donderdag 28 oktober 2010

Wenen, zoeken naar roots.

Er is nog een verhaal dat ik graag in kwijtwil in Erica's dagboek en dat is de reis naar Wenen die ik met een vroegere vriendin in mei 2004 gemaakt heb. Ook om te zoeken naar mijn verleden, mijn roots. Van Moeders' kant liggen die dus in Oostenrijk, dat zo meeverantwoordelijk was voor de ellende in de Tweede Wereldoorlog.
Ik zal het verhaal per dag weergeven. Hopelijk is het dan minder warrig dan het verhaal over de reis naar Israel.

Wenen, zoeken naar roots.

Gisteren teruggekomen uit Wenen, dus behoorlijk moe nog.

Maar laat ik jullie toch, zoals beloofd, maar vast vertellen hoe we gesjouwd hebben, vooral Lies trouwens. Die heeft niet voor niets die dikke knie... ook van al dat sjouwen ja, vast wel.

Goed, we vertrokken dus de 10e, om even over vijven 's middags.

ik had in eerste instantie een hele grote reistas op een karretje, een kleine reistas op wieltjes, een rugzakje en een weekendtas bij me...vreselijk onhandig, maar naar het Centraal Station werd ik gebracht door nicht en neef. Lies had een grote reistas op een karretje en een werkelijk heel grote koffer bij zich.....twee oudere vrouwen op reis....!

Gelukkig bestaan er nog aardige sterke mannen ;-). Trein in - trein uit... in de slaaptrein moest lies maar zien hoe ze alles verstouwde....ja, dat deed ze alléén, ook terug. Met zulke dingen (en met veel méér natuurlijk) ben ik waardeloos. Doodmoe waren we, toen we, rond 9 uur de volgende morgen, op de plaats van bestemming aangekomen waren, want ondanks de slaaptrein is er van slapen geen of nauwelijks sprake.Ik raad iedere volwassene af om met de City Night Line te reizen als het reizen in couchettes moet, die zes-kribs hokjes. Te klein om te zitten, te staan, te liggen….stinkend benauwd en zeer onrustig.

In Wenen meteen een taxi geroepen, prijsafspraak gemaakt en we werden netjes afgeleverd bij het hotel. Voor die prijs ( € 7,90 + fooitje) bracht hij de bagage ook nog binnen. Ingeschreven in het hotel, kamer 324, moesten we tot na elf uur wachten, tot de andere gasten vertrokken en de kamer weer klaar en schoon voor de volgende waren. Tijd had vóór die tijd niet zoveel voor me betekend, maar op dat moment wilden we niets anders dan rusten, wassen, eten..... In die volgorde.

Op de kamer aangekomen eerst de bedden uitgeprobeerd.Oei, dat viel niet mee. De veren kwamen door de oude matrassen heen.....en dat voelde je. De dekbedden lagen keurig opgevouwen, de kussens (heel dun), verder keurig, maar daar was het mee gezegd.

Toch even neervallen....bek- en bekaf. Wat je hier ziet is het piepkleine halletje vóór de kamer. Links de kledingkast (half hang- half lig-) rechts was het toilet en daarachter de deur naar de badkamer. De kapstok hangt in de kamer ja.

Dus na wat 'rust' even de kleren uitgehangen en uitgepakt wat nodig was. Onder andere veel om te snoepen, hè Lies... ;-)

Oja, dat vierkantje rechts onder het stopcontact is een metalen plaatje waarmee ze òf de electriciteit òf de waterleiding konden bereiken....

Ik moet jullie nog wat vertellen over de treinreis. In Keulen, zowel als in Frankfurt op[ de terugreis zouden we overstappen, maar op hetzelfde perron kunnen blijven….. Nou, vergeet het, we moesten beide keren met alle bagage sjouwen naar het verstgelegen perron…. Dus laat je nooit iets wijsmaken op het reisbureau ;-), het klopt nooit.

We waren doodmoe en vuil, de douche werkte niet meteen naar genoegen, we hadden geen afstandsbediening voor de tv meegekregen, het kluisje werkte niet, enfin, klachten te over, maar alleen door onze vermoeidheid, want we hadden dus alleen even bij de receptie hoeven te informeren….daarna kwam alles goed en zelfs de douche werkte, zoals Lies ontdekte.

Lies lag en sliep….en even later ik ook.

De eerste avond dineerden we in het hotel en ik moet zeggen dat het redelijk goed was, vooral het toetje, ijs met abrikozen…

Dit nog even tussendoor.

’s Avonds, een beetje bijgekomen, even de omgeving verkend, na het eten dus een rondje gelopen.

Daar gebeurde de eerste ‘toevalligheid’, die ons op de weg zette die leidde naar de doelen die ik me gesteld had.

We kwamen bij een winkel…een soort grote bazaar, waar van snoepgoed tot electrische apparaten…van alles dus… te koop was.

In de etalage zagen we een grote koffer voor een redelijk kleine prijs staan. Die stond me aan, omdat het aantal tassen waarmee ik gesleept had eigenlijk heel onhandig was, maar ook omdat ik nog een verjaarscadeau wilde hebben voor mijn nichtje en neef, die me spontaan de sporttas en een digitale camera geleend hadden.

We gingen de winkel binnen. En de verkoopster die we aanspraken, legde verrast haar vinger op mijn davidssterretje: Sind Sie jüdisch?? Ik beaamde dat…waarop zij haar eigen joodszijn bevestigde. Dat was leuk. En we raakten enthousiast aan de praat…Wat we kwamen doen - en ik vertelde hoe ik op zoek was naar het verleden en dat mijn vriendin meegekomen was om me tot hulp en steun te zijn… Waar ik gewoond had in Wenen, wilde ze weten. Dat wist ik op dat moment nog niet. Maar wel, dat ik een nicht gehad had die in de Novaragasse gewoond had, op no. 24.

Stomverbaasd vertelde ze me dat zij zelf ook in de Novaragasse woonde. Ze noemde geen nummer. Maar ze gaf ons een papiertje met een adres waar we verder konden zoeken. Het adres klopte in eerste instantie niet, maar wel de naam van de joodse instantie; de Kultus Gemeinde.

Enfin, de koffer werd gekocht en we werden heel enthousiast uitgeleide gedaan door de dame.

Die avond belde ik ook met ene Dr. Herko van het Versöhnungsfonds in Wenen. We konden de volgende dag al bij hem terecht.

Dat had ik zo met hem afgesproken, nadat ik, twee weken daarvoor, een beetje in het wilde weg een e-mail gestuurd had naar de Wiedergutmachungs-instanties. Of er iemand was te vinden die me te woord zou willen staan tijdens mijn zoektocht naar mijn verleden en die me dan ook wilde helpen om de erkenning voor mijn moeder te krijgen waar ik op uit was.

Deze Dr.Herko was degene die me uitnodigde op zijn bureau te komen zodra ik in Wenen was aangekomen.

Die dag van aankomst had dus al goede resultaten opgeleverd. En zelfs mijn Duits spreken lukte boven mijn eigen verwachting.

Een goed gevoel dat we ons in die landstaal verstaanbaar konden maken.

We gingen dan ook slapen met een eerste gevoel van opluchting.
Maar de koorts van het moeten wéten, moeten onderzoéken, moeten gáán, had nu definitief toegeslagen. En rust zou ik niet meer kennen voordat alles duidelijk was.