Een paar dagen die zonder veel gebeurtenissen maar nog steeds met veel spanningen zijn voorbijgegaan.
Mijn buurman ligt nog steeds aan de beademing, maar een zware crisis is gelukkig overwonnen. Nu mag hij af en toe weer even van de beademing af en kan dan wat praten.
Ik wandel veel in deze dagen, in winkelstraten waar ik voorheen niet kwam.
De Turkse bakker kent me inmiddels als ik om een bruin (volkoren) Turks brood en twee simits kom (cirkelvormige broodjes met sesamzaad, alsof ze om een dikke stok gebakken zijn).
Ooit heb ik een foto gehad uit mijn kleine kindertijd in Wenen, met zo simit in mijn kleine handje. Het geeft een goed kind-terug-gevoel, als ik zo’n ding eet, maar ze zijn objectief ook heel lekker en luchtig. Ach ja, alle foto’s die ik had uit die tijd, met mijn moeder en familie in Wenen, zijn verloren gegaan… Ik had ook een foto van mijn moeder, in een park, kek hoedje, modieuze schoentjes, en lange deftige mantel met een vosje om haar hals. Ik weet het ik weet het, vosjes zijn dieren geweest en in deze tijd zou ik er zelf achteraan zijn gegaan, zachtjes zingend van die tweedehands jas… zoals we in de 80-er jaren al geleerd hebben. Maar voor mij is het een beeld dat me is bijgebleven, een jonge gelukkige vrouw op haar mooist. Misschien één van de heel weinige momenten dat die moeder van mij gelukkig is geweest in haar leven.
Goed, die Turkse bakker dus. Ik liet me even afleiden. Bij een Turkse slager daar vlakbij lekkere worstjes gekocht en bij Zeeman gezien hoe aangepast de collectie daar is. Het is een beetje een Turkse wijk waar ik de laatste dagen wandel, al wonen er zo te zien ook andere moslimgezinnen. Onveilig? Daar niet hoor. Integendeel, ik voel me er behoorlijk op mijn gemak. En de tram is vlakbij, dus ik kan opstappen waar ik wil. Het wandelen heeft een goede uitwerking op me, elke keer weer.
Ik haalde zojuist mijn schouders op, want de gedachte aan boze racistische commentaartjes op het bovenstaande kan ik wel dromen.
Vroeger, vóór de oorlog, in de dertiger jaren, had je hele Joodse wijken, nog veel armoediger en luidruchtiger dan heel Amsterdam nu is. Alleen op vrijdagavond, als de Sjabbes begon, was het stil. En dat is precies zoals nu in de Moslimwijken, als men vrijdags naar het vrijdaggebed in de Moskee gaat.
Inderdaad, de jeugd van nu is anders……. Maar daar ga ik met niemand over discussiëren. Van me nooit-niet nee.
Deze week ook een vergaderingetje hier in huis gehad. Ons huis krijgt weer een naam op de gevel en tegelijk wordt het opgenomen in de wandelroute van het initiatief ‘Plantage op het water’ . Dat is fijn om naar uit te kijken.
Toch overheerst een verdrietig gevoel. Om me heen maak ik zoveel narigheid en spanningen mee momenteel. Ik zie elke dag hoe goede mensen boze dingen meemaken, dat is zo benauwend… Het wordt misschien echt tijd dat er weer een warm zonnetje aan een blauwe hemel gaat schijnen.
De sneeuwklokjes in mijn minituintje zijn minisneeuwklokjes. En andere bolletjes komen nèt met hun groene topjes boven de grond.. De gele forsythia had al knoppen moeten hebben, maar er is nog niets te zien.
Een late lente of barst straks alles in één keer uit? Het is weer iets om naar uit te kijken.. Kom Erica, positief blijven denken meis.
En nu is het zondag. De tijden onder mijn blogjes kloppen voor geen meter, maar ik weet nog steeds niet hoe ik dat moet veranderen. ;-)
Laten we maar hopen dat deze zondag een goede dag wordt. Voor iedereen dus..