Vanmiddag is mijn oude Buurman voor het eerst weer buiten geweest.
We hebben samen met het hondje een rondje gemaakt. Hij met de rollator, ik met hondje. Ondanks de kou en even een duizeling van de koude lucht die hij niet meer gewend was, werd hij toch enthousiast. En wel zo enthousiast dat hij na de wandeling zijn Kanta,(zo’n klein invalidenkarretje) die al die tijd tegenover het huis geparkeerd had gestaan, ging rijden. De witte ‘vlo’ sloeg bijna meteen weer aan. Eén rondje over de gracht en de achterliggende straat en hij kwam nòg enthousiaster terug. En ging nòg een rondje rijden. Ik bracht hondje binnen die boos tegen me blafte omdat hij niet met me aan de stoep mocht blijven staan. Maar ik ging zelf wel terug naar de straat. Toch een beetje ongerust of het wel goed zou gaan. En het gìng goed. Het duurde zo lang dat ik me ècht bezorgd ging maken, maar toen hij eindelijk de gracht op reed was dat natuurlijk over. Buurman moest zwaar op me leunen, want moe was hij natuurlijk wel. Maar ‘alsof hij een injectie met pure energie had gehad’, zo voelde hij zich. Heb hem thuis afgeleverd en ben in mijn eigen huisje weer aan de gang gegaan.
Want deze activiteit lag niet in de bedoeling voor mij. Mijn andere buurman zou vanmiddag hondje uitlaten maar moest de stad uit. En een bevriende arts had Buurman verteld dat het tijd werd om zelf naar buiten te gaan voor het al te koud werd. En om zijn Kanta even te rijden voordat die ook door de komende kou bevangen zou worden.
Ik was dus zo goed niet of ik legde alles waarmee ik zelf bezig was en wilde gaan zijn, opzij en ging mee.
De rest van de middag ging met papier ruimen voorbij. Stapels papier. Je kunt je niet voorstellen hoe snel dat zich vermenigvuldigt. Kranten, ook andere dan mijn eigen kranten, me toegespeeld door buren. Er is geloof ik nog nooit zoveel reclame in de bus gevallen. En je moet echt tijd nemen om dat zo af en toe op te ruimen. Nu staat er weer een grote tas met kranten klaar om naar de papiercontainer gebracht te worden. Maar de stapels op tafel en één van de stoelen is verdwenen.
Vanavond nog wat kaarten schrijven, de vaat wegwerken na het eten, en de kip opzetten voor de soep. En o ja, de kattenbak verschonen en de wasmachine vast vullen. Dat zijn de karweitjes die echt moéten gebeuren, de rest dient zich vanzelf wel aan.
De rest heeft zich aangediend. Om zeven uur dus weer hondje uitgelaten, maar dit keer had hij geen zin en we waren dus weer snel thuis. 2 Graden was het buiten. Dat is even wennen. Morgen koud EN grijs, is ons beloofd…
De kaarten zijn geschreven, de vaat is weggewerkt, de kattenbank verschoond en meer niet. Morgen de overgebleven karweitjes, en morgen is het ook Bettydag. Nog twee keer en dan moeten we afscheid nemen, dank zij de nieuwe regels uit den Haag. Na zoveel jaren… Ik heb er echt verdriet van, maar wat doe je er aan?
Leven is voortdurend afscheid nemen, heb ik weleens gelezen. Dat is een kunst die je moet leren en ik begin het aardig onder de knie te krijgen. Maar na, daar moet een ander zich niet aan meten, want ik heb het al 74 jaar mogen leren.
Vanavond een oude vriendin teruggevonden. Hoewel, we waren elkaar niet kwijt, maar hadden elkaar al heel lang niet gesproken. Dat hebben we dus vanavond ingehaald met een telefoongesprek van 5 kwartier. En nu zijn we weer helemaal op de hoogte van elkaars leven. Dus…. Als je je realiseert dat je iemand te lang niet gezien of gesproken hebt, dan is de telefoon altijd een prima middel om het contact te herstellen. En dan kies je daarna maar hoe je het voortzet.
Mijn bedje is warm, mijn pillen zijn geslikt…. Ik ga sluiten. De laatste rondebel heeft al een poosje geleden geklonken.