Zo, de vrijdagavond is ook weer voorbij. En al het vrijdagse werk is gedaan. Zoals de prullenmanden legen, de vuilniszakken dichtbinden en buiten zetten. De vuilnisbakken schoonmaken voor zover nodig en nieuwe zakken erin doen. Wat? Voor een eenpersoonshuishouden zoveel vuilnis? Valt wel mee hoor. Buiten staat ook een vuilnisbak voor alles wat mijn tuintje afgeeft. En aangezien voor dat kleine beetje groen op de gracht geen compostbakken aanwezig zijn en dat al helemaal niet kan met mijn eigen tuintje, moet die zak ook af en toe naar buiten.
De wasjes zijn gedaan, droog en weer opgeruimd, de telefoontjes gepleegd en de emails geschreven….
En ik had zelfs tijd om uitgebreid te genieten van de documentaire op holland.doc. over Annemarie Grewel. Heb ik altijd een moordmeid gevonden, zoveel droge humor zelfs in haar ergste ziekte, zelfs in haar eindtijd verloor ze de humor en het optimisme niet uit het oog. Ze legde zich neer bij een mogelijk einde, maar was nuchter genoeg om niet te denken of te uiten dat ze alleen stond in die ellende. Want iedereen gaat heen op zeker ogenblik, en hoé, daar heb je ook niets in te zeggen, maar als je je geest nog zó lenig kunt houden tot het einde, dat is nog steeds iets waardoor ik af en toe aan haar denk. Of aan de foto uit de Volkskrant, waar ze als een ballon- of mogelijk een engeltje zonder vleugels, opsteeg uit ons aardse gedoe. Aan het einde van haar leven was ze helemaal gezwollen van de medicijnen.
Ik heb een oude vriendin (Nouja, oud, begin 50, denk ik) die ook kanker heeft en ook knokt om weer beter te worden. Op een heel andere, haar eigen manier, maar even positief als Annemarie was. Ik heb er veel bewondering voor en ik kan alleen maar hopen dat als het leven mij ook zo’n loer gaat draaien dat ik dan even positief in het leven blijf staan.
Voor de rest was het een thuisdag. Kranten en tijdschriften bijlezen, want morgen komt er weer een stapeltje bij. Even bijkomen van de drukte van de afgelopen week en energie verzamelen voor de komende dagen.
Zojuist heb ik met poes Pika even een wandelingetje door de tuin gemaakt. Leuk zoals ze meeloopt naar buiten en weer naar binnen, zonder dat ik haar hoef aan te moedigen. Het is donker, bewolkt en vochtig benauwd. Een wat benauwde nacht met zware geuren na de warme regenbui, in de verte licht het wat op… ergens is een onweersbui ontstaan. De nachtelijke atmosfeer is zwaar en drukkend, maar even tussen de nu druipende bomen staan is wel een goed gevoel. Als ik dan mijn eigen tuintje weer inloop – poes achter me aan – ruik ik de buxus (voor sommigen een kattenpisgeur, voor mij niet) en de geuren van de kruiden, waaronder vooral de basilicum. De jasmijn bloeit momenteel niet, dus krijgen andere geuren een kans. De flox staan op het punt van bloeien, dat belooft ook weer mooie geurende bloemen. De hortensia’s lichten op in de nacht, roodroze en roze… Ik heb niet de spullen kunnen kopen om ze blauw te laten bloeien. Volgend jaar maar weer.
De tuindeuren zijn nu dicht. En in huis is het nog een plezierige 22 graden.
Moe is nu moe en moe gaat afsluiten. Morgen is er weer een dag.
vrijdag 26 juni 2009
donderdag 25 juni 2009
En de zomer duurt voort…..
Omdat het zo stil is op de mail heb ik alle tijd weer even hier te gaan tikken. Het loopt tegen tienen, ik ben buiten even bezig geweest met de bloemetjes en de vliegen en muggen… De bijen en hommels slapen al.
Eén van de lelies zit onder de luis. Of wat het dan ook is. Een vieze drabbige zwarte massa op en onder de bladeren. Omdat hij al uitgebloeid was heb ik hem maar verwijderd en de andere takken gesproeid met antihuismiddel. Het is rustgevend werk.
En de zomer duurt voort…..
Vanmiddag ben ik met de jonge schrijver David, van 2.12 m. lang, ;-) naar een boek- en filmpresentatie in Tuschinski geweest. Frenk der Nederlanden, columnist bij het Parool, presenteerde de middag. En had me uitgenodigd. Soms mailen we met elkaar en ik vroeg laatst wanneer zijn volgende boek – bundel columns – nou uitkwam. Vandaar de uitnodiging. Een volle VIP-zaal, een film en een boek over mensen met een geestelijke ziekte, zoals bijv. schizofrenie. Gewone mensen, vaak door het leven geslagen. Meestal, hoorde ik in het forum-gesprek na de film, wordt de ziekte acuut na een al dan niet langdurige stress-ervaring.
Daar kan ik me wat bij voorstellen. Bij stress en angst komt adrenaline vrij. Zelf word ik lichamelijk ziek als ik langere tijd in stress moet leven. Bij de één zou het dus, mijns inziens en zo doorredenend, een lichamelijke reactie kunnen geven. Bij de ander kan die adrenaline het slot naar een al latent aanwezige geestesziekte oplossen en openen.
Ik had veel bewondering (wie niet?) voor de patiënten die zichzelf in de film en in het forum daarna, geestelijk durfden blootgeven. En vooral had ik ook bewondering voor de man die dat zo liefdevol en voorzichtig presenteerde, Frenk der Nederlanden dus. Hij schreef ook het boekje.
David en ik zijn niet bij de borrel daarna gebleven. Ik kwam echt voor de presentatie. Bij het verlaten van de zaal kregen we dat boekje van de film ‘Ik wil goud maken’, aangeboden. Ik heb het alleen nog doorgebladerd. Mooie foto’s van patiënten, gewone mensen met een rotziekte. Sommigen zaten ook in de zaal en in de film.
Thuisgekomen eerst gerust. En toen het pakje van Neckerman dat met de post was gekomen, opengemaakt. Ik had een paar zomertunieken besteld. Móói. Die waren in de reclame en nu dus heel goedkoop. Mijn maat is zó moeilijk in de gewone winkels te vinden dat ik wel moet kopen op deze manier.
Vanavond belde de zieke buurman. Hij heeft in het ziekenhuis weer een bloedtransfusie gekregen en is weer terug in het revalidatiecentrum. Het is een lijden zonder einde met hem. Laat ik zelf de hoop op genezing niet verliezen. Zelf heeft hij niet veel hoop meer. Dus ik moet hem wel telkens weer wat hoop kunnen geven.
Wel, bij uitzondering twee dagen achter elkaar…
Eén van de lelies zit onder de luis. Of wat het dan ook is. Een vieze drabbige zwarte massa op en onder de bladeren. Omdat hij al uitgebloeid was heb ik hem maar verwijderd en de andere takken gesproeid met antihuismiddel. Het is rustgevend werk.
En de zomer duurt voort…..
Vanmiddag ben ik met de jonge schrijver David, van 2.12 m. lang, ;-) naar een boek- en filmpresentatie in Tuschinski geweest. Frenk der Nederlanden, columnist bij het Parool, presenteerde de middag. En had me uitgenodigd. Soms mailen we met elkaar en ik vroeg laatst wanneer zijn volgende boek – bundel columns – nou uitkwam. Vandaar de uitnodiging. Een volle VIP-zaal, een film en een boek over mensen met een geestelijke ziekte, zoals bijv. schizofrenie. Gewone mensen, vaak door het leven geslagen. Meestal, hoorde ik in het forum-gesprek na de film, wordt de ziekte acuut na een al dan niet langdurige stress-ervaring.
Daar kan ik me wat bij voorstellen. Bij stress en angst komt adrenaline vrij. Zelf word ik lichamelijk ziek als ik langere tijd in stress moet leven. Bij de één zou het dus, mijns inziens en zo doorredenend, een lichamelijke reactie kunnen geven. Bij de ander kan die adrenaline het slot naar een al latent aanwezige geestesziekte oplossen en openen.
Ik had veel bewondering (wie niet?) voor de patiënten die zichzelf in de film en in het forum daarna, geestelijk durfden blootgeven. En vooral had ik ook bewondering voor de man die dat zo liefdevol en voorzichtig presenteerde, Frenk der Nederlanden dus. Hij schreef ook het boekje.
David en ik zijn niet bij de borrel daarna gebleven. Ik kwam echt voor de presentatie. Bij het verlaten van de zaal kregen we dat boekje van de film ‘Ik wil goud maken’, aangeboden. Ik heb het alleen nog doorgebladerd. Mooie foto’s van patiënten, gewone mensen met een rotziekte. Sommigen zaten ook in de zaal en in de film.
Thuisgekomen eerst gerust. En toen het pakje van Neckerman dat met de post was gekomen, opengemaakt. Ik had een paar zomertunieken besteld. Móói. Die waren in de reclame en nu dus heel goedkoop. Mijn maat is zó moeilijk in de gewone winkels te vinden dat ik wel moet kopen op deze manier.
Vanavond belde de zieke buurman. Hij heeft in het ziekenhuis weer een bloedtransfusie gekregen en is weer terug in het revalidatiecentrum. Het is een lijden zonder einde met hem. Laat ik zelf de hoop op genezing niet verliezen. Zelf heeft hij niet veel hoop meer. Dus ik moet hem wel telkens weer wat hoop kunnen geven.
Wel, bij uitzondering twee dagen achter elkaar…
woensdag 24 juni 2009
Zomerdagen vol warmte en vrolijk geklede mensen.
Zomeravonden zoals ik ze nog niet eerder zo bewust heb beleefd, warm en geurig.
Het is bijna donker, maar de gordijnen zijn nog niet gesloten. Zojuist heb mijn tuintje en de algemene binnentuin weer gesproeid en ik voel als het ware de dankbaarheid van alles wat daar te bloeien en te groeien staat in de frisheid en de geuren die me tegemoetkomen. Nòg iets om dankbaar voor te zijn. Ik kan het weer ruiken. Door die pollenallergie was dat nog weleens anders, maar de medicatie werkt prima.
Vandaag kreeg ik het verlossende telefoontje van mijn huisarts. Een arts uit duizenden, vind ik. Eindelijk heeft de cardioloog de uitslag (nog steeds alleen maar telefonisch) gegeven. Hij had niét zoals beloofd, maandag gebeld. Maar dinsdag. En dan is zij er niet. Toen heeft hij de gegevens maar aan de assistente gegeven. Ik heb dus een lìchte spierverdikking in een van de hartkamers. Niet zo bijzonder voor iemand van mijn leeftijd en achtergrond en zeker niet voor iemand die een hartinfarct te boven is gekomen. Er is dus niet bepaald iets om benauwd voor te zijn. Waarom het op zo’n rare manier telefonisch gebracht werd en waarom het twee maanden heeft moeten duren voor hij dat (nog steeds niet behoorlijk) kon doorgeven aan de huisartsenpost…. Enfin, ik dien die klacht, in overleg met mijn huisarts, tòch in. Er staat nog steeds niets zwart op wit.
Vandaag dus even met een oude vriend de stad in geweest. Hij moest, voor hij langdurig op vakantie gaat, in Amsterdam wat boodschappen doen en we spraken dus af op het Centraal Station. Na die boodschapjes hebben we ijskoffie met een tompouce genomen op het terras bij de roltrappen in de Kalvertoren. Ingewikkeld voor wie niet in Amsterdam woont hè.
Daarna moest hij terug en ben ik zelf nog even teruggegaan om in de uitverkoop van H&M te kijken. Ik had vanaf het terras al gezien dat daar echte uitverkoop was…. Maar er was geen kleding van mijn gading. Alleen een mooie stadstas die ik schuin over mijn schouder kan dragen. Op mijn rugzak na de veiligste manier van vervoeren. ;-)))
Thuis meteen gaan slapen en toen ik wat was uitgerust gegeten. Andijviestamppot (raar woord als je dat goed bekijkt ;-) ) kant-en-klaar jawel…… met kippenkluifjes die ik van de week gebraden had.
En na het beantwoorden van wat telefoontjes en emails dus de tuin gaan sproeien. Voorlopig blijft het warm en zonnig met Noordenwind. Raar weer, of eigenlijk rare combinatie.
Ik las terug wat ik van de week gekocht had. Tja, ik geef niet graag veel geld aan kleding uit. En als ik goedkoop iets moois en passends kan kopen dat ik nodig heb geef ik het liever daaraan uit. De mantel waar ik vorige keer op doelde is van een mooie zalmkleurige stof, ietsje A-lijn, of gérend, wat mijn buikje een beetje verdoezelt. Ik heb er nog een mooie shawl bij en het hoedje dat ik op de Muiderstraat kocht is mooi passend. En goedkoop voor een mooi hoedje. Het zestiger jaren vestje, in groen-geel-roze vage kleuren en met borduursels en piepkleine spiegeltjes, paste vandaag goed bij de roze bloes met lange mouwen en dezelfde soort borduursels, ook ton sur ton. Dit laatste voor de kenners ;-)).
Gisteren verrassend genoeg weer contact met oude vrienden en vriendinnen gekregen. Leuk. Ik zal proberen het weer vast te houden, al moet ik tot mijn schande bekennen dat ik één mail nog niet beantwoord heb. Maar de nacht is nog jong…
In de krant van gisteren stond een artikel over een ontmoetingspoging tussen de verschillende culturen in de Vrolikstraat hier in Oost. De straat waar ik ooit met mijn moeder woonde. Het blijkt zo'n succes te zijn geworden dat één of twee buurtgenoten geklaagd hadden over geluidsoverlast, waarna de deelraad de tafel op straat, die symbool stond voor de ontmoetingen, weghaalde. ;-( Klein ja.
Eén van de straatgenoten kwam prompt met een andere tafel aandragen en nu is het weer een ontmoetingsplek voor straatgenoten. Er is blijkbaar niet weer geklaagd. In die heel lange straat bevindt zich nl. geen ander ontmoetingspunt dan een buurthuis voor speciale buurtactiviteiten en de werkers die er kantoor houden. Maar geen café of koffiehuis of iets dergelijks...
Leuk hoor. Ik kom er maar niet toe weer naar die straat toe te gaan. Zoals ik me ook al zolang voorneem om weer eens een Haarlemmerstraatje te doen. Komt ook maar niets van.
Nou dacht ik dat ik weer bij was met schrijven.
Het is bijna donker, maar de gordijnen zijn nog niet gesloten. Zojuist heb mijn tuintje en de algemene binnentuin weer gesproeid en ik voel als het ware de dankbaarheid van alles wat daar te bloeien en te groeien staat in de frisheid en de geuren die me tegemoetkomen. Nòg iets om dankbaar voor te zijn. Ik kan het weer ruiken. Door die pollenallergie was dat nog weleens anders, maar de medicatie werkt prima.
Vandaag kreeg ik het verlossende telefoontje van mijn huisarts. Een arts uit duizenden, vind ik. Eindelijk heeft de cardioloog de uitslag (nog steeds alleen maar telefonisch) gegeven. Hij had niét zoals beloofd, maandag gebeld. Maar dinsdag. En dan is zij er niet. Toen heeft hij de gegevens maar aan de assistente gegeven. Ik heb dus een lìchte spierverdikking in een van de hartkamers. Niet zo bijzonder voor iemand van mijn leeftijd en achtergrond en zeker niet voor iemand die een hartinfarct te boven is gekomen. Er is dus niet bepaald iets om benauwd voor te zijn. Waarom het op zo’n rare manier telefonisch gebracht werd en waarom het twee maanden heeft moeten duren voor hij dat (nog steeds niet behoorlijk) kon doorgeven aan de huisartsenpost…. Enfin, ik dien die klacht, in overleg met mijn huisarts, tòch in. Er staat nog steeds niets zwart op wit.
Vandaag dus even met een oude vriend de stad in geweest. Hij moest, voor hij langdurig op vakantie gaat, in Amsterdam wat boodschappen doen en we spraken dus af op het Centraal Station. Na die boodschapjes hebben we ijskoffie met een tompouce genomen op het terras bij de roltrappen in de Kalvertoren. Ingewikkeld voor wie niet in Amsterdam woont hè.
Daarna moest hij terug en ben ik zelf nog even teruggegaan om in de uitverkoop van H&M te kijken. Ik had vanaf het terras al gezien dat daar echte uitverkoop was…. Maar er was geen kleding van mijn gading. Alleen een mooie stadstas die ik schuin over mijn schouder kan dragen. Op mijn rugzak na de veiligste manier van vervoeren. ;-)))
Thuis meteen gaan slapen en toen ik wat was uitgerust gegeten. Andijviestamppot (raar woord als je dat goed bekijkt ;-) ) kant-en-klaar jawel…… met kippenkluifjes die ik van de week gebraden had.
En na het beantwoorden van wat telefoontjes en emails dus de tuin gaan sproeien. Voorlopig blijft het warm en zonnig met Noordenwind. Raar weer, of eigenlijk rare combinatie.
Ik las terug wat ik van de week gekocht had. Tja, ik geef niet graag veel geld aan kleding uit. En als ik goedkoop iets moois en passends kan kopen dat ik nodig heb geef ik het liever daaraan uit. De mantel waar ik vorige keer op doelde is van een mooie zalmkleurige stof, ietsje A-lijn, of gérend, wat mijn buikje een beetje verdoezelt. Ik heb er nog een mooie shawl bij en het hoedje dat ik op de Muiderstraat kocht is mooi passend. En goedkoop voor een mooi hoedje. Het zestiger jaren vestje, in groen-geel-roze vage kleuren en met borduursels en piepkleine spiegeltjes, paste vandaag goed bij de roze bloes met lange mouwen en dezelfde soort borduursels, ook ton sur ton. Dit laatste voor de kenners ;-)).
Gisteren verrassend genoeg weer contact met oude vrienden en vriendinnen gekregen. Leuk. Ik zal proberen het weer vast te houden, al moet ik tot mijn schande bekennen dat ik één mail nog niet beantwoord heb. Maar de nacht is nog jong…
In de krant van gisteren stond een artikel over een ontmoetingspoging tussen de verschillende culturen in de Vrolikstraat hier in Oost. De straat waar ik ooit met mijn moeder woonde. Het blijkt zo'n succes te zijn geworden dat één of twee buurtgenoten geklaagd hadden over geluidsoverlast, waarna de deelraad de tafel op straat, die symbool stond voor de ontmoetingen, weghaalde. ;-( Klein ja.
Eén van de straatgenoten kwam prompt met een andere tafel aandragen en nu is het weer een ontmoetingsplek voor straatgenoten. Er is blijkbaar niet weer geklaagd. In die heel lange straat bevindt zich nl. geen ander ontmoetingspunt dan een buurthuis voor speciale buurtactiviteiten en de werkers die er kantoor houden. Maar geen café of koffiehuis of iets dergelijks...
Leuk hoor. Ik kom er maar niet toe weer naar die straat toe te gaan. Zoals ik me ook al zolang voorneem om weer eens een Haarlemmerstraatje te doen. Komt ook maar niets van.
Nou dacht ik dat ik weer bij was met schrijven.
zondag 21 juni 2009
Wederwaardigheden
Het is weer de hoogste tijd om het logboek bij te gaan werken. Wat is van alle wederwaardigheden het best blijven hangen…
Het conflict met mijn cardioloog denk ik. Die me in april vertelde dat ik geen hartpatiënt meer was want mijn hart deed het goed momenteel. Maar… ik had een verdikte hartspier. Ik hoefde niet meer bij hem terug te komen maar moest voortaan wel elke vier weken naar mijn huisarts voor controle.
Verbijstering, vragen… Ik heb er maar een rapportje van gemaakt. Dat de data vastliggen. Want we zitten nu op 21 juni, en sinds het gesprek op 24 april (dat was dus twee weken na het onderzoek zelf) heeft mijn huisarts nog steeds geen schriftelijk bericht ontvangen. Er is nòg steeds geen rapport over het onderzoek en de uitslag gemaakt. Mijn huisarts had inmiddels twee emails naar die cardioloog gestuurd, waarop helemaal geen reactie was gekomen. Ze had haar assistente erachterheen gezet, wat ook totaal geen resultaat had. Ten einde raad belde mijn huiarts zelf maar met de cardioloog. Hij vertelde haar dat ze maar een email moest sturen. Toen ze zei dat ze al twee mails had gestuurd over dit onderwerp en dat haar assistente ook had geprobeerd duidelijkheid te krijgen was zijn antwoord: Stuurt u nòg maar een keer een email. Hoewel natuurlijk heel boos over zoveel arrogantie deed ze dat toch, waarop ze eindelijk een antwoord ontving:
beste collega,
ik kom hier maandag op terug aangezien ik geen documentatie voorhande heb.
groet,
S… de naam laat ik weg ja. En dit is de letterlijke tekst van de email.
Een mening mag iedereen zich hierover vormen.
Is dat de generatie specialisten van deze tijd? Robots maken minder vergissingen, denk ik. En doen het werk minstens even goed.
We zijn een hartspier. We zijn een ziek onderdeel, we zijn een kankergezwel in een long, of in een slokdarm…….
Zijn we voor specialisten ook nog mensen? Mensen met pijn in dat zieke onderdeel en met angst voor wat ermee gaat gebeuren? Met angst voor te verwachten pijnen en voor wat de toekomst gaat brengen? Ik heb het nu niet over mezelf, maar over alle zieke en bange mensen die met zo’n dokter te maken krijgen. En over het sollen met die zieke en bange mensen omdat een volgende generatie dokters er ook van moet leren. Waarom worden mensen dokter? Of specialist? Omdat ze toevallig ingeloot zijn op deze studie? En zich dan ook nog kunnen specialiseren in een onderdeel dat hen interesseert? En ONDERDEEL. Niet in een ziek mens, of om een mens gezond maken……
Patiënten zouden vaker moeten klagen. Schriftelijk.
In opstand komen en een betere gezondheidszorg eisen.
Zo, weer genoeg gekankerd. Terug naar vandaag en gisteren.
Van maandag en dinsdag weet ik eigenlijk niets meer. Maandag was Bettydag en zoals gewoonlijk is mijn huisje dan na afloop fris en schoon. Dinsdag was weer eens een ‘omvaldag’, ik weet dat ik die hele middag verslapen heb. Dat gebeurt heel af en toe.
En woensdag had ik een afspraak met een oude vriend. Lekker gelopen. Door het Oosterpark, een wijds en open park, waar echter de stippelmot ook heeft huisgehouden. Waar ook het standbeeld voor Theo van Gogh, De Schreeuw staat, en het monument ter herdenking van de Slavernij.
En nog een paar al dan niet bekende monumentjes.
Hij wilde die veelbesproken wilde perziken van mij eens kopen…
Maar toen we teruggaand wachtten bij de tramhalte. Kwam er geen tram. Heel in de verte zagen we flikkerende lichten van politieauto’s. Gelukkig kwam na ongeveer een kwartier een motoragent vertellen, dat een vrachtauto daar in de verte de bovenleidingen kapot had gereden en dat de tram die middag niet meer zou komen. De bus gepakt……. Die ons via een heel andere route (leuk toch?) naar een nog niet bedoelde plek bracht, het Centraal Station. We hebben de St.Nicolaaskerk bekeken, dat is de kerk van de patroonheilige van onze stad. Heel oude kerk, met Russisch-Orthodoxe iconen zowel als Room Katholieke muurschilderingen.
En later hebben we op een terras aan het water pannenkoeken gegeten, waarna ik zelf naar huis en hij weer naar de trein ging. Een leuk dagje ja.
Bij mooi weer.
De rest van de week was rustig…niets om over naar huis te schrijven. Bezoek aan mijn zieke buurman en boodschapjes voor hem doen. Nee, het gaat niet goed met hem. Ik ben niet echt tevreden, maar wat kun je vertellen…
Mijn scootmobieltje heb ik maar weer verkocht. Aan een mailvriendin. En voor dezelfde prijs die ik ervoor betaalde. Ik had er niet in gereden, behalve rondjes in het atrium ;-). En mijn mailvriendin is er blij mee. Dus twee mensen blij……
En eindelijk ook maar naar de kapper geweest. Was heeel hard nodig, dat kapsel van me is niet houdbaar en mijn haren groeien hard. Dus de laatste week liep ik buiten constant met een pet op. Na de kapper even naar de kringloopwinkel om de hoek, waar ik een mooie zalmkleurige zomermantel vond. Een beetje A-lijn….goed om mijn buikje te verbergen.
Mijn favoriete columnschrijver, Frenk der Nederlanden, heeft in het Parool een mooi serietje neergezet over Tuindorp Oostzaan, één van de dorpen die samen Amsterdam Noord maken. Mijn vader woonde daar samen met mijn stiefmoeder en –broers. Ik heb daar zelf gelogeerd. Ver na de overstroming die het dorp onder water zette. En ik ga reclame maken voor een boek dat hij besprak in één van zijn columns. Het heet: ‘Ik wilde mij geborgen weten’ en is geschreven door Joop Martin. Vast wel in de bieb te vinden binnenkort. Net als ikzelf een ‘stichtingskind’.
Vandaag de boodschappen binnengehaald voor de halve week. Ja, liefst op zondag, dan zijn de winkels hier ook open. En in een bric-à-brac winkel op de Muiderstraat een zestiger jaren vestje en een hoedje gekocht, dat past bij mijn in de kringloopwinkel gekochte mantel. Dat was het weer…….
Het conflict met mijn cardioloog denk ik. Die me in april vertelde dat ik geen hartpatiënt meer was want mijn hart deed het goed momenteel. Maar… ik had een verdikte hartspier. Ik hoefde niet meer bij hem terug te komen maar moest voortaan wel elke vier weken naar mijn huisarts voor controle.
Verbijstering, vragen… Ik heb er maar een rapportje van gemaakt. Dat de data vastliggen. Want we zitten nu op 21 juni, en sinds het gesprek op 24 april (dat was dus twee weken na het onderzoek zelf) heeft mijn huisarts nog steeds geen schriftelijk bericht ontvangen. Er is nòg steeds geen rapport over het onderzoek en de uitslag gemaakt. Mijn huisarts had inmiddels twee emails naar die cardioloog gestuurd, waarop helemaal geen reactie was gekomen. Ze had haar assistente erachterheen gezet, wat ook totaal geen resultaat had. Ten einde raad belde mijn huiarts zelf maar met de cardioloog. Hij vertelde haar dat ze maar een email moest sturen. Toen ze zei dat ze al twee mails had gestuurd over dit onderwerp en dat haar assistente ook had geprobeerd duidelijkheid te krijgen was zijn antwoord: Stuurt u nòg maar een keer een email. Hoewel natuurlijk heel boos over zoveel arrogantie deed ze dat toch, waarop ze eindelijk een antwoord ontving:
beste collega,
ik kom hier maandag op terug aangezien ik geen documentatie voorhande heb.
groet,
S… de naam laat ik weg ja. En dit is de letterlijke tekst van de email.
Een mening mag iedereen zich hierover vormen.
Is dat de generatie specialisten van deze tijd? Robots maken minder vergissingen, denk ik. En doen het werk minstens even goed.
We zijn een hartspier. We zijn een ziek onderdeel, we zijn een kankergezwel in een long, of in een slokdarm…….
Zijn we voor specialisten ook nog mensen? Mensen met pijn in dat zieke onderdeel en met angst voor wat ermee gaat gebeuren? Met angst voor te verwachten pijnen en voor wat de toekomst gaat brengen? Ik heb het nu niet over mezelf, maar over alle zieke en bange mensen die met zo’n dokter te maken krijgen. En over het sollen met die zieke en bange mensen omdat een volgende generatie dokters er ook van moet leren. Waarom worden mensen dokter? Of specialist? Omdat ze toevallig ingeloot zijn op deze studie? En zich dan ook nog kunnen specialiseren in een onderdeel dat hen interesseert? En ONDERDEEL. Niet in een ziek mens, of om een mens gezond maken……
Patiënten zouden vaker moeten klagen. Schriftelijk.
In opstand komen en een betere gezondheidszorg eisen.
Zo, weer genoeg gekankerd. Terug naar vandaag en gisteren.
Van maandag en dinsdag weet ik eigenlijk niets meer. Maandag was Bettydag en zoals gewoonlijk is mijn huisje dan na afloop fris en schoon. Dinsdag was weer eens een ‘omvaldag’, ik weet dat ik die hele middag verslapen heb. Dat gebeurt heel af en toe.
En woensdag had ik een afspraak met een oude vriend. Lekker gelopen. Door het Oosterpark, een wijds en open park, waar echter de stippelmot ook heeft huisgehouden. Waar ook het standbeeld voor Theo van Gogh, De Schreeuw staat, en het monument ter herdenking van de Slavernij.
En nog een paar al dan niet bekende monumentjes.
Hij wilde die veelbesproken wilde perziken van mij eens kopen…
Maar toen we teruggaand wachtten bij de tramhalte. Kwam er geen tram. Heel in de verte zagen we flikkerende lichten van politieauto’s. Gelukkig kwam na ongeveer een kwartier een motoragent vertellen, dat een vrachtauto daar in de verte de bovenleidingen kapot had gereden en dat de tram die middag niet meer zou komen. De bus gepakt……. Die ons via een heel andere route (leuk toch?) naar een nog niet bedoelde plek bracht, het Centraal Station. We hebben de St.Nicolaaskerk bekeken, dat is de kerk van de patroonheilige van onze stad. Heel oude kerk, met Russisch-Orthodoxe iconen zowel als Room Katholieke muurschilderingen.
En later hebben we op een terras aan het water pannenkoeken gegeten, waarna ik zelf naar huis en hij weer naar de trein ging. Een leuk dagje ja.
Bij mooi weer.
De rest van de week was rustig…niets om over naar huis te schrijven. Bezoek aan mijn zieke buurman en boodschapjes voor hem doen. Nee, het gaat niet goed met hem. Ik ben niet echt tevreden, maar wat kun je vertellen…
Mijn scootmobieltje heb ik maar weer verkocht. Aan een mailvriendin. En voor dezelfde prijs die ik ervoor betaalde. Ik had er niet in gereden, behalve rondjes in het atrium ;-). En mijn mailvriendin is er blij mee. Dus twee mensen blij……
En eindelijk ook maar naar de kapper geweest. Was heeel hard nodig, dat kapsel van me is niet houdbaar en mijn haren groeien hard. Dus de laatste week liep ik buiten constant met een pet op. Na de kapper even naar de kringloopwinkel om de hoek, waar ik een mooie zalmkleurige zomermantel vond. Een beetje A-lijn….goed om mijn buikje te verbergen.
Mijn favoriete columnschrijver, Frenk der Nederlanden, heeft in het Parool een mooi serietje neergezet over Tuindorp Oostzaan, één van de dorpen die samen Amsterdam Noord maken. Mijn vader woonde daar samen met mijn stiefmoeder en –broers. Ik heb daar zelf gelogeerd. Ver na de overstroming die het dorp onder water zette. En ik ga reclame maken voor een boek dat hij besprak in één van zijn columns. Het heet: ‘Ik wilde mij geborgen weten’ en is geschreven door Joop Martin. Vast wel in de bieb te vinden binnenkort. Net als ikzelf een ‘stichtingskind’.
Vandaag de boodschappen binnengehaald voor de halve week. Ja, liefst op zondag, dan zijn de winkels hier ook open. En in een bric-à-brac winkel op de Muiderstraat een zestiger jaren vestje en een hoedje gekocht, dat past bij mijn in de kringloopwinkel gekochte mantel. Dat was het weer…….
Abonneren op:
Posts (Atom)