woensdag 14 juli 2010

Voetballen enzo... 3

De voetbalidioterie is over. De gekte voorbij. Nederland is weer Nederland en de avondregen spoelt alles schoon wat door de meute gisteren was achtergelaten en door onze Amsterdamse, te weinig geprezen schoonmakers, zoveel mogelijk was opgeruimd. Geen getoeter en gebral meer over de grachten en de binnentuinen, af en toe wat gegrom van een verdertrekkend onweer. En de stilte van ruisende regen. Een frisse, nu ook windstille avond, een verademing. Want de warmte van de dag verdwijnt er tijdelijk door. De koppen krijgen tot maandag de kans om af te koelen, daarna dreigt weer een tropische dag.

Wat een gek land is Nederland toch. We zijn over het algemeen zo'n teruggetrokken volkje . Maar als Nederlands volk wordt het blijkbaar niet gepikt dat Oranje toch echt verloren heeft in Zuid-Afrika. Van een link naar geschiedenis heeft niemand, denk ik, enig bewustzijn, de Tachtigjarige Oorlog is ook al zo lang voorbij, dateerde uit de jaren 1568 tot 1648. Maar zit misschien nog wel in het onderbewustzijn van een deel van de bevolking vastgeroest. Zodat een verlies van de kampioen van deze wereldkampioenschappen min of meer onbewust is omgezet in een overwinning, die een enorm leger op de been bracht. De uniforme kledij was nu dus oranje. Begrijpen doe ik de voetbalgekte alleen als ik het afzet tegen de niet aanvaarde teleurstelling van juist van Spanje te verliezen. Het was een slechte wedstrijd, werd me verteld. Min of meer een vechtpartij, alleen gericht op winnen. Alsof het geen spel was, maar een strijd. Die gewonnen werd door een ploeg die ook nog veel beter speelde. Onverteerbare zaak voor alle Oranjeklanten.
Die het verlies dus omzetten in een tweede prijs, zilver...... Was het ook wel eigenlijk. Hoewel het tekenend is voor de weigering het verlies nederig te aanvaarden.
Het verklaart voor mij niet de absolute waanzin van ongeveer een miljoen mannen (en wat vrouwen) rond de blijkbaar broodnodige huldiging..Die onze stad, die al dik in de schulden zit, ook nog miljoenen heeft gekost. En onze Minister President en onze Koningin achtten het zelfs voldoende om voor vier weken voetbalgekte koninklijke onderscheidingen uit te delen. Vier weken feest.... zei de Minister President. Die viert trouwens ook feest als Jantje Smit optreedt...
Dit nuchtere volk is dus voor Spelen, maar niet voor spelen, zo gek te krijgen. Niet voor Olympische Spelen, alleen voor voetballen. Onbegrijpelijk.

Voor brood, i.c. een redelijk inkomen komt men nergens de straat op.
Ik bedoel, de vakbeweging wil maar geen volksbeweging meer worden en kan doen wat ze wil, om alle verslechteringen in werk, inkomen of pensioenen tegen te houden... Er moet toch een link te leggen zijn tussen Brood en Spelen?
Wat is er gebeurd in de tijd van deze Minister President... Vóór hem konden mensen zo massaal in Aktie komen voor de Vrede, tegen Atoombewapening, tegen verslechtering van de werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidswetten, tegen armoede dus. Limburg voerde Aktie tegen de slechte toestanden in de mijngebieden en tegen de sluiting van de mijnen...
Heden ten dage komt men massaal in beweging als een voetbalelftal een laatste wedstrijd heeft verloren... Met een miljoen dolgedraaide mensen in oranje gekleed.
Wat hebben ze in het drinkwater gedaan hiervoor??
Ik begrijp dit gekke land niet meer.

zondag 11 juli 2010

Siësta

Tijdens de hete dagen zijn de siësta’s die ik me veroorloof geestelijke en lichamelijke oases. Droom- en troostrijke pauzes in de dag die ik, soms meerdere uren, slapend op mijn bankbed doorbreng. In het holletje van mijn knieën ligt dan een even luie Pika te slapen.
Soms is de droom weg bij het ontwaken, maar het moeten wel altijd goede dromen zijn want het wakker worden gebeurt rustig en opgewekt. Soms duurt het uren voor ik weer goed op gang kom. Maar dat kan ook aan te temperaturen liggen. Of aan het feit dat er momenteel niets moét. Misschien speelt de leeftijd mee...
Vandaag maakte ik in mijn middagdroom een treinreis. En gezien het feit dat ik veel medereizigers leek te kennen, niet voor het eerst.
De reis ging door een heuvelachtig landschap. Achteraf lijkt het op Oost-Europa... Met ouderwetse houten coupé's... Er reizen vrouwen mee in Oost-Europese ouderwetse lange rokken, mannen in driedelige, maar ouderwetse pakken. Een jonge moeder, die haar kleintje op de grond of op een bank zet, om bewonderd en aangehaald te worden door alle aanwezigen. De reis duurt lang, ik zie het kindje groeien. Een mooi kind met zwarte krullen en ogen. Ik spreek een man, die het raar vindt dat een vrouw hem durft aan te spreken... een geleerde, iemand die ik op vorige reizen (!) ook meegemaakt moet hebben. Maar we kennen elkaar niet. Er zijn nog meer mensen, grotendeels gekleed in de kenmerkende boerenkleding van Midden- of Oost-Europa.
Een grote zwarte hond met krulhaar, die me bij mijn hé... gebreide zwarte vest grijpt waardoor ik zie dat ik nèt zo gekleed ben als de anderen....
En een klein wit paardje, dat zich gedraagt en gehoorzaam kunstjes doet als een hond, tot plezier van iedereen. Jawel, allemaal in die treincoupé. Manden met tomaten en paprika's en komkommers en broden...

Maar (nog steeds in mijn droom) als ik bij mijn halte kom moet ik kunnen uitstappen. Maar ik ben in slaap gevallen en kan me niet bewegen en niemand voelt zich geroepen me te helpen. Maar blijft toekijken. Gelukkig blijft die trein lang genoeg staan zodat ik uiteindelijk met heel veel moeite uit de hoge uitgang kan springen en in het grind ernaast terecht kom. Op het grindweggetje naast de bielzen staan veel mensen, wachtend. Er komt een platte kar aan getrokken door twee paarden. Daarin zit een jong echtpaar, kennelijk net getrouwd, gezien de bloemenkransen in hun haar Ze laveren levensgevaarlijk tussen de mensen door. Er staat een stationsrestaurant waar we naar binnen moeten.
Maar vóór ik weet of we daar eten dan wel feest gaan vieren of dat we daar moeten wachten op de volgende trein, verandert er iets aan mijn droom.
Ik ben aan het strand nu. En kijk uit over de zee, rotsen in zee en niet al te ver weg, een andere kust met een gebouw. En daar, weet ik, is mijn eindbestemming van deze reis. Ik ga dus niet met de anderen verder. Ook niet terug nee. Dus zeg ik iedereen gedag. Gewoon door te zwaaien. Geen gekus of handjesgeverij. Maar voor ik iemand kan vinden die me naar de overkant kan brengen ... komt langzaam een einde aan de droom. Ik begin wakker te worden en probeer, voor ik mijn ogen open de droom vast te leggen in mijn hoofd. Het laatste beeld, dat van het strand, is als een mooi schilderij van Isaäc Israels.
Dan kom ik met veel moeite overeind. In huis is het nu warmer dan buiten, dus de tuindeuren kunnen weer open, En dan wil ik die bijzondere, mooie droom vastleggen, maar ik kan niet schilderen. Dus schrijf ik het maar op.... Een vreemd blogje hoor.