zaterdag 24 april 2010

Maantje tuurt...

Het is nog niet eens donker, maar er staat een heldere maan recht in mijn kamer te schijnen. Driekwart maan…
Dat doet me denken aan een liedje van heel lang geleden, in het kindertehuis De Marthastichting geleerd.

Maantje tuurt, maantje gluurt
Al door de vensterruiten.
Weet je wat of het zeggen wil,
’t is in de kamer zo stil zo stil…
Zijn de kindertjes al naar bed
Of lopen ze nu nog buiten.
Zijn de kindertjes al naar bed
Of lopen ze nu nog buiten.


Lieve maan, kijk eens aan
Ze liggen al lang in de veren.
Mooi, zegt ’t maantje en lacht en lacht.
‘k wens jullie allemaal goede nacht.
Morgen heb je weer nieuwe pret.
Dan kun je weer spelen en leren.
Morgen heb je weer nieuwe pret.
Dan kun je weer spelen en leren.

Bijzonder, dat dat ineens weer bovenkomt… maar tegelijkertijd komt de gedachte naar boven over wat ik daar indertijd bij gedacht zal hebben: ‘Jaja… nieuwe pret.’
Nee, ik had het er niet zó naar mijn zin… Breek me de bek niet open.
Maar ik zou vooral dankbaar en nederig moeten zijn. Want als oorlogsslachtoffer werd ik toch maar gered door mijn opname daar.

WEG, naar beneden met die herinnering. Die is allang onbruikbaar, zeker voor mijn leven nu.

Dat leven nu…. dat is het leven vandaag, 24 april 2010. De eerste lekker warme dag van het jaar.
In 1993 was die eerste warme dag op 12 maart.
Hoe ik daarop kom? Mijn enige boek ‘Twee vrouwen en een jas’ over de zoektocht naar mijn moeder eindigt in Kamp Westerbork en ik heb dat toen zo opgeschreven.
De eerste warme dag van dat jaar.

Het is weer de tijd van de herdenkingen ja. En dan kan de geest ongewild afdwalen vanuit het heden naar andere tijden.
Terug naar deze tijd maar weer.

Het weer was dus zo heerlijk dat ik (voor het eerst weer) mijn zomerjas aantrok, mijn rugzak omdeed en naar de Dappermarkt toog. Eerst even langs de bakker voor mijn zaterdagse galletje, minibroodjes en volkoren beschuit. Op de markt was het razend druk en ik moest bij elke stap goed uitkijken dat ik niemand met mijn mooie gebloemde stok van de straat veegde. Er waren weer heel veel verschillende culturen te genieten. Van bleke kaaskoppen tot prachtige zwarte koppen. Van mooie jonge meiden tot heel oude dames met rollators of boodschappenwagentjes. Daar was eigenlijk geen ruimte voor, maar iedereen was vriendelijk en verontschuldigde zich en nam verontschuldigingen aan. Want de zon scheen en het was warm op de markt. Heel warm. De rekken hingen al vol met zomerkleding. Dat waren heel veel rekken in die meer dan een kilometer lange Dapperstraat. Ik ben me te buiten gegaan ja. En heb mezelf verwend met twee t-shirts en twee katoenen broeken en drie zomerpetjes. Klaar ben ik ermee. Letterlijk dus.
Voor nog geen 35 euro heb ik mijn hele zomergarderobe klaar. Nouja, gecombineerd met wat ik al in huis heb natuurlijk.

Onderweg heerlijk in de zon op een terrasje gezeten en een alcoholvrij biertje genomen. Ik moest wel gaan zitten van mijn heup. Die wilde niet meer verdergaan. Na een halfuurtje wilde heupje wel weer mee, als ik stok ook maar meenam. Die liet ik natuurlijk niet liggen…..
Na nog wat noodzakelijke drogisterijbezoekjes ben ik toen maar richting tram gegaan. De rugzak en de tas werden een beetje zwaar.

Gelukkig kon ik nog een poos op een bankje zitten voor lijn negen kwam… wat duurde dat weer onmenselijk lang. Er kwàm er wel eentje, maar die reed door. Leeg… Zal wel een leerling geweest zijn.
Toen mijn tram eindelijk dan toch kwam kon ik zowaar zitten, al was hij behoorlijk vol. De markt liep zichtbaar leeg en de tram in.
Thuisgekomen na weer wat gedronken te hebben eerst maar een dutje gedaan. Even bijkomen.
En nu is alwéér een dag voorbij.

En met een grote ‘boem’ is zojuist de nacht weer gevallen.
Onee, dat was poes die met een rotvaart tegen haar bak aanliep…;-))