Een meditatie, die ik jaren geleden beschreef en zoals ik die kort geleden terugvond en nu zelf graag weer doe....niet de geest leegmaken, maar ontspannen genieten van mijn eigen beelden en gedachten...Beelden die bij voorbeeld ook bovenkomen bij het lezen van een mooi gedicht.
Het leek me voor de verandering wel iets voor een blogje... Ik heb totaal geen inspiratie momenteel. Dus heb hiervoor weer uit het rijke archief geplukt. Hopelijk beleven lezers er veel genoegen aan. Ikzelf vind het na jaren nog steeds een zegen zo te kunnen denken.
Ik neem een rustige positie in, op een stoel, op een bed of bank, voor mijn part op een kleedje op de grond... .Of waar en hoe je dan ook echt kunt ontspannen...en sluit de ogen. Het licht om me heen is gedempt, geen geluiden, behalve de gewone dagelijkse die niet opvallen... Probeer de wind te horen, de regen, het ruisen van de bomen....of heel zachte muziek.. als je echte stilte benauwend vindt.
---------------
Ik ga visualiseren dat ik op een strand loop. Op miljarden zandkorrels. Op miljoenen en miljoenen zeediertjes op en tussen die zandkorrels vergaan zijn.
De loop der eeuwen heeft dit zand, dit strand, die duinen in de verte, gevormd. Ik zie die duinen niet.... het is schemerig, bijna donker om me heen... Maar heel in de verte zie ik wel een donkere golvende lijn afstekend tegen de nog donkerder lucht. De maan is klein en staat hoog en belicht amper die verte....Het geheel lijkt op een gravure van De La Croix, of van Gustav Doré...
Ik luister naar de niet aflatende branding. En realiseer me dat die onafgebroken klinkt van kust tot kust tot kust tot kust. Over de gehele aardbol. En dit klinkt al miljarden jaren zo, en zal, als de aarde nog lang bestaat...nog miljarden jaren na nu zo klinken.
Ik kijk omhoog, naar dat heldere maantje, daar hoog boven me. Dat maantje, zo klein als het lijkt, regeert de wereldzeeën, regelt eb en vloed. Regelt al het vrouwelijke leven op deze wereldbol... Wat ben ik klein...en wat ben ik groots...ik maak hier deel van uit..Hoe lang dit duurt weet ik niet..
----------------------------
Maar langzaamaan ga ik me dan weer een heel klein onderdeel van die grote, levende en lijdende mensheid voelen. En een mens, die behoort tot deze wereld met al haar schoonheid en het tegendeel ervan , ik deel in al haar liefdevolle goedheid, haar slechtheid, al haar lijden en al haar geluk.
Wie ben ik om me dan anders te voelen, verdrietig of boos te zijn om het eigen lijden... 'Waarom ik niet - en zij wel? ' Ik realiseer me: ik hoor bij de mens, ik ben mens. Ik heb dezelfde hartenklop, luister naar dezelfde branding als degene die met misschien dezelfde gevoelens staat aan het strand van de wereldzeeën, waar dan ook op deze wereldbol...
In gedachten zend ik een groet, een goede wens, een vredeswens uit naar die ander en voel die weer terugkomen naar mijzelf. En ik meen een gedachte op te vangen: 'Ik ben ook maar als één enkel boomblaadje in dit oneindige oerwoud.'
Nog één keer omvatten mijn gedachten de hele aardbol in één oneindig liefdevolle omhelzing. ...METTA!!! Een universele liefdevolle vredesgroet. Dan keer ik langzaam in mijzelf terug. Getroost, door mijn eigen gedachten, Mijn Zelf (Mijn Aardgodin, ben ik geneigd te denken) kan ik dan weer verder met mijn eigen leven..
Eerlijk gezegd denk ik er niet altijd aan me zo te voelen....Een enkele keer gebeurt het dat ik me plotseling realiseer: 'Oja, zo kan ik er óók mee omgaan.'
En dan doe ik het bovenstaande. Erica
(Uit Mijn brieven aan Mijntje,)