dinsdag 2 november 2010

Wenen, zoeken naar roots dag 7

Dag 7.
Terug naar de Friedhof.
Vanmorgen verlieten we het hotel vroeg. Het is een lange rit en de mensen die op de Israëlitische Friedhof hun moeilijke taak moeten verrichten: het opknappen van de enorme begraafplaats, zijn er maar tot 12 uur.
Niet dus….Er was helemaal niemand.
Wij zijn zelf weer gaan zoeken…nu in een andere groep graven. De vorige keer was het groep 8, nu zochten we in groep 19.
Hetzelfde beeld, schouderhoog gras en onkruid. Ontelbaar veel stenen, rechtop, scheef, omgevallen, in de bodem gezakt of eenvoudig verdwenen…een open plaats achterlatend.
En opnieuw ploeterden we erdoor…zoekend naar namen en data…Weer vergeefs.
Wel kwamen we de naam Bock tegen: Daniel Bock en zijn dochter Josepha Hirsch (1), geboren Bock. Een grote marmeren, dus’ belangrijke’ steen.


Als ik die namen leesbaar wil maken moet ik de steen, op de foto die ik genomen heb, later thuis vergroten tot onaanvaardbare grootte. Maar deze enige mogelijkheid mijn moeders’naam en de relatie met de naam Hirsch te bewijzen sla ik niet over.
En weer kwamen we bij de eindeloze rijen naamloze stenen, die op de plaatsen van de vernielde graven gezet waren. Er kwam geen eind aan...
Lies ging eerder terug. Ik kon niet wegkomen. Maar zij ontmoette bij de uitging een vader met zijn zoon. Zoon met keppeltje, dus aangenomen werd dat zij joods waren, hetgeen ontkend werd. Zij ‘hadden’ iets met het joods zijn en met deze begraafplaats.
De beheerder van de Friedhof vond het, net als wij, maar niks dat de vertegenwoordiger van de vrijwilligersorganisatie zelf niet was komen opdagen.
Zonder resultaten moesten we dus terug. Zeer teleurgesteld…en dat is eufemistisch uitgedrukt.. Pas nu, zoveel jaar later, realiseer ik me dat er toch een register moet zijn van de graven?
Wel veel U-banen gezien die dag….en veel Strassenbahnen. Veel metro en tram dus.
Maar we gingen rechtstreeks verder naar het nieuwe adres dat we van Frau Weiss van het Kultus Gemeinde hadden opgekregen. Het Stadt Archief in de Wipplingerstrasse.

(1) In mijn boek ' Twee vrouwen en een jas' haal ik een heel vage herinnering boven: De naam Hirsch moest verbonden zijn met die van mijn moeder.

Dag 7 - 2


Na enig gezoek en heen en weer lopen – wel lift - niet lift , niet lift dus…kwamen we waar we moesten zijn. Op de eerste verdieping van een stedelijk archief. De plaats waar alléén uit Wenen afkomstige joodse mensen werden geregistreerd, alle mensen die vanuit Wenen naar de vernietigingskampen waren gestuurd en als omgekomen waren geregistreerd….Alles met de grondigheid die de Duitsers en de Oostenrijkers kenmerkten.

We werden ontvangen door een jonge man, die echter, met al zijn goede bedoelingen, geen hulp kon bieden. Ik wist trouwens helemaal niet wat voor hulp hij zou kùnnen bieden en waarbij. We werden gestuurd door Frau Weiss…. En zijn instantie zou ons verder kunnen helpen. Punt.

Uit computergegevens kwamen toen al gauw de families Bock en Karpfen tevoorschijn. Maar om verder de computer in te kunnen moest hij er een historica bij halen. Frau Schwarz. Inderdaad een toeval die namen Weisz en Schwarz….maakte ze ons al meteen duidelijk…Ze kon er zelfs niet om grijnzen, zo vaak heeft ze het moeten horen.

Frau Dr. Ursula Schwarz ging dus met ons samen de computer in. En al snel kwamen er vreemde feiten naar boven, waar ik tot dan geen benul van had.

Net als in Amsterdam werden de joden uit hun huizen gejaagd en gecentreerd in een getto. Zo ook mijn familie. Ons huis in Bezirk 1 in de Springergasse werd gevorderd en de familie moest haar intrek nemen in Bezirk 2, in Krummbaumgasse 1.
Onze adem stokte. Niet alleen van Frau Schwarz. Maar ook de mijne.

Ik kom daar later op terug. Eerst maar de feitelijkheden.

Altijd had ik gedacht en ook verteld dat de familie in Theresiënstadt was omgebracht. Dat had Rabbi Schachter van Yad Vashem in Jeruzalem me verteld en op de papieren laten zien. (Daar moet ik het ook recht gaan zetten dus…) Maar hier blijkt dat de familie naar Riga (Deportationskartel IKG is de bron van dit gegeven)) in Letland is gedeporteerd en daar is omgebracht. Waarom zo ver?? Die vraag zal wel nooit beantwoord worden. Misschien waren de vernietigingskampen in Polen wel overbelast en was Theresiënstadt overvol. ;-((

In elk geval kreeg ik zwart op wit het bewijs mee dat de rest van de familie in Riga werd vermoord.

De Krummbaumstrasse:

Toen ik voor de eerste keer ging scheiden – en ikzelf in uitgeputte toestand in het ziekenhuis werd opgenomen, moest ik mijn kinderen naar een kindertehuis brengen. Extra moeilijk, omdat ik mezelf had voorgenomen dat wat mij was overkomen nóóit mijn kinderen zou gebeuren. Maar net als in de generatie daarvóór, was het stomme en vreselijke overmacht…

Ik bracht ze, geholpen door een vriendin, naar het opgegeven adres in de Kromboomsloot in Utrecht. Ik ga hier op deze plaats niet verder op in.

Frau Schwarz verschoot ook van kleur… Schoof haar stoel met een ruk achteruit…

Zij woont op datzelfde adres Krummbaumgasse 1.

Bestaat toeval? In mijn ogen niet.

Ze vertelde ons dat het (natuurlijk appartementen)gebouw, dat in de oorlog als gedwongen opvang- en afvoeradres voor joden had gediend, na de oorlog was opgekocht door een nazivrouw, een zeer gehate huisbazin. Hoe ze zo rijk geworden was wist niemand.

Tegenwoordig is het weer een gerespecteerd en gerenoveerd woongebouw, onder een andere eigenaar.

Maar dat ze uitgerekend dáár woonde, waarheen mijn familie verbannen was... En dat ik mijn kinderen moest brengen naar een huis van hetzelfde adres….

Van Omama heb ik de enkele gegevens kunnen vinden dat ze geboren is als Josepha (Josefine) Bock, geboren Karpfen op 17 november 1878 in Brünn, dat ze gestorven is in Riga op 11 januari 1942,

Op haar kaart staat: dood zonder bevestiging.

Tot ohne Bestätigung.

De bron is hier ook: Östa, Bestand FLD, Transportlisten in alphabetischer Folge………………

Geen commentaar….

Mijn moeder kwam toen ook ter sprake. Van haar was geen enkel bewijs van bestaan te vinden. Geen ‘ Deportationsliste’ geen OF WIEN liste…..

Wel van haar zuster Hilda, die in Amsterdam de oorlog overleefd heeft. Haar naam staat vermeld als enige dochter waarvan iets bekend is:

Tochter Hilda, vh. Kloett-Bock 1-10-1906. Gatte Hermann. (Bron IKG-Wien)

Zij huwde na de oorlog met een Kloet ja…maar van een echtgenoot Hermann is niks bekend bij mij.

Waarom is mijn moeder nergens genoemd???

Ik vertel het verhaal van mijn moeders vlucht uit Wenen naar Nederland…hoe familie en een vriendin het heeft over een vlucht als (uit het boek Uncle Tom’s Cabin//De negerhut van Oom Tom) Elisa’s vlucht met haar kind, over de Ohio… De grensrivier tussen Amerika en het vrije Canada, waar ze veilig zou zijn. In dat boek springt Elisa van ijsschots naar ijsschots achtervolgd door de honden van de slavendrijver.

Daaruit begrijpt Frau Schwarz dat mijn moeder ‘dus’ via de Donau is afgezakt, eerst naar Tsjechië en vandaaruit verder gevlucht is naar het Westen.

Dat is dan ook de reden dat ze niet is geregistreerd in het Weense archief.

Omdat ze uit Oostenrijk is gevlucht wist niemand waar ze gebleven was. En dat ze vanuit Nederland is opgepakt envanuit Amsterdam via Westerbork naar Auschwitz-Birkenau is vervoerd en daar vermoord, werd dus niet in Oostenrijk geregistreerd…

Maar voor alles is een formulier te krijgen…… dus ook hiervoor.

En met hulp van Frau Schwarz heb ik een formulier ingevuld voor het Dokumentationsarchiv des Österreichischen Widerstandes.

Dat houdt zich o.a. bezig met de opsporing van en het naam geven aan holocaustslachtoffers die nergens genoemd zijn. Ik heb haar dus, behalve in Jeruzalem, ook in Wenen haar plekje terug kunnen geven.

Heel emotioneel dus allemaal….ook voor Lies, die zich noodgedwongen afzijdig had gehouden.

Er werden, om de zaak wat te ontspannen, nog wat grapjes gemaakt over het feit dat we door Frau Weiss naar Frau Schwarz waren gestuurd….maar dat grapje vertelde iedereen die via de een naar de ander was gestuurd……

Met veel plichtplegingen namen we afscheid. Wat kun je nog meer doen??

We hebben nog wat rondgezworven en gegeten op de Schwederplatz. En zijn vroeg naar het hotel teruggegaan