Een klein gedicht dat ik tegenkwam in een van mijn mappen. Ik hoop dat iemand er troost uit vindt:
Mens worden begint met het doorknippen van de navelstreng.
Met een scheiding: afscheid van de geborgenheid, van de vruchtbare pijn.
Later volgt een tweede afscheid, een derde, en een zoveelste.
Afscheid van de idolen die aan scherven liggen,
de alwetende, algoede, aldragende vaders en moeders.
Ik moet weggroeien van hen, tijdelijk vaderloos, moederloos.
Ik moet weggroeien naar wat ik zelf kan en weet. En BEN.
En zij moeten mij weg láten groeien, hun idool loslaten.
Het kind van hun dromen, verwachtingen wordt de vrouw, de man met eigen opvattingen en gedragingen.
alwetende, algoede, aldragende vaders en moeders.
En in het Heldere licht van de werkelijkheid herkennen we elkaar opnieuw, en nu voorgoed.
Jij bent anders, onherroepelijk anders dan ik had gedacht of gedroomd.
Ik kan je aanvaarden, zo is het goed.
Ik moet je vergeven, jij moet mij vergeven.
Niet alleen elkaars tekorten en fouten, maar ten diepste
elkaars onbereikbaarheid.
Roebijn