donderdag 28 augustus 2008

Vandaag is mijn haar weer donkerbruin

zoals het hoort te zijn.
Jammer genoeg was het door de jaren heen witter en witter geworden. En omdat het zo fijn als babyhaar is en glad als eh… kweeniewat… leek het ‘wit’ alsof ik bijna geen haar had.
Dus krijgt mijn haar sinds jaar en dag, ijdel als ik ben, een kleurtje. Niks op tegen toch?
Maar de laatste keer was het nogal rood uitgevallen. Ook niets op tegen nee, maar rood haar past niet zo goed bij mij. Zegt mijn kapper ook. En nu mijn haar toch te lang was, en verschoten naar tranceachtig met grijswit bij de huid…nee, dat ziet er niet uit, inderdaad – ben ik maar weer naar mijn kapper gestapt om het te laten knippen en kleuren. De dames waren er vandaag niet, dus kapper Sjef moest het nu zelf doen. Doet hij niet graag, zegt hij. Maar hij heeft toch een paar uur aandacht aan mijn hoofd geschonken. Was hij eerst bang dat mijn haar zwart zou kleuren (past al helemáál niet bij me), het viel hem – en mij – achteraf toch erg mee. Mooi donkerbruin weer. ;-)
En vooral kort!! Tot volgende maand kapper Sjef.

Het was mooi weer, ik wilde de deur uit. Maar, kent iemand dat vervelende fenomeen, er is telkens iets anders dat je ophoudt. Ga je de deur uit, vergeet je dat de post geweest is en die moét je natuurlijk eerst zien. Nee dus, de bus was nog leeg. Goed. En dan merk je dat je je oorbellen niet in- en je pet niet òp hebt. En dat haar hè… nee, zonder pet gaat niet.
Ben ik eindelijk buiten, heb ik mijn boodschappenbriefje binnen laten liggen en al sla je me dood, ik weet even niet meer wat ik nog meer moest doen. Dus weer naar binnen en het briefje bij me gestoken. Hèhè… Ik ben buiten. Kijk ik om en zie ik dat ik de tuindeur open heb laten staan. En dat kàn niet in Amsterdam.
Enfin, het was ongeveer drie kwartier later, dat ik eindelijk op weg was naar de stad, naar de kapper dus. Maar: het briefje zei dat ik eerst nog even langs de apotheek moest om een restant medicijnen op te halen die ze gisteren niet hadden. Dus de tram weer uit. En later weer in.
Stap ik een halte te vroeg uit en verwonder me verward waar ik terechtgekomen was. Dus een eind lopen om, voorbij het Rembrandsplein, in de Reguliersbreestraat mijn boodschapjes bij de Etos en het Kruidvat te doen voor de voedingssupplementen. Die kon ik niet meer vergeten. ;-)
De volgende tram bracht me eindelijk waar ik wezen moest. Ik hoef daar nooit een afspraak te maken. Het publiek druppelt de hele dag door naar binnen en hoeft zelden lang te wachten. Ik kon meteen in de kappersstoel plaatsnemen. Het is altijd gezellig bij mijn kapper, ook als hij er bijna alléén voor staat.
Toen ik weer buiten kwam hoefde ik mijn petje niet meer op ;-)
Als je haar maar goed zit hè…. En ik kijk vrij geregeld in de spiegel van de kapper dus.

Even om de hoek kijken in de kringloopwinkel daar. Maar behalve een paar ansichtkaarten was daar niks van mijn gading dit keer. Dus op naar de tram die me weer moest thuisbrengen. En bij de uitstaphalte zag ik mijn buurman Frans hetzelfde doen als ik… uitstappen dus.
We hebben op het miniterrasje van Eik en Linde even een cappuccino genomen om wat bij te praten. Maar er zat een man….waarschijnlijk ooit een vluchteling, hij kwam uit Bosnië in elk geval. Die op een dodelijk dominante manier ‘Eh’, zei hij tegen mij: ‘U mag praten, maar ik zeg wel wannéér’.. tijdens mijn gesprek met Frans. ik keek hem even stomverbaasd aan. Ik bedoel… als blikken konden doden… Pardon? Waar haalde die man de moed vandaan? Hij mengde zich zonder meer in ons gesprek en wilde alle aandacht en dacht die op zo’n manier te krijgen en vast te houden… Hij begon meteen te praten en beschuldigde alle Nederlanders ervan onbeschoft en onhartelijk te zijn. ‘Hij had nu een Nederlands paspoort, dus mocht hij dat zeggen’. ‘Denen waren toch heel anders’… Ik vroeg hem of hij soms generaal was geweest in zijn vaderland, maar daar kreeg ik geen antwoord op.
Enfin, toen hij eindelijk opstapte kwam hij terug omdat zijn bril zoekgeraakt was. En Frans was zo goed niet of hij moest opstaan en de stoelen opzijschuiven en laten zien dat hij die bril niet had. Wat moest een ander met zijn ‘dure bril’???
Ons kopje koffie smaakte lang zo lekker niet als we gehoopt hadden om maar niet te spreken over even ontspannen kletsen en mensjes kijken, waarvoor een terras toch is ingericht nietwaar? Brrr… Goed, thuis had ik nog een ‘doggie-bag’ staan van het dineetje van gisteren bij de chinees……. Dus met eten maken was ik snel klaar.
Inmiddels is het laat geworden… en deze dag is ook weer verleden tijd. En elke dag die voorbijgaat maakt een mens ook een dagje ouder hè…