zondag 17 oktober 2010

Impressies van Israel, 1995,

In 1995 kreeg ik een reis aangeboden waarvoor een lieve vriendin een actie had ondernomen om geld voor die reis bijeen te brengen. Het werd me op 1 april overhandigd, nadat me een paar weken tevoren gevraagd was mijn huis voor een vergadering beschikbaar te stellen. En omdat er in mijn huis vaker vergaderd werd had ik argeloos toegezegd... Tot ik tot mijn verbazing vrienden en familie en zelfs de burgemeester zag binnenlopen... Ik had alleen koffie hoeven te zetten... wel, eigenlijk kon ik die avond wel wat sterkers gebruiken. ;-)
In ruil voor die enorme verrassing had ik beloofd dat ik een uitgebreid verslag zou schrijven van de reis, zoals ik die beleefd heb. En dat wil ik hierbij ook op mijn weblog zetten:
Hier het eerste deel,

20 juni 1995

EEN ZAK VOL STENEN.

‘Moge de dag voor jou betekenis hebben’, leerde de man van het winkeltje in het hotel mij in het Hebreeuws zeggen. Ik zei het hem na, maar zag aan zijn trieste glimlach dat de dagen allang geen speciale betekenis voor hem hadden.

Voor mij was iedere dag in Israel vol geheime betekenissen. Die veel verder gingen dan de uitgebreide bezoeken aan de vele opgravingen uit bijbelse en vóórbijbelse tijden. Niet dat die geen openbaringen waren, dat waren ze wel. Stuk voor stuk. Ik ken mijn bijbelse geschiedenis, alle plaatsen waren mij bekend.
Maar elke dag had een speciale betekenis omdat elke dag liet zien hoe de Israëliers, liever dan dure hotels te bouwen voor de honderdduizenden pelgrims, heel voorzichtig, heel zorgvuldig… hun eigen geschiedenis, dus ook de mijne, opgroeven en blootlegden. Voor iedereen die er naar wilde komen kijken. En dat zijn er zeer velen.
De hitte en de droogte trotserend komen de horden toeristen, de eeuwige en noodzakelijke waterfles in de hand of bij de hand in de rugzak, kijken naar de bewijzen dat hetland van oudsher een Israëlisch land is. Soms liggen die bewijzen zeven meter onder het oppervlak waarop wij lopen. Maar als ze eenmaal blootliggen, als al die meters zand zijn afgegraven, wandelen we in de straten en tussen de huizen van mensen die hier duizenden jaren geleden woonden. Ik zie ze onder de brandende zon hun landje tussen de stenen door bewerken, zie de vrouwen het graan malen tussen de platte steen en de steen in hun hand. Ik zie ze de platte broden bakken op de hete stenen, zoals nog steeds hier en daar gebeurt. En ik zie de ouden en de kinderen zitten in de schaduw onder een olijfboom. En door de eeuwen heen komen er vreemde stammen dat leven weer vernietigen en de dorpen plunderen. Maar het joodse volk heeft zich niet laten vernietigen. Het stond, door de eeuwen heen, telkens weer op. En bouwde en ontwikkelde hier opnieuw en opnieuw een eigen samenleving. Het bleef één volk, al werd het eeuwenlang verspreid over de hele wereld.
Het bleef dat éne volk dat de eigen wetten, geboden en gebruiken van eeuwen her in stand hield. En sedert de uittocht uit Egypte door alle eeuwen heen… elk jaar weer zei: ‘Tot volgend jaar in Jeruzalem’.
Nu is dat sedert 1948 weer waarheid en bewijst Israël met volledige overgave haar rechten op dit landje. En dit jaar mocht ik daarbij zijn. Daarin liggen mijn geheime betekenissen.

Dit verslag werd geschreven vóór de 1e intifada losbarstte. Er waren grote spanningen voelbaar…maar er waren geen gewelddadigheden tijdens mijn aanwezigheid in Israël.

Begrijp me niet verkeerd. Ik heb ook alle begrip voor de Palestijnse claim. Tenslotte wonen zij er ook al bijna 2000 jaar als afstammelingen van de vroegere Filistijnen en Bedoeïnen…
Dus eigenlijk is het ook heel logisch dat de Palestijnen eveneens voor dit land vechten. Maar nu heb ik het over Israel en haar claims en rechten..


In al die eeuwen is het land niet ontwikkeld. Bleef het woestijngebied met wilde hoogten en oases, waar de mensen en de dieren zo goed en zo kwaad als mogelijk was, overleefden. Pas toen de joden begonnen terug te keren werd het land tot ontwikkeling gebracht. Nu nòg zie je
in en buiten de steden de verschillen tussen joods en palestijns gebied. Die verschillen zijn zichtbaar in de bebouwing van het land en van de steden. De inventiviteit van het joodse deel van de bevolking uit zich op alle gebieden: het stenenvrij maken van landbouwgebied, de plantages en de velden met allerlei graansoorten, struiken en vruchtbomen en bloemen, de bevloeiing ervan, de modernere huizen met airconditioning en zonnepanelen op de daken….enz. enz..

Israël wil in vrede leven met haar buren. En met Jordanië en Egypte is inmiddels vrede gesloten. Vrede met Syrië zal grote opofferingen en onzekerheden vragen van Israël. De Golanhoogte is een ongelooflijk strategisch gebied van waaruit bijna geheel Israël in één keer overvallen kan worden. Syrië wil in ruil voor vrede dat gebied hebben en de Palestijnen eisen meerdere voor Israël strategisch belangrijke gebieden in ruil voor vrede. En heel Jeruzalem…..

Vrede in eigen huis vraagt nog meer wijsheid.
De beide volken staan daarvoor voorlopig, ondanks de diverse vredesakkoorden, nog teveel tegenover elkaar. Hoewel in de steden Joden en Palestijnen (bijv. in Nazareth) schijnbaar vreedzaam naast en met elkaar leven, is de waakzaamheid, de spanning, levensgroot. Het wantrouwen in de bedoelingen en de uitingen van de ander ook. Ik heb het zelf ook ervaren, in de weken dat ik in Israël was. Hoewel de (rijk geachte) toerist overal welkom is, net zoals elders in de wereld het geval is…..
------------------------------