En dat heeft ze ook, na al die maanden!
De forsythia bloeit eindelijk, de bladerknoppen van de hortensia worden dikker, en voorjaarsbolletjes schieten de grond uit, maar bloeien ho maar.
Terwijl de krokussen en de sneeuwklokjes inmiddels zijn uitgebloeid. Het wordt hier elke dag een beetje groener.
De vogels houden op dit moment een middagdutje, het is bijna stil buiten.
Af en toe een losse tsjilp, alsof er hardop gedroomd wordt.
Het is eindelijk lente. Nog niet warm, het is hier momenteel nog geen 10 graden. Maar in de tuin ligt de temperatuur wel hoger.
Hoe is deze week tot nu gegaan? Ik grijp terug op emails die ik vanaf zondag geschreven heb.
Behalve de gang naar het ziekenhuis een paar keer per week, en de extra tijd en energie die daarin gaat zitten, doe ik dus ook de was voor mijn patiënt. En doe ik zo nodig wat boodschapjes. Vandaar dat ook aan het schrijven veel minder tijd besteed kan worden. Want dan ben ik moe als ik thuiskom. En vóór het vertrek erheen ben ik weer druk met andere dingen. Op dit ogenblik hangen er t-shirts op de verwarming te drogen, want die moéten weer mee terug, anders zijn er geen t-shirts meer. ;-)
Omdat ik het me niet zo goed herinner neem ik af en toe een deel van een email over…zoals nu over maandag. Hier en daar bijgeslepen, dat wel.
Ik was wakker geworden van een avondslaapje, met een duffe pijnlijke kop, alsof er een griepje op komst is, want mijn botten doen ook pijn. Dat zal wel een uiting van de vermoeidheid zijn... Want dit was een rare dag. Het begon vanmorgen, ik was net gewassen, gekleed en opgemaakt. Had even aan het raam, zoals gewoonlijk, mijn overbuurman goedemorgen gezegd - even kijken of alles goed is daar.
Toen ging de eerste keer de bel. Een andere buurman met een hem uitgeleende dvd die hij terug kwam brengen.
Honderd keer excuses dat hij hem nu pas terugbracht want zijn zonen hadden hem ook willen zien en hier, voor jou, een grote bos tulpen. 'Goh Mensch, dat had toch helemaal niet gehoeven', zei ik met meteen een volle neus... Maar goed, de bloemen wat uit de buurt gezet, want ik bèn nou eenmaal allergisch voor bloemen en toen belde een andere medebewoner aan. Die zit met mij in de bewonerscommissie en had voor mij kopieën van een brief van de woningcorporatie voor de bewoners gemaakt en bracht broodjes tonijn mee, die over waren van zijn werk. Iemand die ALLE tijd had, geen kwaad woord over hem hoor..... maar ik had nog steeds geen koffie of ontbijt op..... Goed, in het portiek de brieven in de bussen gedaan - en daar stond tot mijn verrassing neef Freek, die even de digitale tv kwam instellen en uitleggen, want dat ging niet goed bij mij. Hij hoefde geen koffie en ik kwam er ook hier niet toe want we bleven in gesprek....en toen belde weer een andere buurman, die had mijn trap geleend. Volle bak bij de deur....
En toen kwam Betty en eindelijk ( over half één ) kon ik koffie gaan zetten en een boterham eten. Betty is niet echt een stille vrouw…en we hebben elkaar altijd veel te vertellen.
Toen Betty om vier uur wegging heb ik mijn schoenen aangetrokken en ben naar de tram gegaan. Het woord Kijkshop was die middag gevallen en dat bracht me op een idee. Daar wilde ik heen. Nou, ik ben er geweest... Mijn rugzakje was meteen vol, want ik vond er de ideale, heel kleine cd-speler voor mijn patiënt in en een grote doos met wat ik dacht de Mozart-collectie te zijn, voor een tientje. Toen ik thuis kwam bleek de doos allerlei verschillende componisten te bevatten, dus die moet weer teruggebracht en moet ik zien te ruilen voor de goede doos. Een paar honderd meter verder ben ik toen gaan kijken of de Wibra, een soort Marskramerwinkel, nog wat had. Ja dus... Roodbruine veters, een opvouwbaar leesbrilletje, schoenpoets, en nog wat kleinigheidjes. Toen eindelijk terug de tram gepakt en thuis na een paar boterhammen, in elkaar gezakt en twee uur gelegen... en nog steeds malend moe.
Ook de volgende dag nog. Toch ben ik die doos gaan ruilen en heb nu een mooie box met allemaal Mozart-cd’s, Over de Albert Cuypmarkt teruggelopen naar de andere tram, maar ik was eigenlijk helemaal niet op orde en heb ook geen enkele boodschap gedaan. In elk geval had ik mijn loopje wel.
Woensdag ben ik maar de hele dag thuisgebleven en heb ’s middags een slaapje gedaan in de hoop ’s avonds wat fitter te zijn om naar het ziekenhuis te gaan. Dat moest ook wel, want ik had dat cd-spelertje en een leesbril bij me en wat schone was… Maar op mijn weg terug ben ik toch maar langs mijn vaste ‘Chinees’ gegaan en heb een portie Babi Panggang meegenomen voor thuis. Lekker ja.
Vandaag is de dag nog jong. Nog geen drie uur in de middag en de zon staat maar te stralen. Straks dus weer naar het ziekenhuis…
En daar belde toen de jonge schrijver. Die stond bijna voor de deur, want er moest iets voor mijn buurman gedaan worden. Hij is gezellig een tijd gebleven, heeft enkele van mijn (te) vele boeken uitgezocht om te lezen en een magnetronpannetje moeders’ soep meegenomen. Dat vind ik persoonlijk het fijnste om uit te delen hè… pannetjes soep.
Na het ziekenbezoek thuis maar een flinke biefstuk met brood gegeten. Dat was heel lang geleden voor het laatst. Dus hij smaakte prima.
En tot mijn verbazing was er een item op tv over de ziekte van buurman. Met een vrij jonge man die zo goed als genezen het interview gaf. Dat moet hoop bieden voor de andere mensen die deze zeldzame ziekte hebben. Guillain Barré is de naam. Ik heb op internet de ervaringsverhalen van deze patiënten gelezen.
En nu is het de hoogste tijd voor bedje toe en slapen gaan. Moe is heeeel erg moe.