Een uur geleden was het hier nog een hels kabaal. Het feest van honderden geestelijk en gehandicapte kinderen., die per politieauto, per brandweer of zo nodig per ambulance hun dag van het jaar hadden. Ze werden met zwaailichten, met gillende sirenes en ander lawaai van normaal genoemd ellende-auto’s maar nu feestauto’s, naar Artis gebracht en weer opgehaald. We waren gewaarschuwd, dus schrokken niet. Maar het klonk wel angstaanjagend hoor.
Als ik de vuilniszak buitenbreng en op de hoop poneer, wil ik een stukje lopen en ik laat me even koesteren door de warme zomeravond. De gracht is donker, en er spelen kleine golfjes die nog niet naar bed gestuurd zijn door moeder Nacht. Ik kan het net zien tussen de woonboten door. Er spelen gouden lichtvlammetjes van de lantaarns op.
De bomen, zwartgroen filigrein in de donkere avondlucht slapen al wel in de windstille nacht. Aan de overkant lichten de rozen op, die tegen de muren genesteld hebben. En bij de brug sta ik even stil en ga me gedragen als een baliekluiver.. Ik kom er niet gemakkelijk weg.
Aan de overkant bestaat de familie vandaag uit zeven waterhoentjes en tot nu is er geen kuiken verdwenen. Ze zullen nu ook slapen. Maar overdag is het sprookjesachtig om te zien hoe de ouders met de kleintjes omgaan. Hebben vader en moeder waterhoen een toertje apart met ieder een paar hele kleine kuikentjes gezwommen, dan worden de kleintjes bij de waterkant gezet en gaat de ene ouder de andere tegemoet om hem/haar mèt de kleintje binnen te halen. Ze begroeten elkaar steeds weer door de snavels tegen elkaar te houden. En dan duiken ze voor voedsel en voeren een voor een de kleine waterhoenkuikens. Pa (of Ma) krabt iets eetbaars van de kademuur en stopt dat in de bekjes van de kleintjes. Het is zo ontroerend en vertederend… Maar zoals gezegd, nu slapen ze toch. En ik hoop dat ze er alle vijf nog zijn morgenochtend, want de snoeken en andere kannibalen houden ook van kuikentjes.. en zelfs van volwassen waterhoentjes. Maar dit stel zit hier zéker voor het vijfde jaar. Er hangt een houten vlondertje in het water. De vogels zijn niet kieskeurig en kunnen behalve hout, allerlei rotzooi gebruiken om er een warm nestje van te bouwen. Ik kan er nooit gedachteloos aan voorbijgaan.
Als ik kijk naar de tuin van het Instituut… ook aan de gracht, moet ik ook altijd denken aan de jaren toen de schitterende meidoorn er nog bloeide….en dat de vlekmot van die heel oude prachtige prachtige meidoorn daar, sombere grijze dode bomen maakte, ingepakt in dikke grauwe sluiers van de larven van de vlekmot. Zoiets als de sombere bossen van Olivier Bommel.
Ook bij ons in de tuin zijn twee bomen eraan kapot gegaan. Die vlekmotten hebben de naam geen schade aan te richten, de bomen worden daarna wel weer groen …….. maar na twee jaar uitgezogen en opgevreten te zijn hebben alle aangevreten bomen in onze buurt het opgegeven. Ook in onze tuin hebben de meidoornsdaardoor verdwenen. Een onherstelbaar verlies.. Ik heb er woorden over gehad met een vriend en de mensen van het Instituut, die volhielden dat de bomen weer groen zouden worden en bloeien zouden…
Maar niks van dit alles. Bij het instituut heeft nog een paar jaar een stronk gestaan. De rest van de boom kwam in het water terecht. Die stronk dient nu als pilaar voor de hedera, de kruipende klimop die daar uitbundig groeit. Wel kunstzinnig ,maar de prachige oude meidoorn moest er voor wijken. En de motjes vermenigvuldigden zich snel.
Als ik op de brug sta, moet ik ook altijd dááraan denken.
Maar het meest word ik toch geraakt door dat voor een romantische ziel snoezige familietje Waterhoen.. Dat jullie het dit jaar maar mogen redden vriendjes en vriendinnetjes, alle vijf en hun ouders ook.. Tegen die gemene snoeken, baarzen en weet ik wa t voor vijanden jullie nog aan je pootje onder water zullen trekken... Die kleine bolletjes wol hebben daaronder twee slappe gele aanhangsels zitten, die ijverig en wilt door het water peddelen…..
Zou er iemand zijn die liever ergens anders woonde? Onvoorstelbaar