtige medeverslaafden leefde en sliep.  Ik smeekte om er een eind aan te maken, ik was zo moe en mijn blote voeten deden zoveel pijn.. Een niet te horen antwoord, dat ik wel begreep: nog even volhouden, je bent er bijna. Toen werd ik langzaam wakker… en mijn voeten brandden alsof ik inderdaad tientallen kilometers had afgelegd. Nouja, in 83 jaar kun je veel kilometers afleggen.

Tegen wil en dank zocht ik, vanwege die droom, de film ‘Andere Tijden’ nog eens op. De film uit 1990 over het Utrechtse Hoog Catharijne en zijn  winkelende mensen en zijn verslaafden. https://www.anderetijden.nl/aflevering/689/De-Hel-van-Hoog-Catharijne  1990, mijn zoon leefde toen al vier jaar niet meer. En was daar al meer dan 6 jaar weg. Maar toch…
De tijd is er blijkbaar weer rijp voor… Al is het meer dan 30 jaar geleden.
© Erica van Beek
Oktober 2018.