Het is weer de hoogste tijd om het logboek bij te gaan werken. Wat is van alle wederwaardigheden het best blijven hangen…
Het conflict met mijn cardioloog denk ik. Die me in april vertelde dat ik geen hartpatiënt meer was want mijn hart deed het goed momenteel. Maar… ik had een verdikte hartspier. Ik hoefde niet meer bij hem terug te komen maar moest voortaan wel elke vier weken naar mijn huisarts voor controle.
Verbijstering, vragen… Ik heb er maar een rapportje van gemaakt. Dat de data vastliggen. Want we zitten nu op 21 juni, en sinds het gesprek op 24 april (dat was dus twee weken na het onderzoek zelf) heeft mijn huisarts nog steeds geen schriftelijk bericht ontvangen. Er is nòg steeds geen rapport over het onderzoek en de uitslag gemaakt. Mijn huisarts had inmiddels twee emails naar die cardioloog gestuurd, waarop helemaal geen reactie was gekomen. Ze had haar assistente erachterheen gezet, wat ook totaal geen resultaat had. Ten einde raad belde mijn huiarts zelf maar met de cardioloog. Hij vertelde haar dat ze maar een email moest sturen. Toen ze zei dat ze al twee mails had gestuurd over dit onderwerp en dat haar assistente ook had geprobeerd duidelijkheid te krijgen was zijn antwoord: Stuurt u nòg maar een keer een email. Hoewel natuurlijk heel boos over zoveel arrogantie deed ze dat toch, waarop ze eindelijk een antwoord ontving:
beste collega,
ik kom hier maandag op terug aangezien ik geen documentatie voorhande heb.
groet,
S… de naam laat ik weg ja. En dit is de letterlijke tekst van de email.
Een mening mag iedereen zich hierover vormen.
Is dat de generatie specialisten van deze tijd? Robots maken minder vergissingen, denk ik. En doen het werk minstens even goed.
We zijn een hartspier. We zijn een ziek onderdeel, we zijn een kankergezwel in een long, of in een slokdarm…….
Zijn we voor specialisten ook nog mensen? Mensen met pijn in dat zieke onderdeel en met angst voor wat ermee gaat gebeuren? Met angst voor te verwachten pijnen en voor wat de toekomst gaat brengen? Ik heb het nu niet over mezelf, maar over alle zieke en bange mensen die met zo’n dokter te maken krijgen. En over het sollen met die zieke en bange mensen omdat een volgende generatie dokters er ook van moet leren. Waarom worden mensen dokter? Of specialist? Omdat ze toevallig ingeloot zijn op deze studie? En zich dan ook nog kunnen specialiseren in een onderdeel dat hen interesseert? En ONDERDEEL. Niet in een ziek mens, of om een mens gezond maken……
Patiënten zouden vaker moeten klagen. Schriftelijk.
In opstand komen en een betere gezondheidszorg eisen.
Zo, weer genoeg gekankerd. Terug naar vandaag en gisteren.
Van maandag en dinsdag weet ik eigenlijk niets meer. Maandag was Bettydag en zoals gewoonlijk is mijn huisje dan na afloop fris en schoon. Dinsdag was weer eens een ‘omvaldag’, ik weet dat ik die hele middag verslapen heb. Dat gebeurt heel af en toe.
En woensdag had ik een afspraak met een oude vriend. Lekker gelopen. Door het Oosterpark, een wijds en open park, waar echter de stippelmot ook heeft huisgehouden. Waar ook het standbeeld voor Theo van Gogh, De Schreeuw staat, en het monument ter herdenking van de Slavernij.
En nog een paar al dan niet bekende monumentjes.
Hij wilde die veelbesproken wilde perziken van mij eens kopen…
Maar toen we teruggaand wachtten bij de tramhalte. Kwam er geen tram. Heel in de verte zagen we flikkerende lichten van politieauto’s. Gelukkig kwam na ongeveer een kwartier een motoragent vertellen, dat een vrachtauto daar in de verte de bovenleidingen kapot had gereden en dat de tram die middag niet meer zou komen. De bus gepakt……. Die ons via een heel andere route (leuk toch?) naar een nog niet bedoelde plek bracht, het Centraal Station. We hebben de St.Nicolaaskerk bekeken, dat is de kerk van de patroonheilige van onze stad. Heel oude kerk, met Russisch-Orthodoxe iconen zowel als Room Katholieke muurschilderingen.
En later hebben we op een terras aan het water pannenkoeken gegeten, waarna ik zelf naar huis en hij weer naar de trein ging. Een leuk dagje ja.
Bij mooi weer.
De rest van de week was rustig…niets om over naar huis te schrijven. Bezoek aan mijn zieke buurman en boodschapjes voor hem doen. Nee, het gaat niet goed met hem. Ik ben niet echt tevreden, maar wat kun je vertellen…
Mijn scootmobieltje heb ik maar weer verkocht. Aan een mailvriendin. En voor dezelfde prijs die ik ervoor betaalde. Ik had er niet in gereden, behalve rondjes in het atrium ;-). En mijn mailvriendin is er blij mee. Dus twee mensen blij……
En eindelijk ook maar naar de kapper geweest. Was heeel hard nodig, dat kapsel van me is niet houdbaar en mijn haren groeien hard. Dus de laatste week liep ik buiten constant met een pet op. Na de kapper even naar de kringloopwinkel om de hoek, waar ik een mooie zalmkleurige zomermantel vond. Een beetje A-lijn….goed om mijn buikje te verbergen.
Mijn favoriete columnschrijver, Frenk der Nederlanden, heeft in het Parool een mooi serietje neergezet over Tuindorp Oostzaan, één van de dorpen die samen Amsterdam Noord maken. Mijn vader woonde daar samen met mijn stiefmoeder en –broers. Ik heb daar zelf gelogeerd. Ver na de overstroming die het dorp onder water zette. En ik ga reclame maken voor een boek dat hij besprak in één van zijn columns. Het heet: ‘Ik wilde mij geborgen weten’ en is geschreven door Joop Martin. Vast wel in de bieb te vinden binnenkort. Net als ikzelf een ‘stichtingskind’.
Vandaag de boodschappen binnengehaald voor de halve week. Ja, liefst op zondag, dan zijn de winkels hier ook open. En in een bric-à-brac winkel op de Muiderstraat een zestiger jaren vestje en een hoedje gekocht, dat past bij mijn in de kringloopwinkel gekochte mantel. Dat was het weer…….