zondag 30 januari 2011

Een goede zondagochtend.

Zondagmorgen. De planten in het atrium staan er vreselijk bij. De kou en de schemer heeft hen ook aangetast. De Ficus Benjamini staat er voor dood bij.
Vandaag heb ik voor het eerst weer wat plantenvoeding toegevoegd, hopelijk wordt het nog wat. Voor de vogels heb ik een grote zak zaad gekocht en een fles gevuld en met een speciaal voedermondje staat dat nu buiten, vastgebonden, te wachten op de kleine vogeltjes. Voor de grote vette vliegende stadsratten, de wilde duiven en de meeuwen heb ik apart brood gestrooid in de grote tuin. Als roofvogels stortten ze zich er luid schreeuwend op.
En terwijl ik dit schrijf hebben ze ook het strooigoed in mijn tuintje al op. De smaragdgroene halsbandparkieten laten zich ook horen, maar zitten nog in een boom. Ook voor die (kleinere) roofvogels kun je nooit genoeg strooien en een lawaai dat ze maken... dat gaat je door merg en been.
Ik heb zojuist wel een musje gezien, maar dat maakte snel dat het wegkwam. Er scharrelt een roodborstje tussen de overgebleven kruimeltjes. Op het rozenhek zit een grote bonte specht uit te rusten...
Tussen de bodembedekkers ritselt het. Misschien zitten daar egeltjes of padden die wakker geworden zijn? Jawel, zo stil is het op dit stukje stad, dat je dit hoort. Stadsverkeer hoor je hier helemaal niet. Hooguit een ellende-auto. Een ziekenwagen, brandweer- of politiewagen met sirene.
De gracht ligt nog open, dus water is er nog. Maar de teiltjes en emmers waarin ik het regenwater spaar, zijn weer dichtgevroren. Er moet dus misschien nog water buitengezet worden... Even afwachten maar.
Op de mediaplayer heb ik de cd van Susan Boyle opstaan. Past goed bij mijn stille stemming.
Het is zondagmorgen 30 januari 2011.

De zaterdag heb ik bij dochterlief doorgebracht. Het is verbazingwekkend hoeveel we altijd te praten hebben. En hoe goed we elkaar begrijpen voor dingen waar geen woorden voor zijn. Gisteravond, in plaats van naar huis te gaan nadat ze me op de tram had gezet, hebben we ook onafhankelijk van elkaar nog boodschappen gedaan. Kwamen we achter toen we ons meldden, om te zeggen dat goed thuisgekomen waren. Dat doen we altijd, anders wordt een mens maar ongerust als er geen melding komt.
Op het Haarlemmermeerstation staat nog altijd de bouwval van het vroegere chauffeurscafé 'Jaap'. Waar mijn vader en ik na eindeloze wandelingen neerstreken voor een kop koffie met een koek. Dochter was blij dat ze dat ook nog heeft kunnen meemaken met mij. En op datzelfde plein keken we, dit keer ook weer bewust, uit op de Amstelveenseweg-gevangenis, waar mijn moeder in 1942 werd opgesloten omdat de ' Jodenster' niet opgenaaid, maar op de jas gespeld zat. Maar wat zeg ik, ze zou toch wel opgepakt en vermoord zijn...ondanks alles.
Het verleden gaat altijd met je mee, En blijft toch altijd door je schild prikken om naar boven te kunnen komen...

De stad slaapt nooit, de grote supermarkten zijn tot laat open. Ik doe graag boodschappen ja. Alleen het naar huis slepen van alles is vaak een opgave. Gelukkig heb ik een grote rugzak, dat versjouwt gemakkelijker. En is de tram vlakbij. Jawel, deze oude dame loopt altijd met een rugzak. Verbloemt een beetje de geestelijke rugzak die ze moet sjouwen. ;-).
Ik zat in de winkel een beetje bij te komen. Het hoort bij mij, om tussendoor zo vaak dat kan even te gaan zitten om daarna weer verder te kunnen. Geeft toch niet? Ik bereik tot nu altijd mijn doel daardoor.

Maar goed, even zitten... en bij de betaalautomaat stond een jongen te pinnen. En nog eens te pinnen. Blijkbaar kende hij het nummer van pasje niet? Bij de derde keer keek ik naar een beveiligingsman. Die kwam erbij staan en liet de knaap nog maar eens pinnen. Die werd vrij zenuwachtig maar moest nu wel doorgaan. Zonder resultaat... Dochterlief zei achteraf dat ik daar niets achter had hoeven te zoeken, hij wist misschien inderdaad zijn pasnummer niet... En hij was geen kaaskopperige Nederlandse jongen zo te zien... dus ik was misschien wel een beetje te wantrouwend?

Aaach, de echtparen roodborstje en merel hebben de fles met zaad gevonden. Ik zie een groenvink aarzelend vlakbij op het hek zitten.
Maar één van de straatratten (een ouwe vette rafelige duif) heeft z'n positie ingenomen om de kleine vogeltjes te verjagen. Vanaf mijn tikstoel kan ik wel zien dat de koolmeesjes zich nu ook verzamelen.... Poes houdt mij gezelschap, heeft niets in de gaten.

Om verder te gaan waar ik gebleven was: op zeker moment stonden er drie beveiligers bij die jongen die hem aanmoedigden door te gaan met proberen te pinnen. Het lukte hem niet om het juiste pasnummer in te tikken... En na ongeveer de twaalfde poging werd hij tussen drie beveiligers keurig en onopvallend weggevoerd...
Terwijl ik daar nog zat kwam een maatje binnen. Dat was althans mijn indruk... Hij bleef een tijdje binnen bij de uitgang staan, vlak bij de betaalautomaat. Maar hij moet gemerkt hebben dat zijn maatje er niet (meer) was, want na een minuut of zeven bij de uitgang gedraald te hebben ging hij er weer vandoor. Hij heeft geen boodschappen gedaan nee ;-).

Inmiddels is de ochtend weer voorbij. En mijn maag begint te protesteren. Dus dit verhaal maar weer afsluiten.
Het was een goede zondagochtend.