Eerst even de euforie over het buitengebeuren van deze morgen op schrift stellen. Het heeft vannacht gesneeuwd. Niet zoveel als in het Noorden van het land, maar toch.
De tuin is bekledderd met witte klodders op de struiken en planten en alles wat boven de grond staat, de tegenstelling tot het nog schone terras met zijn rode en witte steentjes, valt op. Elk potje heeft een wit dekseltje, maar de grond is nog te warm om de sneeuw te laten liggen. Het lijkt of een slordige witschilder zijn kwast heeft geschud en klodders heeft achtergelaten in de tuin zelf.
Me warm aangekleed en toen hondje opgehaald in het slapende huis van Buurman.
Ik was benieuwd hoe de gracht erbij zou liggen.
Verrassend wit. En niet koud, dus lang zal het niet duren voor de sneeuw hier weer weg is. Onze voetstappen knerpten in het maagdelijk wit, en lieten zwarte sporen na. Als je goed luisterde kon je het getinkel horen van al inzettende dooi. Het water van de nog zwarte gracht klotste zachtjes tegen de woonboten. Een beetje sprookjesachtig geluid en hondje hoorde het ook. Als een vreemd maar mooi muziekje.
Verder gaf het dier geen sjoege over die sneeuw, die hij toch ook niet dagelijks tegenkomt. Hij deed gewoon die dingen waar hij voor naar buiten ging. Snuffelen, plassen en een spoor achterlaten ;-).
De krantenjongen was nog bezig en riep vrolijk goedemorgen.
Hij vertelde dat iedereen nu ook zijn krantje voor zeven uur wilde hebben, maar hij was al twee keer gevallen met die volle tassen aan zijn fiets en redde dat niet op tijd. ‘Toch maar voorzichtig blijven doen jongen, jij bent belangrijker dan je kranten’, zei ik. Hij is altijd blij als hij me tegenkomt, want een vriendelijk praatje met deze aardige Marokkaanse jongen kan er altijd af.
Hondje bleef doen wat hij het liefste doet, bij elk Amsterdammertje (paaltje) dat we tegenkomen. En elk paaltje had een wit mutsje op. Nòg wel. Mazzel voor de autobezitters is dat ze alleen de sneeuw hoeven weg te vegen, vandaag hoeven ze niet te krabben. Een praatje met een bevriende grachtenbewoner op weg naar zijn auto. En verder was het een kwartiertje genieten van deze vroege, stille ochtend. In de verte kwam het verkeer op gang, de modder daar op de doorgangsweg zullen ze niet fijn vinden.
Hond heb ik thuis afgeleverd, zijn beloning en een bak water gegeven en hem daarna weer in zijn mand gepraat en zijn dekentje over hem gedrapeerd. Dat doet zijn baas ook, dan blijft hij lekker doorslapen.
Thuisgekomen was er de verleiding om meteen weer onder de dekens te kruipen. Maar toch maar mijn fruitontbijtje en mijn pillen eerst genomen en even het bovenstaande geschreven, voor het weer weg is.
Zondag had ik voor het laatst geschreven geloof ik.
Maandag, Bettydag, is neeflief geweest en hij heeft de kerstboom weer gebracht en op zijn plaats gezet en meteen de computer maar een schoonmaakbeurt gegeven. Een onmisbare parel, die neef van me.
Later hebben Betty en ik de boom opgetuigd, die nu in het atrium staat te pronken. Iedereen die langs loopt kan ervan genieten. En omdat deze zomer het glazen dak van het atrium is vernieuwd met helder (zij het wel gewapend) glas, kan nu ook iedereen op de verdiepingen ervan meegenieten, als ze dat willen.
Dinsdagmorgen was ik ook opgebleven na het vroege uitlaten. Maar dat heb ik niet de hele dag volgehouden. Rond zes uur ‘s avonds moest ik toch gaan liggen en toen ik om zeven uur niet kwam opdagen om het hondje uit te laten moest Buurman het wel zelf doen. Ik vond ze rond half acht beiden niet in huis, maar buiten in de tuin. Want hondje kon niet wachten. Nee, Buurman vond het niet leuk want het was koud, maar hij was al gauw weer bijgetrokken, eenmaal terug in zijn warme kamer.
Ik heb stevige kippensoep gekookt en daarvan wat meegenomen voor hem. De rest staat in de vriezer en de koelkast (voor mijzelf).
En nu maar hopen dat vanmiddag het weer méé zit, zodat ik even naar de stad kan gaan.
donderdag 17 december 2009
zondag 13 december 2009
Een drukke zondag.
Vanmiddag is mijn oude Buurman voor het eerst weer buiten geweest.
We hebben samen met het hondje een rondje gemaakt. Hij met de rollator, ik met hondje. Ondanks de kou en even een duizeling van de koude lucht die hij niet meer gewend was, werd hij toch enthousiast. En wel zo enthousiast dat hij na de wandeling zijn Kanta,(zo’n klein invalidenkarretje) die al die tijd tegenover het huis geparkeerd had gestaan, ging rijden. De witte ‘vlo’ sloeg bijna meteen weer aan. Eén rondje over de gracht en de achterliggende straat en hij kwam nòg enthousiaster terug. En ging nòg een rondje rijden. Ik bracht hondje binnen die boos tegen me blafte omdat hij niet met me aan de stoep mocht blijven staan. Maar ik ging zelf wel terug naar de straat. Toch een beetje ongerust of het wel goed zou gaan. En het gìng goed. Het duurde zo lang dat ik me ècht bezorgd ging maken, maar toen hij eindelijk de gracht op reed was dat natuurlijk over. Buurman moest zwaar op me leunen, want moe was hij natuurlijk wel. Maar ‘alsof hij een injectie met pure energie had gehad’, zo voelde hij zich. Heb hem thuis afgeleverd en ben in mijn eigen huisje weer aan de gang gegaan.
Want deze activiteit lag niet in de bedoeling voor mij. Mijn andere buurman zou vanmiddag hondje uitlaten maar moest de stad uit. En een bevriende arts had Buurman verteld dat het tijd werd om zelf naar buiten te gaan voor het al te koud werd. En om zijn Kanta even te rijden voordat die ook door de komende kou bevangen zou worden.
Ik was dus zo goed niet of ik legde alles waarmee ik zelf bezig was en wilde gaan zijn, opzij en ging mee.
De rest van de middag ging met papier ruimen voorbij. Stapels papier. Je kunt je niet voorstellen hoe snel dat zich vermenigvuldigt. Kranten, ook andere dan mijn eigen kranten, me toegespeeld door buren. Er is geloof ik nog nooit zoveel reclame in de bus gevallen. En je moet echt tijd nemen om dat zo af en toe op te ruimen. Nu staat er weer een grote tas met kranten klaar om naar de papiercontainer gebracht te worden. Maar de stapels op tafel en één van de stoelen is verdwenen.
Vanavond nog wat kaarten schrijven, de vaat wegwerken na het eten, en de kip opzetten voor de soep. En o ja, de kattenbak verschonen en de wasmachine vast vullen. Dat zijn de karweitjes die echt moéten gebeuren, de rest dient zich vanzelf wel aan.
De rest heeft zich aangediend. Om zeven uur dus weer hondje uitgelaten, maar dit keer had hij geen zin en we waren dus weer snel thuis. 2 Graden was het buiten. Dat is even wennen. Morgen koud EN grijs, is ons beloofd…
De kaarten zijn geschreven, de vaat is weggewerkt, de kattenbank verschoond en meer niet. Morgen de overgebleven karweitjes, en morgen is het ook Bettydag. Nog twee keer en dan moeten we afscheid nemen, dank zij de nieuwe regels uit den Haag. Na zoveel jaren… Ik heb er echt verdriet van, maar wat doe je er aan?
Leven is voortdurend afscheid nemen, heb ik weleens gelezen. Dat is een kunst die je moet leren en ik begin het aardig onder de knie te krijgen. Maar na, daar moet een ander zich niet aan meten, want ik heb het al 74 jaar mogen leren.
Vanavond een oude vriendin teruggevonden. Hoewel, we waren elkaar niet kwijt, maar hadden elkaar al heel lang niet gesproken. Dat hebben we dus vanavond ingehaald met een telefoongesprek van 5 kwartier. En nu zijn we weer helemaal op de hoogte van elkaars leven. Dus…. Als je je realiseert dat je iemand te lang niet gezien of gesproken hebt, dan is de telefoon altijd een prima middel om het contact te herstellen. En dan kies je daarna maar hoe je het voortzet.
Mijn bedje is warm, mijn pillen zijn geslikt…. Ik ga sluiten. De laatste rondebel heeft al een poosje geleden geklonken.
We hebben samen met het hondje een rondje gemaakt. Hij met de rollator, ik met hondje. Ondanks de kou en even een duizeling van de koude lucht die hij niet meer gewend was, werd hij toch enthousiast. En wel zo enthousiast dat hij na de wandeling zijn Kanta,(zo’n klein invalidenkarretje) die al die tijd tegenover het huis geparkeerd had gestaan, ging rijden. De witte ‘vlo’ sloeg bijna meteen weer aan. Eén rondje over de gracht en de achterliggende straat en hij kwam nòg enthousiaster terug. En ging nòg een rondje rijden. Ik bracht hondje binnen die boos tegen me blafte omdat hij niet met me aan de stoep mocht blijven staan. Maar ik ging zelf wel terug naar de straat. Toch een beetje ongerust of het wel goed zou gaan. En het gìng goed. Het duurde zo lang dat ik me ècht bezorgd ging maken, maar toen hij eindelijk de gracht op reed was dat natuurlijk over. Buurman moest zwaar op me leunen, want moe was hij natuurlijk wel. Maar ‘alsof hij een injectie met pure energie had gehad’, zo voelde hij zich. Heb hem thuis afgeleverd en ben in mijn eigen huisje weer aan de gang gegaan.
Want deze activiteit lag niet in de bedoeling voor mij. Mijn andere buurman zou vanmiddag hondje uitlaten maar moest de stad uit. En een bevriende arts had Buurman verteld dat het tijd werd om zelf naar buiten te gaan voor het al te koud werd. En om zijn Kanta even te rijden voordat die ook door de komende kou bevangen zou worden.
Ik was dus zo goed niet of ik legde alles waarmee ik zelf bezig was en wilde gaan zijn, opzij en ging mee.
De rest van de middag ging met papier ruimen voorbij. Stapels papier. Je kunt je niet voorstellen hoe snel dat zich vermenigvuldigt. Kranten, ook andere dan mijn eigen kranten, me toegespeeld door buren. Er is geloof ik nog nooit zoveel reclame in de bus gevallen. En je moet echt tijd nemen om dat zo af en toe op te ruimen. Nu staat er weer een grote tas met kranten klaar om naar de papiercontainer gebracht te worden. Maar de stapels op tafel en één van de stoelen is verdwenen.
Vanavond nog wat kaarten schrijven, de vaat wegwerken na het eten, en de kip opzetten voor de soep. En o ja, de kattenbak verschonen en de wasmachine vast vullen. Dat zijn de karweitjes die echt moéten gebeuren, de rest dient zich vanzelf wel aan.
De rest heeft zich aangediend. Om zeven uur dus weer hondje uitgelaten, maar dit keer had hij geen zin en we waren dus weer snel thuis. 2 Graden was het buiten. Dat is even wennen. Morgen koud EN grijs, is ons beloofd…
De kaarten zijn geschreven, de vaat is weggewerkt, de kattenbank verschoond en meer niet. Morgen de overgebleven karweitjes, en morgen is het ook Bettydag. Nog twee keer en dan moeten we afscheid nemen, dank zij de nieuwe regels uit den Haag. Na zoveel jaren… Ik heb er echt verdriet van, maar wat doe je er aan?
Leven is voortdurend afscheid nemen, heb ik weleens gelezen. Dat is een kunst die je moet leren en ik begin het aardig onder de knie te krijgen. Maar na, daar moet een ander zich niet aan meten, want ik heb het al 74 jaar mogen leren.
Vanavond een oude vriendin teruggevonden. Hoewel, we waren elkaar niet kwijt, maar hadden elkaar al heel lang niet gesproken. Dat hebben we dus vanavond ingehaald met een telefoongesprek van 5 kwartier. En nu zijn we weer helemaal op de hoogte van elkaars leven. Dus…. Als je je realiseert dat je iemand te lang niet gezien of gesproken hebt, dan is de telefoon altijd een prima middel om het contact te herstellen. En dan kies je daarna maar hoe je het voortzet.
Mijn bedje is warm, mijn pillen zijn geslikt…. Ik ga sluiten. De laatste rondebel heeft al een poosje geleden geklonken.
Abonneren op:
Posts (Atom)