zaterdag 17 mei 2008

Herinnering aan Nieuwegein, zomer 1996.

Speciaal voor Adri.
Maar ook voor de ex-Nieuwegeiners die dit lezen.

Inmiddels bestaat het gemeentehuis en het hart van Nieuwegein niet meer. En naar mijn beste weten is ook het plantsoentje met de moerascypressen, naast de flatgebouwen vlak bij het hart, verdwenen.
Maar ik kwam deze column weer tegen en vond het, op deze donkere, regenachtige mei-zaterdag in Amsterdam, een toch wel zoete herinnering. Waard om te herhalen.


Het is een heerlijke zonnige Zondag. Ik ben er een paar uurtjes tussenuit geweest. Wandelen naar de Markt, waar de terrasjes zijn. Omdat ik niemand zag bij wie ik op een terrasje wilde aansluiten heb ik me neergezet op een van de witte bankjes die rond de kindervijver staan.
De kindervijver is een ondiepe, betegelde vijver. Aan de noordkant loopt het water langzaam als een naakte tuinslak over de ronde betonnen rand, zakt in het rooster daaronder en verschijnt in huppelende fonteintjes weer aan de andere drie zijden van de vijver. Die constante beweging van het water veroorzaakt doorlopende kleine golfjes vanuit de drie richtingen waar de fonteintjes sproeien en maken dat je, afhankelijk van de manier waaròp je kijkt, de randen van de vloertegeltjes op je af ziet kronkelen, van je weg ziet kronkelen, of heel speels langs je heen ziet huppelen. Gevoegd bij het kabbelende geluid van het heel heldere water heeft dat een hypnotiserende werking. Ik heb daar bijna een uur gezeten, kijkend en luisterend. In die stille zonovergoten middag, genietend van de vele vogeltjes die op die ronde rand kwamen drinken en baden. De terrasbezoekers zaten ver weg, waren niet te horen. De enkele auto die een plek zocht op de nabije parkeerplaats, zette tegelijk met de motor ook de muziek af. Zalige zon en ondanks de vele mensen rondom op het plein, zoveel stilte. . .

De wandeling terug heb ik gemaakt door de tuin van het gemeentehuis, langzaam lopend, genietend van de warmte en de zon en het vele groen waar ik door omringd werd. Aan de zijkant van de flatgebouwen bij het hart van Nieuwegein is een plantsoentje, waar ik, ook voor het eerst dit jaar, bedaard doorheen wandelde; hier en daar de schitterende bloemen complimenten gevend, de heerlijk doordringende geur van een felroze flox opsnuivend, een paar cederachtige bomen (moerascypressen) begroetend.

Alsof ik van vakantie terugkwam, zo kwam ik weer thuis. Met mijn poes Lieveke heb ik nog een half uurtje op het balkon gezeten, verscholen achter de tomatenplanten en met uitzicht op het groen verderop. . . . Dìt had ik even nodig. Mensch, wat had ik dit hard nodig. Maar ja, alléén kom je er niet zo gemakkelijk toe om zo bewust zo’n wandelingetje te maken, nietwaar. Op zulke dagen heb ik Nieuwegein zo lief. En ben me dat dan ook zo bewust! Dit centrum heb ik zien groeien van kale weilanden met vier flatgebouwen, tot het rustieke, zonovergoten groene hart van de stad, die het nu is.

Héél bewust heb ik dit alles in me opgenomen, want er gaat opnieuw veel veranderen hier. En zo’n mooie, zomerse, stille Zondag is een unicum. En hier zit ik dan nu in mijn tikhok, om dit nogmaals te beleven. En ik hoop van harte dat mijn manier van beschrijven bij anderen iets doet meetrillen.