Zei het vrome Surinaamse meisje bij de tramhalte.
“Oja?’ was mijn reactie, terwijl ik mijn voorhoofd bette met een zakdoekje.
‘Ja’, was haar reactie: ‘Het is hier altijd heerlijk weer’. Ik reageerde niet, het was zonnig, maar benauwd weer rond de 30 graden, schatte ik.
Enfin, het was een manier om in gesprek te raken. En als een echte Hollandse, ging ze door over het weer. Om meteen daarna een omslag te maken naar god, die het allemaal zo goed met ons voorhad.
Ik maakte nog een flauwe opmerking over de 8 miljard mensen waar god dus allemaal op moest letten…. Het was paarlen eh… nee, ik wil niet zo ver gaan, maar het was zinloos dit gesprek verder te voeren. ‘Jamaar’, riposteerde ze, ‘een moeder van 12 kinderen kan toch ook al haar kinderen verzorgen en erop letten?’ Ik zei niets meer, keek haar alleen aan. Gelukkig kwam de tram daarna snel, want het laatste wat ik wil is iemands overtuiging aanvallen. Daar is iedereen vrij in.
Ondanks de warmte wilde ik toch naar mijn Turkse super, een zak fruit inslaan. Dat vraagt niet veel lopen en een paar haltes maar met de tram. Omdat ik na het ‘kraken’ niet meteen zwaar wilde gaan sjouwen had ik het boodschappenwagentje bij me. En dat werd inderdaad weer volgeladen. Met grote pruimen, grote kersen, wilde perziken, tomaten (heerlijk die zuidelijke tomaten). En natuurlijk groenten. Vlees maar een paar dagen laten staan, niet meegenomen ook. Ik heb nog vis in de vriezer..
En op de terugweg kwam ik dus dat meisje tegen.
Het was in huis wel uit te houden. 24 graden. En toen het onweer zachtjes aan begon dacht ik dat het buiten wel zou opfrissen. Nee dus, de regen was warm, de donder bleef zachtjes rommelen met een enkele flits en de temperatuur werd niet veel lager. Wel werd het nog benauwder. En plezieriger vooruitzichten voor de komende dagen zijn er nog niet.
Wel verd….. nou zit ik tòch als een echte Hollandse over het weer te klagen!
In elk geval, Poes heeft zich voor het eerst als een haas gedragen. Ik heb nooit eerder iets van angst voor onweer bij haar gemerkt, integendeel, meestal stond ze naast me bij de buitendeur mee te genieten. Ik was al bang dat ze weggelopen was, maar vond haar eerst achter de wasmachine, toen achter een krabmatje, daarna achter het gordijntje onder het aanrecht….. en eten deed ze niet. Nou, dan zou jij toch ook denken dat ze ziek was? Nee dus.
Toen het onweer voorbij was werd ze gelukkig weer zichzelf en ik moest haar meermalen terechtwijzen omdat ze baldadig deed. Ze rende de regen in, maakte modderpootjes op het zeil, sprong met al die modder op de tafel om mij een knuffel te geven.. Bang! Boing! Met dat kopje of haar hele lijfje tegen me aan.
Nu is ze gelukkig weer rustig, En ligt ze in haar mandje onder mijn tafel te wachten tot ik naar bed ga.
Maar buiten is het nog steeds niet lekker afgekoeld hoor.