Dagen dat anderen, om mij te helpen en met mijn goedkeuring, mijn dag bepaalden en ik het liet gebeuren.
Graag en niet graag.
Gisteren was het maandag, Betty-dag. Dan gaat mijn geëerde Betty haar gang en ik zorg dat ik niet in de weg loop of zit.
’s Morgens was mijn geëerde sysop hier. Want het machien is nog lang niet op orde. Die moet een dezer dagen naar zijn computer-ziekenhuisje om nagekeken en beter gemaakt te worden, want anders wordt hij chronisch ziek. Ik moet tot die tijd maar voortsukkelen met een zieke machine. Tikken doet ie nog. En radio en mijn eigen muziek krijg ik er ook nog uit. Maar veel meer niet.
Mijn voeten waren me ook de baas. En dat betekende dat elke stap, net als zondag, een kwelling was.
Toch moest ik in de late namiddag nog naar de apotheek en aansluitend wat boodschapjes uit de buurt halen. Gelukkig had ik het eten klaar staan in de koelkast want toen ik eenmaal thuis was was er geen kook-energie meer. De avond werd dus grotendeels liggend of met de voeten op de voetenwip doorgebracht. De voetenwip is een soort voetenbankje in de vorm van een wipje, waarmee de voeten in beweging gehouden kunnen worden. Van voor naar achter, of, als je hem dwars zet, van links naar rechts.
Maar vanmorgen kon ik gelukkig tussentijds bij de pedicure terecht. Mijn wondervrouw, want ze weet me altijd van de pijn af te helpen, al is het maar tijdelijk. Voor iemand die zo graag loopt is het heel erg als dat niet (meer) kan. Maar Deo volente ga ik morgen weer lekker lopen hoor.
De middag was één van die middagen dat ik niks kan. Papier van links naar rechts en terugleg. Aan het vaatje begin, maar niet aan het afdrogen. Tenslotte alle papieren maar in een (zoveelste) doos gefl….. eh… gegooid. Hopelijk kom ik nog een keer echt aan het opruimen toe. En toen was ik zo moe van mezelf dat ik maar een slaapje ben gaan doen.. Waarbij ik altijd wilde dromen over vroeger krijg.
Na het slaapje was er weinig veranderd. Ik heb gekookt en gegeten, de vuilniszak en het tuinafval van zondag buiten gezet….De vuilniswagen komt morgen.
Zo zie je maar, hoeveel woorden er vuil gemaakt kunnen worden over het feit dat er niks gebeurt. ;-)))
Niet helemaal eerlijk. Want er is toch een korte correspondentie geweest met een journalist uit België die mijn verhaal over mijn moeder wil gaan verspreiden en zorgen dat ermee gewerkt gaat worden in de op gang gekomen Holocaust-educatie. Hij wil graag dat het gepubliceerd wordt. Maar voor publicatie wordt het wel goed, maar toch te hard en te rauw bevonden. Ik zie wel… Als er maar mee gewerkt wordt mag het bewerkt worden tot een minder rauw verhaal, hoewel de werkelijkheid van de Shoah nog veel rauwer was dan ik beschrijven kon.
Als mijn naam bij dat verhaal maar verbonden blijft met die van mijn moeder, vind ik heel veel goed.
En nu is het echt op. Het elfde jaar hier begon niet echt inspirerend en geïnspireerd.