woensdag 2 juli 2008

Een lange warme woensdag.

Vanmorgen werd ik even voor zes uur wakker. Het werd een beetje licht buiten en de vogeltjes waren al, zachtjes kwetterend, met elkaar in gesprek. Tot één vogel luid begon te zingen, daarna volgden er méér en meteen was het alsof de natuur wakker werd. En de gordijnen opentrok. Ik had zelf ook de gordijnen al opengedaan, de tuindeuren open, frisse lucht naar binnen laten komen voor het te warm zou worden.
Ik probeerde nog even te slapen. Maar dat lukte niet. Dus heb ik de nieuwe dag geboren zien worden. Om zeven uur waren de vogeltjes weer stil, en begon voor mij zichtbaar de tocht van de zon langs de hemel., weerkaatsend in de huizen aan de overkant. De hemel is nog lichtblauw.
Voor vandaag wordt een temperatuur verwacht oplopend tot boven de 30 graden. Geen temperatuur om naar buiten te gaan, als het niet persé moet.
En ik moet vandaag bloed laten prikken.maar inmiddels is het, nu negen uur, al warm en benauwd buiten. Dus de tuindeuren en de gordijnen zijn weer dicht. Zo’n oud mens kun je met dit weer toch niet naar buiten sturen. En dit lijf van me is nou eenmaal oud. Niks aan te doen. Laat ik maar gaan, ik ben nu nog nuchter, ofwel, ik heb nog niets gegeten en gedronken, behalve water.

Er zijn dagen dat er, veroorzaakt door zware motoren van ergens onder gebouwen hier rond omheen, een zwaar gezoem klinkt. Een bijna onhoorbaar, ondergronds geluid, dat overal doorheengaat, in je onderbewustzijn blijft hangen en voor hoofdpijn zorgt. Vandaag klinkt dat weer, en misschien ben ik dáárdoor wakker geworden. Dat gezoem of gebrom geeft een fysieke echo, is letterlijk in je lijf te voelen.

Goed, de dag is via de middag naar de avond gegaan. Ik heb inderdaad bloed laten prikken. Mijn aderen zijn zo dun dat men de fijnste naald erbij moet zoeken, maar het ging, anders dan de vorige keer, in één keer goed. Direct daarna heb ik in de espressobar een gezonde bruine sandwich ei en tomaat en twee koppen koffie genomen. En een glas water voor mijn pillen, die ik nu pas kon nemen.
De wandeling was een pijniging. Meestal, bijna altijd, loop ik met veel plezier, maar vandaag doen voeten en enkels en knieën veel pijn. Net als mijn handen. De gewrichten zijn weer gezwollen. Het zal wel aan het weer gelegen hebben, maar ik ben rechtstreeks, met overstappen van de ene tram op de andere, naar huis gegaan.

De tuinman kwam onverwacht. Maar ik kon de sleutels van de tuindeur niet vinden en moest telkens via de voordeur en omlopend, met hem converseren. Blij dat hij geweest is, want eindelijk is de wilde winde (pispotjes in de volksmond) weggehaald en ook de kruisbessenstruik, die alleen maar narigheid gaf en geen bessen meer. In het najaar zal hij de budleia, ofwel de vlinderstruik, die nu een boom is geworden, snoeien Er zit veel dood hout in, maar te hoog om zomaar te kunnen snoeien. En het onkruid is weggehaald, de grond weer open. Mèt het onkruid heeft hij jammer genoeg ook de jonge Oost-Indische kers en de jonge goudsbloemplantjes weggeschoffeld…….

De paniek om de nergens terug te vinden sleutels kreeg me te pakken. En toen de tuinman betaald en weg was heb ik eigenlijk in een soort waas het hele huis afgezocht. Maar waar ik ze nooit verwacht had, lach niet zo gemeen, heb ik ze teruggevonden. Op het droogrek waar de lakens nog over te drogen hingen.
Er viel een enorme last van me af, hoewel mijn gezonde verstand weet dat ze niet zomaar verdwenen konden zijn.

Toen was er eindelijk gelegenheid om te rusten. En viel ik op de bedbank neer. Met onderbreking van een paar telefoontjes heb ik toch nog dik 3,5 uur geslapen. Zal nodig geweest zijn. Maar daarna voelde ik me niet opgeknapt of lekker in mijn vel zitten.. Ik heb wel eten gemaakt, glaasje wijn genomen. Maar het lijf wil nog steeds niet. Mijn uitsteeksels doen nog steeds pijn. Ondanks paracetamolletjes.

Ik moet maar een beetje medelijden met dat lijf hebben, het is tenslotte niet bepaald jong meer. Er van buitenaf zo tegenaan kijken relativeert het een beetje, anders zou ik me zielig gaan voelen. Ik zie mezelf strompelen momenteel..;-)

Buiten is het wat afgekoeld, hoewel nog steeds vochtig benauwd. Maar de thermometer is van 32 graden inmiddels gezakt tot 20 graden. Ik ben benieuwd of het regenen morgen doorzet, het is heel hard nodig.
En als het weer zo doorzet als beloofd, is de lichamelijke narigheid morgen of overmorgen ook wel over.

Om het binnenshuis wat af te laten koelen zijn de gordijnen en de tuindeuren weer open….Maar de vochtigheid van de atmosfeer blijft eigenlijk te hoog.