Overal waar ik kom lopen mensen met geweren. Veiligheidsmensen. Hier op Lavi in Tiberias, vlak tegen de Golanhoogte is men zowel uit overtuiging, maar toch ook uit angst, vóór een Likoed-regering. Men beschouwt Rabin hier als een
verrader, -(het is geschreven in 1995)- die vóór de verkiezingen beloofde de Golan te behouden voor Israël, maar nu in de vredesbesprekingen bereid is de Golanhoogte "weg te geven". Als je hier zelf bent en zo dicht tegen de Golan dat je de soldaten op oefening
op de hoogte kunt zien, kun je dat goed begrijpen. Wie garandeert de
veiligheid van deze kibbutz, die al vanaf 1949 bestaat? Vanaf de dichtstbijzijnde berg (héél dichtbij) kan de gehele kibbutz vernietigd en uitgemoord worden.
Anderzijds heb ik ook niets gemerkt van enige toenadering tot de Arabische
landgenoten hier in deze in zichzelf besloten gemeenschap. Dit in
tegenstelling tot de andere bezochte kibbutziem. Het lijkt een
uitzichtloos probleem....
Ik wandel langzaam door het snikhete park dat bij Lavi hoort. De kibbutz
is zeer uitgestrekt, de huizen merendeels laag. Er zijn ook duplexwoningen
met een verdieping erboven, die hebben een stenen buitentrap, rechtstreeks
naar de bovenverdieping leidend. Zij zijn uiterlijk gelijk gebouwd, maar,
sociaal en sociologisch, heel verschillend bewoond.
En op het heetst van de dag gaat de bewatering dóór; wat een
waterproblemen zal dat nog geven! In dit wondermooie park groeien vele, vele soorten
planten, struiken en bomen. Heel kleine vogeltjes, grauw-bruin als musjes,
maar klein als kolibries, vliegen van bloem naar bloem. Ik zag zojuist
twee totaal verschillende bomen, helemaal verstrengeld, allebei kerngezond. En
> even dacht ik: " kon het maar zo gaan met Israëli's en Palestijnen" Maar
ja, ik zit hier in Lavi en niet in Neve Shalom.
Siësta houden gaat niet., ik kan niet slapen. De radio staat zachtjes aan,
ononderbroken oude filmmuziek. Heerlijk ontspannend.. Een takje van een
mimosaboom, een stukje pijnboom, beide van hun boom afgewaaid, en een in
de zon gedroogd takje bougainville heb ik tot een kunststukje geformeerd en
naast dit boekje gelegd. Een genot om naar te kijken.
Over genot gesproken. Dit hotel kent een schat aan visuele schoonheid. De
móóiste schilderijen, grotendeels geschonken door dankbare gasten en
schilders uit binnen- en buitenland. Eén schilderij, hangend in een zg.
lecture-room, doet me denken aan de boeken van Marion Bradley, met name
haar "Nevelen van Avelon". Het is onbeschrijflijk mooi, lètterlijk niet te
beschrijven. Maar ik zou er IN willen verdwijnen. Het toont een nevelig,
moeraslandschap, gebaad in een haast bovenaards licht. Ik weet niet wie
de schilder(es) is. Wat zou ik het graag thuis in mijn kamer willen hangen!
Het schilderij is óók een geschenk aan de kibbutz en er worden geen ansichtkaarten of
>posters van gemaakt en verkocht. Jammer ja.
Even een sigaretje gerookt in de lounge, het is geen Sjabbat meer. En uitgekeken over en naar de bergen (Golanhoogte) en getracht me te verplaatsen in de gevoelens van de bewoners hier. Een dorpje of een nederzetting zie ik, het ligt daar in een dal en ik hoor plotseling bewust, de wind ruisen door de bomen. Die wind steekt elke middag op. Zodat het hier
ondanks de hoge temperaturen toch leefbaar blijft.
Er is zojuist, tijdens lunchtijd, een groep orthodoxe vrouwen binnengekomen. Een andere wereld voor mij. Andere kleding, andere blikken. "Ouderwetse" jurken op halve kuithoogte of nog langer, pruiken, hoeden, of de haren weggebonden in een net-achtige zak. Ik ben - weer- een goj in Israël, dit Israël, al ben ik in Holland een Jood.
Met één vrouw, die als enige van haar groep ook rookt en blij is hier even te kunnen
neervallen, raak ik in gesprek. Judith heet ze, de 5e generatie van
hier-geborenen, een Sabra dus. Ze spreekt moeizaam Engels, en ik spreek geen woord
Hebreeuws, maar tòch. . Zij draagt een eenvoudige pruik en "normale" kleren. Al die
vrouwen beziende voel ik me een beetje een gluurder, als was ik in Spakenburg, waar ook niet gefotografeerd mag worden.
>En al die GEUREN hier, onbeschrijflijk. Als ik kan ruiken, wat niet altijd het geval is, ruik ik duizend bloemengeuren, harsen, kruiden. Je wordt er een beetje dronken van, net als van het licht hier. Ook al is het in de verte wat heiig en niet helder, zoals je mag verwachten in zo’n droge lucht. Het heiige wordt hier veroorzaakt door stof, niet door vocht of
vervuilde lucht.
Eindelijk kom ik op de gedachte om aan de hand van het programma de data
en de datum van vandaag te zoeken, je zou de tel der dagen kwijtraken hier.
Die wàs ik ook kwijtgeraakt. Door alles wat er gebeurde, door alles wat we
meemaakten. Het is vandaag dus de 25e, want het eten van "Petrusvis" en
het bijwonen van een kerkdienst staat op het programma en daar is men nu
naartoe. Vandaar dat ik even tijd heb dit allemaal op te schrijven.