Vanmorgen vroeg hebben hondje en ik ons een weg gebaand door zeer laag hangende wolken. Ofwel mist. Een mist die een grijze sluier legde over de gracht en van de aan de overkant liggende huizen alleen de contouren liet zien. Zelfs niet beschenen door de in een halo gehulde lantaarns, die kleine lichtvlekjes lieten zien. Alle geluid klonk gedempt, het klotsen van het grachtenwater was niet hoorbaar. Het enige dat mijn oor bereikte was het lichte getinkel van microscopisch kleine druppeltjes water uit die mist om mij heen.
Wandelen met hondje in dit weer zet al je zintuigen op scherp.
Hondje sjokt naast me, zijn koppetje gebogen. Het is nog zo vroeg en hij is echt geen ochtendhondje, zomin als ik een ochtendmens ben. Maar hij is wakker genoeg om geen paaltje of boom over te slaan en zijn neus is meer dan wakker. Toch wil hij al na een kwartiertje naar binnen en laat zich zoet maar met zogenaamd gegrom afpoetsen. Dat gegrom kan heel goed van plezier zijn, zo te zien. Na zijn beloning laat ik hem weer in de steek, sluit het huis af en kruip in mijn eigen huis weer lekker onder de deken, na eerst de verwarmingsthermostaat hoger te hebben gezet. Toch nog een paar uurtjes slaap inhalen… Nadat de grauwe ochtend maar niet opknapte nam ik mezelf voor dan maar zèlf een zonnetje te zijn en mijn geest niet meer te laten verduisteren door zoiets van buiten af als Het Weer. (Als het maar niet te lang zo duurt). Ondanks de gisteren opgekomen grieperige gevoelens van pijnlijke botten en een verstopte loopneus. Waardoor ik gisteren wel vroeg in bed lag met behalve mijn slaappillen ook twee paracetamols. Lekker doorgeslapen ja, bedankt. Maar één keer wakker geworden van het keiharde snorren van mijn kat die weer boven en tegen mijn hoofd lag gevlijd. Raar beest toch. Vanmorgen nog wel helemaal verstopt, nu nog steeds ja.
De ochtend verliep daarna zoetjes. Uitgebreid gedoucht en ontbeten. De mailtjes beantwoord en doorgestuurd, vanmiddag boodschappen bij Appie gehaald…. Het weer was niet veranderd, zag ik toen. De dikke grauwsluier lag nog steeds over mijn stad. Arme toeristen die wel wat anders verwacht hadden. Ik werd meerdere keren staande gehouden door mensen met een vreemde taal, die het moeilijk hadden omdat ze de weg kwijtgeraakt waren. Gelukkig is Engels inderdaad de wereldtaal geworden, want ik kon zowel Duitse, en Roemeense (klinkt een beetje op Italiaans, dacht ik) als Amerikaanse en Nederlandse mensen te woord staan.
Thuisgekomen als een natte dweil. Maar vóór de boodschappen uitgepakt waren realiseerde ik me dat mijn geliefde stiefbroer vroeg in de avond even langs zou komen. Dat betekende snel zoveel mogelijk boodschappen wegstouwen, Buurman vragen vanavond zelf hondje uit te laten en snel wat naar binnen werken. Gelukkig ging dat goed en toen (stief)broer aanbelde was ik weer de goede gastvrouw zoals altijd. Maar van eten kwam daarna niets meer…geen trek.
Tot zover de zaterdag.
De afgelopen dagen is er eigenlijk ook te weinig gebeurd om over te schrijven, net als vandaag. Maar vanmorgen werd ik toch geïnspireerd door het weer. Ik zag de wolken aanrollen over het water van de gracht, en de wolkjes uit de schoorstenen van de woonboten maakten er bijna een wit-wit-grijs schilderij van Breitner van.
Hiermee is de zaterdag van 6 februari ook weer voorbij